Het plaatsen van een PEG-sonde is relatief veilig. Direct nadat de sonde is geplaatst, kunt u wat last hebben van keelpijn. Dit gaat meestal na een dag over. Zoals bij iedere ingreep, kunnen in sommige gevallen complicaties optreden.
De volgende complicaties kunnen optreden: Tijdens de plaatsing van de PEG-sonde kunnen andere voorliggende organen aangeprikt worden. Tijdens de scopie kan uw kind zich verslikken waardoor er maaginhoud in de longen kan komen, met mogelijk een longontsteking tot gevolg. De insteekopening kan nabloeden.
Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
De sonde mag niet gedraaid worden! De dunnere sonde die door de PEG- sonde heen is gevoerd kan hierdoor namelijk terug krullen naar de maag. Het uiteinde van de sonde kan dan vanuit de darm in de maag terechtkomen.
Wat kan ik doen bij irritatie aan mijn neus, keel of slokdarm? Het kan zijn dat een voedingssonde irritatie geeft aan de neus, keel of slokdarm. Te dikke of te stugge sonde. Sonde drukt te lang op een plaats van de neus.
93% van de patiënten met sondevoeding had een passagestoornis van oesofagus of maag en 58% van de patiënten met PV had een ileus. De mediane overleving was 17 weken voor de patiënten met SV en 12 weken voor de patiënten met PV; 29% was overleden binnen 6 weken.
De eerste dagen na het inbrengen van de sonde voelt u deze steeds zitten. Vooral slikken geeft een vervelend gevoel. Meestal went u hier na een paar dagen aan. Om verstoppingen te voorkomen, is het belangrijk om de sonde frequent door te spuiten.
U kunt ook controleren of u maagsap op kunt trekken. Dit doet u door een lege spuit op het kraantje te zetten en vervolgens de spuit op te trekken. Komt het maagsap omhoog, dan weet u dat de sonde nog goed in de maag ligt. Krijgt u geen maaginhoud terug, wil dit niet zeggen dat de sonde niet goed zit.
Gebruik bij (dreigende) verstopping: Spuit maximaal 20 milliliter natriumbicarbonaat 4,2% in de sonde. Laat 15 tot 30 minuten inweken. Spoel na met minimaal 20 milliliter lauwwarm water. De kleinste flesjes natriumbicarbonaat 4,2% bevatten 100 ml en zijn volgens de fabrikant na openen 24 uur houdbaar.
Probeer de sonde met een 5 ml spuitje met lauw kraanwater door te spuiten. Herhaal dit enkele malen. Als het niet lukt zal de sonde vervangen moeten worden. Neem contact op met de behandelend arts of de verpleegkundig consulent en overleg hoe verder te handelen.
■ de PEG-sonde komt naar buiten.
binnenkant tegengehouden door een plaatje dat tegen de maagwand zit. Als de sonde eruit valt, kan het gangetje (fistelkanaal) erg snel dicht groeien. Dit kan al binnen enkele uren.
De neusmaagsonde is een dun buigzaam slangetje. Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Let op: ook al gebruikt u de PEG-sonde (tijdelijk) niet, spuit hem dan toch minimaal 1 keer per dag door. De PEG-J -sonde moet 4-6 keer daags doorgespoten worden met 20 ml lauwwarm water. De buitensonde minimaal 1 keer per week. Een goede verzorging van de PEG-sonde voorkomt problemen.
Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die je kind per dag nodig heeft, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines, mineralen en vocht. Dit zijn dezelfde hoeveelheden als middels de Schijf van Vijf wordt bereikt. Daarom valt sondevoeding binnen gezonde voeding.
Bij een sonde via de neus en keel blijft er voldoende ruimte over om daarnaast nog 'gewone' voeding te kunnen slikken als dat medisch gezien toegestaan is. Sondevoeding kan als volledig voeding worden ingezet maar ook als aanvullende voeding worden voorgeschreven.
Na elke toediening van sondevoeding moet u de sonde met 20-30 ml lauw water doorspoelen. Als u continu sondevoeding krijgt, dient u 4 tot 6 keer per dag de sonde door te spuiten om deze schoon te houden. Ook als de sonde niet wordt gebruikt, moet u deze wel 3 keer per dag doorspuiten met 20-30 ml water.
Bij plaatsing is er neus- en keelverdoving gebruikt. Wanneer deze uitwerkt, kunt u wat pijn in de neus en keel ervaren. Dit komt door de endoscoop die via uw neus en keel is ingebracht. Deze pijnklachten worden na een aantal dagen minder.
Schuif tijdens de slikbeweging de sonde rustig door totdat de markering op de sonde bij de neus zit. Controleer daarna of de sonde in de maag ligt. Als de sonde goed zit, plak deze dan meteen goed vast op de wang. Dan kan deze er niet meer uit glijden.
Een maaghevel zorgt ervoor dat de inhoud van de maag wordt geleegd. Hierdoor krijgen de maag en darmen rust waardoor u niet meer misselijk bent en niet meer braakt. De maaghevel blijft in principe een aantal dagen zitten. Hoe lang de maaghevel blijft zitten, is afhankelijk van de productie.
over een periode van 12 tot 24 uur wordt de sondevoeding druppelsgewijs toegediend (max. 200 ml/uur) met behulp van een toedieningssysteem. Intermitterend: een voorgeschreven portie (vaak 200 à 500 ml) wordt verscheidene malen per dag, met een vooraf bepaald interval, toegediend met behulp van een toedieningssysteem.
Door de PEG wordt een dunne sonde (de PEG-J) geplaatst. Doordat de PEG-J onder uw kleding zit, ziet niemand dat u een sonde draagt. PEJ staat voor Percutane Endoscopische Jejunostomie. Dit is een sonde die endoscopisch via de buikwand direct in het jejunum wordt gelegd.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.