Dwingend/manipulatief gedragHet gedrag van iemand met autisme kan ook manipulatief overkomen. Vanuit een enorme behoefte aan duidelijkheid kan hij erg dwingend reageren in de ogen van een hulpverlener.
Autisme en narcisme kunnen beide naast elkaar en onafhankelijk van elkaar voorkomen. Dit betekent dat er een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) diagnose gemaakt kan worden, met daarnaast een comorbide Narcistische Persoonlijkheidsstoornis (NPS).
Mensen met autisme kunnen onderling veel verschillen, maar één ding hebben zij met elkaar gemeen: moeite hebben met het communiceren met anderen. Mensen met autisme vinden het vaak lastig om non-verbale signalen (intonatie, gezichtsuitdrukkingen en gebaren) goed te interpreteren.
Als ze boos zijn, dan zijn ze boos. Ze worden helemaal in beslag genomen door dat absolute gevoel. Daardoor zijn ze blind voor andere elementen in hun omgeving, die dat wat ze voelen in een ruimer kader situeren en dus zouden kunnen relativeren. Daardoor hebben ze veel minder controle over hun gevoelens.
11 januari 2019 – Een nieuw onderzoek van psychologen aan de universiteit van Kent toont voor het eerst aan dat volwassenen met autisme complexe emoties zoals spijt en opluchting bij anderen net zo makkelijk kunnen herkennen als mensen zonder de aandoening.
Dubbele betekenissen of (woord)grapjes worden niet begrepen. Eigenaardigheden in taalgebruik. Bijvoorbeeld te luid praten, eentonig praten, letterlijk herhalen van woorden (echolalie), zelf woorden maken (neologismen). Grote moeite hebben in het gaande houden van gesprekken.
Zorg voor een rustige omgeving, bijvoorbeeld met rustige kleuren.Doe samen dingen die ontspannen. Dat kan voor iedereen wat anders zijn, bijvoorbeeld meditatie, muziek luisteren, wandelen of in de tuin werken.
De meeste mensen met autisme hebben een 'speciale interesse' – een onderwerp waarmee ze ontzettend graag bezig zijn, vaak wel twee tot vier uur per dag. Bij mannen gaat het vooral om computers, gamen, muziek, bands en autisme en bij vrouwen om autisme, natuur, tuinieren, kunst en cultuur.
Communiceer positief: kinderen met autisme kunnen slecht tegen correctie en kritiek. Ze zien die namelijk niet aankomen, omdat ze de link tussen het gemaakte werk en jouw kritiek niet kunnen leggen. Bovendien zeg je met negatieve kritiek niet wat ze dan wèl moeten doen.
Mensen met autisme geven zelf vaak aan dat ze worden overvallen door een intens gevoel van stress en paniek, en dat een op het eerste gezicht kleine aanleiding, zoals een hard geluid, al snel tot enorme stress kan leiden. Er is dan geen ruimte voor reflectie, 'je wordt 'overweldigd' door de stress'.
Duidelijk en concreet communiceren
Mensen met autisme vinden het soms moeilijk om dingen als sarcasme, grapjes of beeldspraak te begrijpen. Ze nemen je woorden soms heel letterlijk. Het kan voor mensen met autisme ook moeilijk zijn om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden.
In onderzoek is aangetoond dat kinderen met autisme bijvoorbeeld vaak een veel hoger gehalte aan oxaalzuur of in urine of in het plasma hebben dan kinderen zonder autisme (2.5 – 3 .
Ook bij volwassenen met autisme komen ze regelmatig voor, maar niet altijd om de verwachte redenen. Sommige volwassenen met autisme huilen veel, maar vooral als reactie op overprikkeling of emotionele stimulering, niet zo zeer uit persoonlijk verdriet.
Iemand met autisme voelt onvoldoende aan wat een ander wil, tenzij hem of haar dat duidelijk wordt gemaakt.Daarnaast ervaren autisten aanrakingen vaak meer of minder intens. Zo kan het zijn dat iemand met autisme een veel sterkere of juist minder sterke aanraking of stimulans nodig heeft om opgewonden te raken.
Is autisme erfelijk? Als uw vader of moeder autisme heeft, is de kans dat u ook autisme krijgt ongeveer 15 tot 20%.Als twee mensen uit uw gezin deze psy chische aandoening hebben, is de kans dat u het krijgt 40%. Ter vergelijking: heeft u deze aandoening niet in de familie, dan is de kans op autisme ongeveer 1%.
Autistische volwassenen ervaren de volledige breedte van menselijke emoties, al ervaren ze wel vaker dan gemiddeld onplezierige emoties en hebben ze vaker dan gemiddeld moeite met het identificeren, beschrijven en uiten van hun emoties.
Mensen met autisme krijgen vaak signalen uit hun omgeving dat wie en wat zij zijn niet goed is.Emoties die eerst niet zichtbaar zijn, kunnen later opdoemen. Het is dus zaak om niet te snel te oordelen over hun reactie op bijvoorbeeld een overlijden. Zeker mensen met autisme hebben 'trage momenten' nodig.”
Autistische kinderen blijken toch empathisch
De 18 autistische kinderen bleken bijvoorbeeld goed in staat om de emoties van anderen te benoemen, om het perspectief van een ander aan te nemen en om empathisch te reageren op de gevoelens van anderen. Op al deze tests scoorden ze maar iets lager dan andere kinderen.
Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 jaar inplaats van 70.
Kenmerkend voor autisme wordt het verminderde vermogen tot sociaal contact gezien, moeite met communiceren, het vasthouden aan starre patronen, angst en een beperkt, repetitief of stereotiep gedragspatroon. Maar naast gedragsproblemen zijn er ook andere symptomen die veel mensen met autisme gemeen hebben.
Overprikkeling wordt vaak gezien als iets wat nou eenmaal bij autisme hoort, maar slechts weinig mensen realiseren zich dat ernstige overprikkeling een staat van psychisch lijden is die vergelijkbaar is met continue heftige pijn en dat het even ontregelend is als migraine, barenspijn of zenuwpijn. Je kunt niets meer.
dingen kwijtraken/vergeten. snel afgeleid zijn. rusteloosheid. overdreven veel, druk en/of luid praten.
Deze specifieke autisme symptomen zijn onder te verdelen in sociale en communicatieve beperkingen, vaste rituelen en moeite hebben met veranderingen. Vooral het begrijpen van lichaamstaal en het aanvoelen van de gevoelens van anderen is bij mannen vaak veel minder goed ontwikkeld dan bij vrouwen.
Met autisme naar het buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.