Ondanks dat autisme niet te genezen is, kun je wel leren wat autisme is en wat dit voor jou betekent, bijvoorbeeld door middel van psycho-educatie. Daarnaast kun je door middel van hulp en/of behandeling op de gebieden waar je problemen ondervindt, beter om leren gaan met de klachten die je door autisme hebt.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
Er bestaan geen behandelingen waardoor ASS verdwijnt. Dat is ook niet het doel van een behandeling. Wel kun je hulp krijgen om beter om te gaan met de gevolgen van autisme. Dingen die je zelf kunt doen, maar ook dingen die anderen in je omgeving kunnen doen.
Hoewel ik er zelf moeite mee heb, zijn mensen met autisme vaak zeer goed in liegen. We verzinnen soms de meest waanzinnige verhalen, gewoon om het idee te wekken dat we ambitieus zijn. Onze motivatie is echter niet anders dan wanneer jij overdrijft of liegt.
Dubbele betekenissen of (woord)grapjes worden niet begrepen. Eigenaardigheden in taalgebruik. Bijvoorbeeld te luid praten, eentonig praten, letterlijk herhalen van woorden (echolalie), zelf woorden maken (neologismen). Grote moeite hebben in het gaande houden van gesprekken.
PDD-NOS. Dit is een mildere variant van autisme. PPD-NOS heeft verschillende kenmerken, maar je hebt bij deze vorm van autisme vooral moeite met spreken, schrijven en lezen.
Regelmaat, routine, voorspelbaarheid zijn een houvast voor iemand met autisme. Een partner en vrienden moeten zich daaraan aanpassen. Dat moet je kunnen. Het zich in een ander verplaatsen is voor iemand met autisme een haast onmogelijke opgave.
Een interessante theorie stelt, dat hersengebieden van mensen met ASS meer korte, lokale verbindingen bevat, terwijl er naar de wat verder weggelegen gebieden juist minder verbindingen zijn aangelegd. Er is, kortom, een lokale 'hyperconnectie' en een 'disconnectie' op afstand. Dit idee komt niet uit de lucht vallen.
11 januari 2019 – Een nieuw onderzoek van psychologen aan de universiteit van Kent toont voor het eerst aan dat volwassenen met autisme complexe emoties zoals spijt en opluchting bij anderen net zo makkelijk kunnen herkennen als mensen zonder de aandoening.
Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 jaar inplaats van 70.
Bedenk dat iemand met autisme niet onbeleefd wil zijn als hij of zij je niet aankijkt. Verwacht niet een reactie op jouw non-verbale communicatie zoals een boze gezichtsuitdrukking of gebaren. Als je wilt dat iemand reageert op wat je zegt, vraag er dan specifiek om ('luister naar wat ik vertel').
De persoon die als eerste de diagnose autisme kreeg, de Amerikaan Donald Triplett, is overleden. Triplett werd 89 jaar oud. Als 5-jarige werd Triplett voor het eerst onderzocht door een onderzoeker van de Johns Hopkins-universiteit, kinderpsychiater Leo Kanner.
Laat je kind boos zijn, maar begrens zijn of haar gedrag.Geef hem een kussen.Laat zien dat het goed is dat hij zijn boosheid ontlaadt zonder zichzelf of een ander te slaan. Misschien zijn er ook andere manieren die beter passen bij je kind om zich te ontladen.
Er bestaat geen behandeling of medicatie om autisme te genezen. Maar met de juiste hulp, zoals cognitieve gedragstherapie bij autisme, kunnen veel mensen met autisme wel naar school, werken en relaties met anderen onderhouden. De behandeling van autisme helpt om de symptomen ervan te verminderen.
Signalen van autisme zijn: (over)gevoeligheid voor prikkels: heftiger ervaren wat u ziet, hoort, ruikt, proeft, voelt. moeite hebben met veranderingen. moeite met relaties en sociaal contact.
Deze specifieke autisme symptomen zijn onder te verdelen in sociale en communicatieve beperkingen, vaste rituelen en moeite hebben met veranderingen. Vooral het begrijpen van lichaamstaal en het aanvoelen van de gevoelens van anderen is bij mannen vaak veel minder goed ontwikkeld dan bij vrouwen.
Als je autistisch bent, ziet de wereld om je heen er anders uit.Je hoort veel geluiden om je heen en ziet veel kleuren. Je hersenen kunnen al die informatie tegelijk moeilijk verwerken. Heftige beelden, veel geluiden, kleuren.
Autisme en narcisme kunnen beide naast elkaar en onafhankelijk van elkaar voorkomen. Dit betekent dat er een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) diagnose gemaakt kan worden, met daarnaast een comorbide Narcistische Persoonlijkheidsstoornis (NPS).
In het regulier onderwijs zijn er scholen die geschikt zijn voor kinderen met autisme. Zij hebben bijvoorbeeld een leerkracht die is gespecialiseerd in autisme en kunnen de ondersteuning bieden die je kind nodig heeft. Kijk naar wat jouw kind nodig heeft en informeer bij de school of ze dat kunnen bieden.
De DSM-5 geeft de ernst van de symptomen en kenmerken aan in drie graden, met een indicatie voor de ondersteuning die nodig is. Graad 1: je hebt problemen door tekorten in de sociale communicatie (verbaal en non-verbaal), interactie en gebrek aan flexibiliteit.
Iemand met autisme voelt onvoldoende aan wat een ander wil, tenzij hem of haar dat duidelijk wordt gemaakt. Daarnaast ervaren autisten aanrakingen vaak meer of minder intens. Zo kan het zijn dat iemand met autisme een veel sterkere of juist minder sterke aanraking of stimulans nodig heeft om opgewonden te raken.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Autistische volwassenen ervaren de volledige breedte van menselijke emoties, al ervaren ze wel vaker dan gemiddeld onplezierige emoties en hebben ze vaker dan gemiddeld moeite met het identificeren, beschrijven en uiten van hun emoties.