Als je bananenplant het naar z'n zin heeft, zul je al snel zien dat er 'jonkies' in de pot groeien. Deze kleinere planten kun je stekken om ze op te kweken tot een grotere bananenplant.
De bananenplant bestaat voor 80% uit water, en heeft dan ook veel water nodig. Zorg ervoor dat de potgrond constant vochtig is, door regelmatig kleine hoeveelheden water te geven. Zo voorkom je ook dat er een laagje water onder in de pot ontstaat. Als de Musa te weinig water krijgt, zullen de bladeren slap gaan hangen.
De bananenplant heeft in de zomer zeker elke dag water nodig. In de winter verdampt er minder water via de bladeren van de plant en is ongeveer twee keer per week water geven voldoende. Je geeft het water altijd van bovenaf aan de plant en niet via de wortels. De wortels kunnen wel gaan rotten als ze te nat zijn.
Vermeerdering en verpotten
De bananenplant kan zo'n 4 tot 5 jaar oud worden, dit is voor een kamerplant niet oud, maar eenmaal op leeftijd zullen uit nieuwe scheuten en wortelstokken weer nieuwe planten worden gevormd die aan de voet van de moederplant zullen verschijnen.
De Beste standplaats voor de Bananenplant is op een plek met veel zonlicht. Dit is de tropische kamerplant immers gewend in de natuur. Daarom een tip van onze kweker Aad: “de beste Bananenplant standplaats is 2 meter voor een raam op het zuiden. Laat hem maar lekker genieten van de zon!
De meest voorkomende oorzaak van een Bananenplant die dood gaat is een overschot aan water. Dat klinkt gek, want de Bananenplant houdt toch juist van veel water? Dat klopt, maar de wortels mogen nooit te lang in drassige grond blijven staan. Veel water geven zonder afwateringsmogelijkheid zorgt voor problemen.
Heeft jouw bananenplant last van gele bladeren? Dan kan het zo zijn dat de voeding uitgeput is en dat de plant voeding nodig heeft. Wanneer de bladeren aan de binnenkant van de bananenplant geel worden, krijgen ze te veel licht. Dit is op te lossen door de plant te een plek verder bij het raam vandaan te geven.
Flink bruine en/of hangende bladeren zijn meestal een teken van te weinig licht en/of te weinig water. Tijd dus om je plant te verplaatsen naar een plek met meer licht en nog eens goed te checken of je voldoende water geeft.
Om je stekje op water te zetten, vul je een vaasje met lauwwarm water. Zorg ervoor dat de luchtwortel in het water zit en ververs het water als het troebel wordt. Na een paar weken tot een maand zie je worteltjes ontwikkelen. Wanneer de wortels minstens vijf centimeter lang zijn, kun je de stek overzetten in aarde.
Een bananenplant stopt met groeien onder de 5 graden en de bladeren sterven af bij temperaturen onder de -2 graden. Wanneer over winterharde bananen gesproken wordt, bedoeld men altijd de ondergrondse wortels. De wortels kun je tegen de vorst beschermen met een mulchlaag, vliesdoek of jute.
Een bananenplant kan heel goed buiten staan maar zorg er wel voor dat de plant in een grote bak staat. Een bananenplant komt oorspronkelijk uit de jungle en heeft dus ruimte nodig. Zorg er ook voor dat de plant op een plek in de tuin staat waar hij genoeg zonlicht krijgt, hier is de bananenplant dol op!
In mijn ervaring verschijnt dit probleem vooral aan het begin van het voorjaar. De bananenplant groeit in de winter minder hard, doordat er minder licht is en de plant in winterrust gaat. Als de dagen weer langer worden in het voorjaar, krijgt de plant weer zin om te groeien.
Hoe groter de baby's des te meer wortels ze zullen hebben en kunnen gaan groeien in hun eigen potje. De baby's kunnen het beste zo'n 20cm groot zijn en dan mogen ze in hun eigen potje. Zoals je bij mijn bananenplant kunst zien zie je drie stekjes naast de grote mama plant staan.
De Cavendish is de belangrijkste soort voor onze eetbare bananen. De bananenplant op ons dressoir kan ook bananen geven. Zelfs eetbare. Het duurt vaak wel meer dan 3 jaar voor de eerste bloemen aan de plant komen, en deze zijn nodig voor de vruchten.
De Bananenplant, bananenboom, dwergbanaan of Musa is een mooie kamerplant met grote bladeren. Het is een plant die veel zonlicht nodig heeft. Ook verbruikt de plant, door de zonnige plek en de soort bladeren die veel water verdampen, veel water. Zorg dat de grond altijd lichtvochtig blijft, en vooral niet opdroogt.
Omdat er – als het goed is – elke week een nieuw blad aan de bovenkant uit het midden groeit is het heel normaal dat de onderste bladeren oud worden en uiteindelijk afsterven. Je kunt de bladeren dan het beste zo'n 5 centimeter van de steel afknippen.
Wat betreft de standplaats kan bananenplant alles hebben van veel licht tot half schaduw. De kluit mag altijd een beetje vochtig zijn, deze woonplant houdt wel van een slokje. Bananenplant vindt het heerlijk om af en toe een sproeibeurt te krijgen.
Door droge lucht kunnen de bladeren bruine randen krijgen, bruine plekken krijgen en/of gaan krullen. Om de lucht vochtiger te maken zet je schaaltjes of bakjes met water op de verwarming, en ga je door met besproeien.
De Bananenplant is ijzersterk: ze groeit goed en snel onder de meeste omstandigheden. Daarnaast staat ze graag in ze volle zon, iets wat veel andere populaire kamerplanten juist niet doen. Net zoals iedere plant moet je haar op de juiste manier verzorgen om haar in topvorm te houden.
In de nacht zijn de poriën van het blad dicht en verdampt een plant geen water. Maar de wortels nemen nog wel water op, waardoor er een overdruk van vocht in de plant ontstaat. Om dat overtollige vocht te verliezen, zijn er speciale waterklieren in de punt van het blad, waar je de waterdruppels ziet ontstaan.
Sterker nog: een bananenplant 'Musa' is best moeilijk. De bladeren krijgen snel bruine randen, gaan rafelen en hangen. Eigenlijk net als in de natuur, maar binnenshuis geven littekens van het leven toch een andere aanblik. De bruine randen komen vaak van te droge lucht.
Musa Basjoo (Bananenplant)
De Musa Basjoo is eigenlijk een buitenplant, maar kan ook in het klein in een mooie pot in de badkamer worden gezet! De bananenplant is gewend aan een tropische omgeving, een echte tropische kamerplant dus! De badkamer vindt hij daarom heerlijk.
De plant bloeit maar één keer en sterft daarna af.