School moet zorgen voor ondersteuning wanneer een kind met ADHD dit nodig heeft. Je kunt je kind aanmelden bij een school van jouw voorkeur. Wanneer er extra ondersteuning nodig is, dan vertel je dit als ouder bij de aanmelding. De school kijkt dan of zij deze ondersteuning zelf kan aanbieden.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
De school moet zorgen voor ondersteuning als uw kind met ADHD of autisme dit nodig heeft. Lukt die extra hulp niet op de school van uw voorkeur? Dan krijgt uw kind ondersteuning op een andere school, zoals een speciale school.
Voor jeugdhulp kunt terecht bij het wijkteam van uw gemeente of het Centrum voor Jeugd en Gezin in uw gemeente. Jeugdhulp is bijvoorbeeld therapie voor uw kind, opvoedondersteuning of hulp voor uw gezin. Voor psychische behandeling en/of medicijnen kunt u ook terecht bij uw huisarts of bij de jeugdpsychiater.
Kinderen met ADHD hebben soms moeite met emotieregulatie. Daar kunnen ze weinig aan doen, dat heeft te maken met een minder goed functioneren van de executieve functies. Let dus goed op in situaties waar emoties aan te pas komen, zoals sportlessen, woordenwisselingen, enz.
De beste benadering in situaties als deze kan eenvoudigweg zijn om je kind eraan te herinneren dat hij moet doen wat je hem wilt laten doen. Straf is logisch als het overduidelijk is dat je kind uitdagend is – bijvoorbeeld als hij weigert het bed op te maken. Maar geef hem het voordeel van de twijfel.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Mensen die de stoornis hebben, hebben echter vrijwel alle symptomen en worden vanaf de kindertijd al belemmerd in hun functioneren. De problemen worden erger naarmate iemand ouder wordt, omdat er steeds meer verantwoordelijkheden bijkomen in het leven.
Twee sporten die vaak goed passen bij kinderen met ADHD, zijn badminton en tennis. Je leert je op de bal of de shuttle te concentreren. Als wedstrijden met winnen of verliezen te spannend is, kan je bij deze twee sporten ook prima alleen lekker trainen.
Kinderen met ADHD hebben meer dan gemiddeld structuur nodig. De hulpverlener doet zijn best om die structuur ook te bieden in de manier waarop hij met uw kind omgaat. Het is handig als ook andere mensen in de omgeving van uw kind dat doen.
Mensen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder herken je vaak aan de concentratieproblemen of het aandachtstekort. Daarnaast zijn ze vaak ook hyperactief en impulsief. Hyperactiviteit herken je aan niet stil kunnen zitten, wiebelen, vaak opstaan of druk en luid praten.
De vrijeschool is een onderwijsconcept dat is gebaseerd op persoonsvorming. Met het woord 'vrij' wordt bedoeld dat een leerling zich in vrijheid op elk vlak van zijn persoonlijkheid moet kunnen ontwikkelen. Daarom zijn er naast de gewone leervakken ook standaard veel creatieve- en doevakken.
In het kort. Bij ADHD is uw kind sneller afgeleid, drukker en/of doet het vaker dingen zonder na te denken dan andere kinderen van dezelfde leeftijd. Dit geeft problemen: thuis, op school en/of in het omgaan met andere kinderen. Als ouder kunt u training krijgen om hiermee om te gaan.
Gedragsprobleem. Maar ADHD is een gedragsprobleem, in verreweg de meeste gevallen. Dus hoort behandeling ervan thuis bij gedragsdeskundigen zoals (ortho)pedagogen en psychologen. Niet bij medici, die vaak een medische oplossing zoeken en medicijnen zullen voorschrijven.
In het regulier onderwijs zijn er scholen die geschikt zijn voor kinderen met autisme. Zij hebben bijvoorbeeld een leerkracht die is gespecialiseerd in autisme en kunnen de ondersteuning bieden die je kind nodig heeft. Kijk naar wat jouw kind nodig heeft en informeer bij de school of ze dat kunnen bieden.
Uit de review van Millichap en Yee (2012) komt naar voren dat een dieet met veel suikers en vetten ADHD verergert, en dat een ADHD-vriendelijk eetpatroon de symptomen kan verlichten. De auteurs adviseren om suikers, toegevoegde stoffen, conserveringsmiddelen en allergenen te schrappen.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.
Indien bij kinderen of jongeren met ADHD een medicamenteuze behandeling is geïndiceerd, kies dan als eerste stap methylfenidaat. Overweeg bij een kind of jongere met ADHD als er problemen zijn met therapietrouw bij het gebruik van kortwerkend methylfenidaat, over te stappen naar langwerkend methylfenidaat.
Wel blijken de hersenen anders te functioneren bij ADHD: de boodschapperstof dopamine is minder beschikbaar in de voor ADHD belangrijke gebieden, zodat die functies minder goed werken. Het gaat dan met name om functies als planning, aandacht en concentratie, motivatie, het korte termijngeheugen en de impulscontrole.