Een depressie kan ook voorkomen bij jongere kinderen. Van kinderen tussen de zes en twaalf jaar heeft 1 à 2% een depressie. In plaats van somber en futloos zijn depressieve kinderen vooral prikkelbaar en druk. Daarnaast denken ze vaak negatief en kunnen ze zich snel schuldig en onbemind voelen.
Symptomen die kunnen wijzen op een kinderdepressie zijn: vrijwel heel de dag somber zijn. vaak moe zijn, snel boos zijn. moeite hebben met slapen, zowel het inslapen als ook het doorslapen.
Een depressie kan gepaard gaan met bijzonderheden in eten, moeheid en wellicht slaapproblemen. Het kind kan in een korte tijd veel afvallen, of juist veel aankomen. De eetlust kan verdwijnen, of het kind kan last krijgen van vreetbuien en hierdoor te veel of te ongezond gaan eten.
Net als bij volwassenen kan depressie ook bij kinderen en adolescenten voorkomen. Een kind ervaart een depressie als een toestand van ontevredenheid. Het verliest interesse, en dus ook het vermogen om geluk en tevredenheid te ervaren bij dagelijkse activiteiten.
U voelt zich triest voelen of hulpeloos, tot niets in staat. Het lukt niet meer om ergens nog plezier aan te beleven, u verliest interesse in onderwerpen en het is lastiger om zich te concentreren. Andere gevoelens die vaak voorkomen bij depressies zijn prikkelbaarheid, of juist een dof en leeg gevoel van binnen.
Het is essentieel dat een kind met ten minste één ouder een goede relatie heeft. Een andere belangrijke manier waarop ouders een depressief kind kunnen helpen is goed voor zichzelf zijn en voor zichzelf zorgen, ook in psychische zin, en het samen goed hebben. Zo scheppen ze een harmonieuze omgeving voor het kind.
Slaapproblemen verhogen het risico op depressie en angststoornissen en kunnen bijdragen aan een slechter beloop van deze stoornissen, blijk uit Nederlands onderzoek. Slaap is één van de factoren die een sterke invloed kan hebben op depressie en angststoornissen.
Symptomen bij Kinderen
Een depressie kan ook voorkomen bij jongere kinderen. Van kinderen tussen de zes en twaalf jaar heeft 1 à 2% een depressie. In plaats van somber en futloos zijn depressieve kinderen vooral prikkelbaar en druk. Daarnaast denken ze vaak negatief en kunnen ze zich snel schuldig en onbemind voelen.
Wat is een depressie? Ieder kind voelt zich weleens somber, heeft een poosje weinig energie of is prikkelbaar. Maar als deze gevoelens langer dan enkele weken duren, kan het zijn dat je kind een depressie heeft. Een depressie gaat vaak wel weer over, maar kan ook terugkomen.
Tegen een depressiepatiënt kun je dus beter niet alles zeggen wat er misschien in je opkomt. 'Het belangrijkste is dat je er voor iemand bent als hij daar behoefte aan heeft', zegt Cuijpers. 'Je mag natuurlijk altijd informeren hoe het met iemand gaat. En luister dan vooral naar wat hij zegt en oordeel niet.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel. Depressiviteit worden niet altijd tijdig herkend.
Zo zouden groenten, fruit, vis, kip, magere kaas en volkoren granen het risico op een depressie verlagen en bovendien zouden bestaande symptomen erdoor verminderen. Foliumzuur schijnt ook te helpen volgens de Finnen, en dan met name bij mannen.
Er is niet één speciale oorzaak voor het ontstaan van een depressie. Het is bijna altijd het gevolg van een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Erfelijkheid is de belangrijkste natuurlijke (biologische) factor. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere.
Gemiddeld duurt een depressie een maand of 8, maar het overgrote deel van de mensen met een depressie voelt zich in minder dan 3 maanden weer beter. Aanhoudende depressies duren vaak 2 jaar en langer.
Professionele hulp bij zelfmoordgedachten
Je kunt het best naar de huisarts of JGZ-jeugdarts gaan. Praat zelf ook met de huisarts. Vertel dat je je zorgen maakt en overleg wat je kunt doen. De huisarts kan je kind doorverwijzen naar specialisten, zoals een psycholoog die gespecialiseerd is in het helpen van jongeren.
Neurotransmitters. Bepaalde stoffen in de hersenen maken een mens kwetsbaar voor depressie. Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming.
Een depressie is een multifactoriële aandoening. Dit houdt in dat meerdere zaken een rol spelen bij het ontstaan van de stoornis. Erfelijkheid is daar één van. Kinderen van ouders met een depressie hebben bijna 3 keer zo veel kans om zelf een depressie te krijgen.
Vaak voelen mensen met dysthymie zich zeer eenzaam en ongelukkig. Ze zien zichzelf als waardeloos, oninteressant en machteloos. Hun eet- en slaappatroon is vaak verstoord, waardoor ze zich extra vermoeid en lusteloos voelen. Zowel de concentratie als het geheugen functioneren slecht.
Je zou er hoofdpijn van krijgen, stress, depressie, zwakkere spieren en doorligplekken.
Hierdoor hebben mensen vooral de neiging om alleen maar op bed te liggen en komen ze tot weinig. Daarom raden veel psychologen aan dat je meer gaat bewegen – of dat nou een rondje fietsen of twee uur crossfitten is, of drie kwartier aerobics, zoals nieuw onderzoek van Britse en Griekse onderzoekers bevestigt.
Een depressie zit meestal niet alleen in het hoofd, maar brengt vaak ook lichamelijke gevolgen met zich mee. U kunt hierbij denken aan het hebben van hoofdpijn of het veranderen van de eetlust met een gewichtstoename of -afname tot gevolg. Ook in de hersenen zijn fysieke veranderingen terug te vinden.
Beweeg regelmatig: wandelen, sporten en bewegen lijkt misschien geen aantrekkelijk idee als je somber bent, maar het is bewezen dat sporten helpt wanneer je depressief bent. Blijf leuke dingen doen: leuke dingen blijven doen met vrienden of familie is erg belangrijk als je depressief bent.
Sluit een depressie niet uit, want depressie bij jonge kinderen komt vaker voor dan je denkt: 1 procent van de kinderen onder de 5 jaar en ongeveer 2 procent van de lagereschoolkinderen lijden eraan.
Bij mensen met een tekort aan vitamine D werd een relatie gevonden met verminderd cognitief functioneren en meer depressieve klachten42. Bij vrouwen met een depressie of een doorgemaakte depressie wordt bovendien een lagere botdichtheid gevonden, wat ook een gevolg kan zijn van een tekort aan vitamine D43.