Compost is in principe voor elke plant te gebruiken. Echter moet je wel uitkijken met planten die houden van zure grond (bijv. conifeer). In tegenstelling tot wat vele mensen denken is compost niet zuur.
Je kunt compost erg goed gebruiken om oude potgrond nieuw leven te geven. Over de tijd nemen je planten alle voedingsstoffen op. Door een goede dosis compost door je oude potgrond te nemen, zorg je ervoor dat er nieuwe voedingsstoffen in komen en dat de grond weer voldoende vocht vast kan houden.
Compost kan veel grond bevatten waardoor het organische stofgehalte tegenvalt. Een instabiele compost heeft een negatieve werking op het bodemleven met risico op schade. Naast negatief effect op het bodemleven is een instabiele compost ook giftig voor pas ontkiemende zaden.
Waarvoor gebruik je compost? Compost bevat veel waardevolle voedingsstoffen en verrijkt daardoor de grond van je tuin. Door de bodem tussen planten en struiken in je tuin of in je moestuin af te dekken met een laag compost, voed je de aarde. Hierdoor zal de bodem zowel boven, als onder de grond verbeteren.
De beste periode voor het strooien van compost is maart of april (voorafgaand aan het groei seizoen), of bij zware kleigrond in de herfst. Eenjarige planten en / of rozen hebben het meeste baat bij twee keer bemesten (juni). Compost op het gazon kan het beste ook twee keer per jaar worden gestrooid.
Compost wordt vaak gebruikt door moestuiniers om de structuur van hun bodem te verbeteren. Maar door te grote hoeveelheden te gebruiken, neemt het risico op uitspoeling van fosfor en stikstof in het oppervlaktewater toe, zo waarschuwt Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren.
Het composteren duurt ongeveer een half jaar tot een jaar. Het is daarbij wel belangrijk dat de composthoop op de juiste manier is opgebouwd. Lijkt je composthoop op rulle bosgrond? Dan is het genoeg gecomposteerd en kun je het gaan gebruiken.
Tomaten en aardappelschillen kunnen dus zeker geen kwaad voor de composthoop, ze zullen gewoon afbreken zoals al het andere organisch materiaal.
Wist je dat koffiedik een goede toevoeging is voor de composthoop? Het bevat veel voedingsstoffen, wormen mengen het snel door de composthoop en planten als Rododendron of Hortensia zijn er gek op! Bijkomend voordeel: het houdt ook de katten uit de tuin.
Als hij te vochtig is, moeten u de rottende delen verwijderen. U kunt er ook wat houtsnippers doorheen mengen om het vocht te absorberen. Compost moet eens in de twee maanden worden gekeerd. In dat geval zal hij aarde produceren waarmee u na zes tot maanden uw tuin kunt bemesten.
Tuinaarde is beschikbaar in veel verschillende kwaliteiten. Meestal is tuinaarde een gemengd product. Het bevat een deel veen (meestal Duitse tuinturf) en compost.
Er kan in de compost altijd nog materiaal zitten dat nog niet helemaal verteerd is. Wat na het ze- ven van de compost overblijft, kan dienen om de compostering van een nieuwe lading in de com- postbak in gang te zetten. Compostbak met twee compartimenten: u oogst de compost in de rijpingsbak (de 2de bak).
Alle gronden, ook humusrijke en veengronden, hebben regelmatig wat mest of compost nodig. Hoeveel dan? Als richtlijn kan aangehouden worden zo'n 300 liter per 100 m2 per jar. Dat mag ook wel 600 liter om het andere jaar zijn, maar niet een keer in de bijvoorbeeld 5 jaar een grote hoeveelheid geven.
Voor ieder vierkante meter aan grond is 8 tot 15 kilo compost noodzakelijk in de bodem. Als dit goed uitgevoerd wordt, ontstaat er een bodem die kruimelt. Dat is omdat de compost samen met de bodem gemengd wordt. Als er grote stukken tussen zitten, kunnen deze losgewerkt worden met een hark.
Hoe dik ga je die compost leggen? Normale bodemverbetering is een 3m³ compost per 100m², dat geeft een laagdikte van cc 3 cm. Deze dikte is niet voldoende om onkruidzaden tegen te houden. Het zaad zal enkel wat trager kiemen.
De aardappelziekte: Als de schil rotte plekjes heeft, is het niet verstandig deze bij de compost te doen. Het kan zijn dat er de Phytophthora schimmel op zit. Deze schimmel kan via de compost worden overgedragen op levende planten en bloemen.
Vermits er in de wintermaanden niet zo veel klussen om handen zijn in de tuin, is het omzetten van de composthoop ideaal om te doen in deze periode. Als het koud is of vriest, valt het composteerproces grotendeels stil. In de zomer zal je merken dat hoe vaker je de compost omzet, hoe sneller de hoop afval zal verteren.
Compost bestaat uit plantenresten die grotendeels zijn verteerd tot kleine stukjes organische stof. Door compost over de moestuin te verspreiden, voeg je dus organische stof toe aan de bodem. Organische stof zorgt voor verbetering van de grond en levert voedingsstoffen voor de groei van groenten en fruit.
Een keer in de week omscheppen is misschien ideaal, maar ik probeer het tenminste een keer per maand te doen. Vraag 2: Hoe komt het dat organisch materiaal inzakt? Voeg water toe. Als de inhoud erg droog is, voeg je een beetje water toe.
Vooral mos (uit je gazon) verteert moeilijk. Daarom is het van belang, als je bezig bent met omzetten, de laag mos goed te verdelen, en te vermengen door de hele hoop compost.
Zet je compostvat of je compostbak op een zonnige plaats. We raden hierbij aan om het compostvat op tegels of een houten palet te plaatsen, zodat het overtollige vocht kan wegsijpelen en de compostdiertjes hun weg vinden naar het materiaal.
Bij aanleg van gazon: 8 tot 10 kg/m2 oppervlakkig verdelen en 10 cm diep inwerken. Gebruik bij voorkeur fijne compost. Bij beplantingen: 8 tot 10 kg/m2 oppervlakkig verdelen en 15 tot 20 cm diep inwerken. Bij grote planten (bomen) wordt 20 % compost rechtstreeks in het plantgat gemengd.
Compost voedt de bodem. Compost bevat kleine hoeveelheden voedingsstoffen die geleidelijk vrijkomen. Een laag van 2 cm compost opbrengen en goed door de bovenste 20 cm van de grond mengen. Per 100 vierkante meter heeft u 2 kubieke meter (circa 1400 kilo) nodig.
Als vuistregel strooi je in het voorjaar: Zeer veel compost (8 tot 10 kg/m²): spinazie, prei, de meeste kolen. Veel compost (6 tot 8 kg/m²): sla, andijvie, warmoes, selder, peterselie, kervel, koolrabi, suikermais, augurk, courgette, pompoen, komkommer, meloen, tomaat, aubergine, paprika, pepers en aardbei.