Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
Zowel autisme (zeventig procent) als ADHD (twintig procent) hebben ook veel comorbide stoornissen, dus bijkomende diagnoses, angst, gedragsproblemen. In die zin is er ook overlap in bijkomende problematiek. ' Autisme en ADHD zijn twee verschillende ontwikkelingsproblemen, maar ze kunnen overlap in symptomen hebben.
De afkorting staat voor Attention Deficit Disorder. Het werd gezien als een stoornis waarbij mensen problemen hadden met aandacht en concentratie. Je kunt de naam ADD nog wel regelmatig tegenkomen. Tegenwoordig is deze stoornis officieel een soort binnen de diagnose ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder).
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Volgens autisme-expert Professor Hilde Geurts zit het kernverschil vooral in het sociale contact: mensen met autisme hebben blijvend moeite met communicatie omdat ze zich 'sociale wetten' simpelweg niet kunnen eigen maken. Bij mensen met ADHD gaat het om andere reden vaak mis in de communicatie.
Behoefte aan structuur : geeft letterlijk houvast en er ontstaat minder chaos in denken en doen. Angsten: vaak ontstaan er angsten die overlap hebben zowel bij autisme als ADHD. (Plotselinge) veranderingen zorgen voor chaos en onduidelijk. Dit kan storend gedrag uitlokken zowel bij mensen met ADHD als bij autisme.
Mensen met ADHD uiten dat meer fysiek dan mensen met ADD. Daarnaast is iemand met ADD meer een dagdromer terwijl iemand met ADHD meer een doener is, meer met zijn ideeën daadwerkelijk aan de slag gaat. Uiteraard zijn er ook voldoende overeenkomsten tussen ADHD en ADD.
Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn. En ik heb bijvoorbeeld veel moeite met het huishouden.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.
Als je aan ADD lijdt, heb je een tekort aan de neurotransmitters dopamine en noradrenaline. Hierdoor wordt de informatie die naar de hersenen gaat minder efficiënt geregistreerd. Ook verandert de activiteit in bepaalde hersengebieden hierdoor.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
De meest gebruikte geneesmiddelgroepen zijn antipsychotica (met name Risperdal en Dipiperon) en het anti-ADHD middel Ritalin. Maar ook homeopathie, vitamines, clonidine (een middel tegen migraine en hoge bloeddruk), het antidepressivum paroxetine en het rustgevende middel oxazepam werden vaak genoemd.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
Broers en zussen kunnen bang zijn voor het onvoorspelbare gedrag van hun broer of zus met ASS of zich daarvoor schamen. Ook jaloezie komt voor. Sommigen maken zich al op jonge leeftijd zorgen over de toekomst, bijvoorbeeld over wie voor hun broer of zus gaat zorgen als de ouders dat niet meer kunnen.
Inlevingsvermogen en empathie
Het idee dat mensen met autisme geen inlevingsvermogen hebben, is achterhaald. De ontwikkeling van het inlevingsvermogen kan wel anders verlopen dan bij mensen zonder autisme. En dat kan leiden tot misverstanden in een (liefdes)relatie.
Sociale druk
Een deel van de mensen met autisme heeft eigenlijk weinig behoefte aan vrienden. Maar dan is er vaak wel veel sociale druk om toch vriendschappelijk met mensen om te gaan.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Zij reageren niet impulsief, maar eerder wat langzaam. Ze voelen zich anders dan anderen. Mensen met ADD presteren vaak onder hun niveau terwijl ze wel dingen goed snappen en aanvoelen. Ze kunnen soms slecht voor zichzelf opkomen of te veel van zichzelf vragen, met kans op baanverlies als gevolg.
Eén mogelijkheid is dat ADHD een voorloper is van de persoonlijkheidsstoornis, wat de mogelijkheid doet opperen dat het disfunctioneren van volwassenen met ADHD ten dele toe te schrijven is aan niet-gediagnosticeerde persoonlijkheidsstoornissen.