Regelmatig komt het voor dat 'zware' apparaten de oorzaak zijn van kortsluiting. Zeker wanneer deze apparaten al behoorlijk oud zijn. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat uw wasmachine, droger, vaatwasser, oven, koelkast of diepvries oorzaak is van de kortsluiting.
Kortsluiting wordt vaak veroorzaakt door elektrische apparaten in uw woning. Indien het apparaat niets mankeert, werkt deze gewoon naar behoren. Wanneer er sprake is van een defect, ligt kortsluiting op de loer. De oorzaak zit hem vaak in de kabel(s) van een elektrisch apparaat, zoals het snoer van de stekker.
Kortsluiting ontstaat wanneer één of meer elektrische draden elkaar raken. Dat kan zijn als gevolg van een kapot apparaat of een beschadigde kabel. Natuurlijk zijn deze stroomdraden meestal voorzien van een isolatielaag, maar deze kan beschadigd raken door water, warmte, stof of andere zaken.
Om te bepalen welk apparaat de boosdoener is, plugt u de stekkers weer één voor één in. Valt de stroom uit zodra u een stekker in het stopcontact steekt? Dan is dit apparaat de oorzaak van de kortsluiting.
Wanneer mensen blootgesteld worden aan water met een elektrische lading, kan dit dodelijke gevolgen hebben. Vocht is daarnaast één van de grootste oorzaken van een kortsluiting. Geregeld komt het voor dat de stroom in een woning uitgeschakeld wordt wanneer de elektra in aanraking komt met vocht.
Dit doet u door alle apparatuur uit te schakelen en de gesprongen stop in de meterkast te vervangen. Vervolgens kunt u de apparaten stuk voor stuk inschakelen om te zien wanneer de stop opnieuw uit de meterkast springt. Nu kunt u het apparaat wat de bron van de kortsluiting is vervangen om het probleem op te lossen.
Bij een kortsluiting lijkt het alsof de dam breekt: de stroom krijgt vrije loop, ontmoet geen tegenstand en gedraagt zich als een woeste rivier. De stroomsterkte is enorm en veroorzaakt een verhitting van de draad. Het isolatiemateriaal kan zelfs smelten en vuur vatten, waardoor in het gebouw brand kan ontstaan.
Als er een zekeringsschakelaar uitgevallen is, hebben we 2 mogelijkheden: Er is een kortsluiting. Je verbruikt te veel.
Een kortsluiting voorkomen
Als je een stekker uit het stopcontact wilt halen, houd hem dan bijvoorbeeld altijd vast aan de stekker zelf, en trek niet aan de kabel. Leg geen kabels onder deuren of tapijten, want dan kan de kabel sneller slijten en gemakkelijker oververhit geraken.
Algemeen. In de meterkast van uw huis bevindt zich de groepenkast waarin de aardlekschakelaar(s) en alle afgaande groepen (automaten)zitten. Hier hoort ook een groepenkaart bij aanwezig te zijn waar u op kunt zien welke groep welk gedeelte van het huis van energie voorziet en achter welke aardlekschakelaar deze zit.
Ook schade door kortsluiting of een te hoge spanning in het elektriciteitsnetwerk is verzekerd. Bijvoorbeeld wanneer brandschade aan je keuken ontstaat door kortsluiting in je waterkoker. Of als er scheuren in de muur komen als gevolg van een blikseminslag.
Het beste antwoord. Ja, door kortsluiting zal het brandbaar gedeelte even branden en dan uitdoven.
Een stroomstoring kan ontstaan door kortsluiting als gevolg van een defect in de bedrading of een kapot apparaat. Daardoor gaat er een te hoge stroom door de elektrotechnische installatie lopen. Bij een goed werkende groepen- of stoppenkast springt automatisch een zekering of schakelt de automaat zichzelf uit.
In de meeste gevallen is kortsluiting het gevolg van een storing van elektrische apparatuur óf het gebruik van een kapotte stekker. Als de voeding niet meer in orde is, dan ontstaat er storing in de toevoer. De bron van stopcontact kortsluiting is vaak te achterhalen in de meterkast.
Hoe test ik de aardlekschakelaar? Op de aardlekschakelaar zit een testknop met de letter “T”. Deze knop moet ingedrukt worden om te testen, de achterliggende installatie wordt uitgeschakeld. Na het testen moet de aardlekschakelaar normaal worden ingeschakeld.
Meld dan de stroomstoring bij het Nationale Storingsnummer: 0800 - 9009 (gratis).
Test de zekering.
Bij gebruik van een digitale multimeter die ingesteld is om de continuïteit te meten, moet de meter continu piepen als u de draden bij het uiteinde van de zekering vasthoudt. Dat betekent dat het circuit rond is. Als dit niet gebeurt, dan is de zekering stuk.
Kortsluiting is een verschijnsel dat voorkomt wanneer er te veel elektrische apparaten zijn aangesloten op één groep. Het gebeurt wanneer de stroom zo overbeladen is dat de stop eruit springt en kortsluit waardoor vervolgens de stroom wegvalt. Hierbij kan een vonk ontstaan en dit kan voor brand zorgen.
Nadat je de weet welke groep de kortsluiting veroorzaakt, kun je de kortsluiting gaan opsporen. Ga na welke apparaten op dat moment elektriciteit verbruiken en ontkoppel de mogelijke boosdoeners. Hierna kun je in de zekeringkast opnieuw proberen om de groepen aan te zetten op de manier zoals hierboven beschreven.
Stroomdraden hebben een isolatielaag die kan beschadigen door bijvoorbeeld water, warmte en stof. Als één of meer kabels elkaar raken (bijvoorbeeld omdat de isolatielaag stuk is) ontstaat er kortsluiting. Dan wordt de stroomsterkte te hoog, de draden te warm, en zo kan er brand ontstaan.
Dit kun je alleen maar ontdekken door van alle apparaten die aangesloten zijn de stekker uit het stopcontact te halen (van wasmachine tot waterkoker) en alle verlichting uit te doen (een kapotte lamp kan namelijk ook kortsluiting veroorzaken!).
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan bedrading versleten zijn, een stopcontact kortsluiting geven, de hoofdzekering kapot zijn of een algehele stroomstoring bij de aanbieder zijn.