Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens de wet gesteld. Net als art. 18 Gw wordt ook art. 19 Gw tot de sociale grondrechten gerekend en net als art.
Iedere Nederlander mag zelf kiezen wat voor werk hij wil doen. In de wet staan de uitzonderingen. In de wet kan ook staan dat iemand anders uitzonderingen mag maken.
Absolute grondrechten zijn grondrechten die niet beperkt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op foltering uit artikel 3 van het EVRM. Deze mogen dus nooit beperkt worden ook niet tijdens een noodtoestand.
In artikel 7 van de Grondwet staat dat niemand voorafgaand toestemming nodig heeft van de overheid om iets te zeggen of te schrijven in het openbaar.
Het arbeidsrecht regelt alle zaken met betrekking tot de rechten en plichten over de verhouding tussen een werkgever en een werknemer. Een werknemer is een persoon die arbeid verricht ten behoeve van een ander tegenover een bepaalde loon. Een ander, dus de werkgever, kan een persoon, bedrijf of een organisatie zijn.
De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen in Nederland voldoende inkomen heeft om van te kunnen leven. Nederlanders die dat niet op eigen kracht lukt, komen in aanmerking voor een uitkering. De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid.
Niemand kan de doodstraf krijgen. Niemand kan de doodstraf krijgen. Hoe erg de misdaad ook is, een Nederlandse rechter kan niemand ter dood veroordelen. Ook niet in een bijzondere situatie.
Waarom mag de rechter dat niet? De rechter mag dat niet omdat de Eerste en Tweede Kamer en de regering de wetten hebben gemaakt. Alleen de regering en de Eerste en Tweede Kamer mogen iets te zeggen hebben over de regels die voor iedereen gelden.
Uit artikel 93 van de Grondwet volgt dat een ieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties verbindende kracht hebben jegens burgers en rechtspersonen nadat zij zijn bekendgemaakt. Deze bekendmaking vindt plaats in het Tractatenblad.
Mensenrechten beschermen in Nederland
Zo is bescherming van privacy een mensenrecht. Ontwikkelingen in de ict kunnen dit recht in gevaar brengen. De overheid bekijkt daarom voortdurend of nieuw beleid of regelgeving nodig is om mensenrechten beter te beschermen.
Mensenrechten in nationale grondwetten worden ook wel grondrechten genoemd. De Grondwet bevat burgerrechten en politieke rechten, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting en het kiesrecht.Ook bevat de Grondwet sociaaleconomische grondrechten.
De rijksoverheid mag burgers verplichten belasting te betalen. Welke belastingen burgers moeten betalen, staat in de wet. Werknemers betalen bijvoorbeeld loonbelasting over het loon dat zij verdienen.
Artikel 21
De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.
Iedereen heeft het recht om zelf te bepalen wat er met zijn lichaam gebeurt.
Artikel 20 waarborgt bescherming met betrekking tot veroordeling voor misdrijven en Artikel 21 beschermt het recht op leven en vrijheid van een individu . Deze rechten worden beschouwd als inherente mensenrechten en niet alleen die welke worden gegarandeerd door de Grondwet.
Het burgerlijk recht alsmede het arbeidsrecht, het sociaal zekerheidsrecht, het handels- en vennootschapsrecht en het civiele aansprakelijkheidsrecht vormen samen het materieel privaatrecht. Het formeel privaatrecht is de civiele rechtspleging, dit is het burgerlijk procesrecht of gerechtelijk recht.
Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of privaatrecht genoemd. Onder het civiel recht vallen onder meer familie- en jeugdrecht, erfrecht, arbeidsrecht, sociaal-zekerheidsrecht, huurrecht, vermogensrecht, handelsrecht en aansprakelijkheidsrecht.
Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.
Artikel 12 biedt bescherming tegen het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Dit is alleen geoorloofd in bij of krachtens de wet bepaalde gevallen. Of een ruimte als woning valt aan te merken, wordt niet zonder meer bepaald door uiterlijke kenmerken als de bouw en de aanwezigheid van huisraad.
“Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.”