Agressie is handelen waarbij bewust of onbewust schade wordt toegebracht. Dikwijls gaat het om schade aan personen of materiaal. Het gedrag dat hiermee gepaard gaat, overschrijdt de grenzen van wat algemeen acceptabel is.
Als mensen op een constructieve manier met hun boosheid kunnen omgaan hoeft woede niet tot problemen te leiden. Wanneer iemand duidelijk zijn of haar grenzen aan kan geven, goed voor zichzelf kan opkomen en aan kan geven waar hij of zij behoefte aan heeft, noemen we zo iemand assertief en dat is gezond.
Het kan agressie als (levens)energie activeren. De negatieve uitingsvorm van agressie wordt hier agressief-gewelddadig gedrag genoemd. Een positieve uiting is bijvoorbeeld strijdbaar zijn tegen een slopende ziekte of het afreageren in opruimen. Niemand wordt zomaar agressief-gewelddadig.
Er zijn verschillende manieren om met de gevoelde boosheid om te gaan. Je kunt je boosheid uiten, of niet uiten. Je boosheid uiten kan gebeuren op een adequate manier, maar ook op een niet- adequate manier. Wanneer boosheid direct en op een niet-ade- quate manier wordt geuit, spreken we van agressie.
Kritiek op hun gedrag leidt in hun gedachte vaak direct tot het onderuithalen van hen als persoon. Ze reageren in dit soort gevallen vaak met woede, maar verbergen daarmee de onmacht, onzekerheid en schaamte die ze diep van binnen voelen.
Agressie is volgens psychologen een aangeleerde gewoonte, het is dus iets anders dan de emoties waar je mee geboren wordt, zoals blijdschap, angst of boosheid. Ieder mens heeft zijn eigen opvoeding genoten, in zijn eigen omgeving. Agressie kan daarom bij iedereen anders zijn.
Wie emoties opkropt, wordt op den duur ziek of raakt gefrustreerd. Af en toe je boosheid ventileren, is dus best gezond. Maar als je andermans grenzen overschrijdt, (bewust) schade berokkent aan iets of iemand, of als je met je woede iets probeert te af te dwingen ten koste van de ander, dan is er sprake van agressie.
Net zoals trillen een fysiek signaal van irritatie is, kunnen andere bewegingen ook indicatief zijn voor opkomende agressieve uitingen. Voorbeelden hiervan zijn het schudden met een vinger of het hoofd, het ballen van een vuist, of rusteloos schuifelen met een voet.
Antisociaal gedrag: Als je antisociaal gedrag laat zien word je niet alleen vaak boos, maar doe je ook dingen die echt niet mogen. Bijvoorbeeld schreeuwen, pesten, liegen en vechten. Ook maak je wel eens dingen stuk of steel je. En het kan zijn dat je weleens spijbelt of wegloopt.
Agressie en geweld worden vaak in één adem genoemd maar zijn niet hetzelfde. Iedere vorm van gewelddadig gedrag is altijd agressief, maar andersom zijn agressieve gedragingen niet altijd gewelddadig.
Lichamelijke reacties
Direct na een gewelddadige gebeurtenis ontstaan vaak reacties als trillen, slappe knieën, transpireren en hartkloppingen. Alles lijkt vreemd en onwerkelijk. Helder denken is moeilijk, net als praten over de schokkende gebeurtenis.
Het gaat dus om feitelijke agressie én om gevoelens van onveiligheid die worden veroorzaakt door vijandig, vernederend of intimiderend gedrag.
Wat is passief agressief gedrag? Passief agressief betekent eigenlijk 'vermomde vijandigheid'. Bij een passief-agressieve houding uit je jouw gevoelens op een manier die vervelend is voor de ander. Een ruzie kap je af door bijvoorbeeld te zeggen: 'laat nu maar zitten!
Kalmeren en confronteren. Kalmeren: uit laten razen, actief luisteren, begrip tonen, vragen stellen, vragen beantwoorden/informatie geven, houd voldoende afstand; Confronteren: gedrag benoemen, grenzen aangeven, consequentie aangeven, keuze bij de agressor laten.
Agressie kent diverse uitingsvormen: ➢ verbaal (schelden, beledigen, vijandige boodschappen uitzenden, bedreigen); ➢ psychisch (lastig vallen, onder druk zetten, intimideren, bedreigen, irriteren); ➢ fysiek (dreigende houding aannemen, schoppen, slaan, bijten, vastgrijpen).
Bijna altijd komt boosheid voort uit frustratie of je miskend voelen. Door die gevoelens te erkennen en een plek te geven kun je de oorzaak wegnemen. Dat zorgt ervoor dat je het je ook op de lange termijn lukt om je boosheid te beheersen of zelfs te laten verdwijnen.
Een paniekaanval gaat vaak gepaard met angst voor de dood en de angst 'het verstand' te verliezen. Herken je dit? Wist je dat de oorsprong van een paniekaanval te vinden is bij langdurig opgekropte emoties? Vooral boosheid en verdriet kunnen heel lang en diep zijn weggestopt.
Kort gezegd is boosheid een emotie waarbij er uiting wordt gegeven aan onderliggende frustraties. Een frustratie die overal over kan gaan, onbegrip van de omgeving of juist onbegrip over jezelf. Op het moment dat frustratie toeneemt, neemt ook de emotionele spanning toe.
Vaak duurt een woedeaanval niet heel lang. Soms maar een paar minuten, maar het kan ook veel langer duren. Soms zelfs een half uur of langer. Hoe een woedeaanval er precies uitziet is bij elk kind anders.
Frustratie-agressie is een van de meest voorkomende vormen van agressie. Het ontstaat door een opeenstapeling van irritaties en negatieve ervaringen. Uiteindelijk zorgt dit voor een uitbarsting van emoties. Frustratie-agressie is daarom ook niet gericht aan jou: het is woede die iemand richt op zichzelf.
Boosheid kan enorm veel oorzaken hebben. Meestal is woede een reactie op een situatie die ons in gevaar brengt. Bijvoorbeeld als anderen handelen op een manier die niet in overeenkomst is met onze belangen, wanneer ons iets ontzegt wordt of wanneer we ons doel niet kunnen bereiken.