Hij voelt dus heel goed wanneer hij vol zit en geeft dit meestal zelf ook aan. Je kan je dit merken, doordat je baby: Je tepel loslaat. Langzamer gaat drinken, met meer of langere pauzes tussen het slikken.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Een individuele baby mag gerust eens wat harder of wat minder hard groeien. Bij de lengtegroei zie je zelfs heel vaak van die kleine tussengroeispurtjes. Schommelingen zijn dus normaal, maar te grote afwijkingen zijn niet de bedoeling.
Een voeding zou rond de 20-30 minuten moeten duren. Als je baby de fles sneller leeg heeft, kijk dan eerst nog eens kritisch naar je voedhouding. Is de houding goed, kies dan voor een speen met een kleiner gaatje. Of las om de 20 slokken een kleine pauze in.
Enkele symptomen die je baby dan zou kunnen hebben zijn: Frequent teruggeven, vaak met pijn. Kokhalzen, verslikken/stikken, hoesten, boeren of frequent hikken. Een adem die ruikt (stinkt).
Als je baby voortdurend de rugspieren aanspant en het hoofdje achterover drukt, overstrekt de baby zich. Het lijfje is dan voortdurend strak en gespannen, wat een naar gevoel geeft. Daardoor huilt een baby die zich overstrekt vaak meer dan normaal.
De lucht die hierdoor in de maag zit, moet eruit. Als de lucht er niet uitkomt met een boertje, kan het later ook krampjes in de buik geven. Lucht in de maag geeft bovendien sneller een vol gevoel, waardoor je baby misschien eerder stopt met drinken terwijl je baby toch eigenlijk nog niet genoeg heeft gedronken.
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken. Het is aangeraden water maximaal 2 à 3 dagen in de koelkast (voorkeur HGR) te bewaren.
Adviezen bij teveel voeding
Geef je baby dezelfde borst als hij binnen 1-2 uur opnieuw wil drinken. Geef je baby eventueel de borst terwijl je op je rug ligt. Zo wordt de toeschietreflex afgeremd en kan je kind rustiger drinken.
Te snel drinken kan leiden tot krampjes. Bovendien leert je baby niet meer om goed naar zijn/haar eigen verzadigingssignalen te luisteren en kan je baby wellicht minder goed aanvoelen wanneer hij/zij vol zit. Ook kan het zijn dat de zuigbehoefte na zo'n korte voeding nog niet bevredigd is.
Zijn gewicht en grootte
Je baby groeit snel: gemiddeld wegen jongentjes na 3 maanden 5,8 kg en zijn ze 60 cm groot, meisjes wegen gemiddeld 5,3 kg en zijn gemiddeld 1 cm kleiner dan jongens van die leeftijd.
Een kind wordt als te groot beschouwd als de lengte naar leeftijd en geslacht meer dan twee standaarddeviaties (SD) boven het gemiddelde ligt. Voor het beoordelen van de groei is de lengte van de ouders belangrijk. Deze correleert met de streeflengte van het kind, ook wel target height genoemd.
Hij voelt dus heel goed wanneer hij vol zit en geeft dit meestal zelf ook aan. Je kan je dit merken, doordat je baby: Je tepel loslaat. Langzamer gaat drinken, met meer of langere pauzes tussen het slikken.
Sommige kinderen lopen meer risico op overgewicht dan anderen. L'Hoir noemt enkele risicogroepen. 'Er is bewijs dat heel zware zuigelingen (negenponders en meer) ook na de geboorte zwaar blijven. Een andere risicogroep zijn te vroeg geboren baby's die een zeer snelle inhaalgroei vertonen.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Jonge baby's kunnen nog niet zelfstandig in slaap vallen, dit moeten ze nog leren. Hierdoor kunnen ze onrustig worden of gaan huilen als het slapen niet lukt. Ze hebben nog jouw hulp nodig om in slaap te vallen. Zo kan het nodig zijn om je baby in slaap te wiegen of je baby valt in slaap tijdens de voeding.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Laag in nitraat: in sommige streken, vooral in de landbouw, kan het water veel nitraat bevatten. Dat is op zich niet schadelijk, maak nitraat kan zich omzetten in nitriet, en een teveel aan nitriet leidt tot onvoldoende zuurstoftransport in het bloed. Voor baby's is maximaal 25 mg nitraat per liter water veilig.
Kunstvoeding geven op kamertemperatuur kan inderdaad geen kwaad, maar (lichtjes) opwarmen mag inderdaad ook. Het is gewoon belangrijk om steeds de melk direct na de bereiding (tot max 15 minuten) aan de baby te geven.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Hij heeft geen extra water nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Liggend op je onderarm.
Je legt je baby zo neer dat hij met zijn gezicht van je af ligt. Je kunt het hoofdje van je baby ondersteunen door je hand te gebruiken. Nu kun je je baby iets naar voren laten buigen en zachtjes over zijn rug wrijven of zachtjes kloppen.
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Houd je baby vast en laat hem boeren.
Verplaats je baby langzaam naar je toe, zodat hij niet wakker wordt. Laat het hoofd of de kin van je baby op je schouder rusten en houd met een hand hun billen vast, zodat ze niet wegglijden. Leg je andere hand op de rug en tik dan rustig om het boeren te helpen.