We vergelijken het Diploma van Secundair Onderwijs in de richting Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) met een vwo-diploma.
Het algemeen secundair onderwijs (aso of a.s.o.), vroeger en nu ook nog vaak in spreektaal humaniora genoemd, is een onderwijsvorm in Vlaanderen. Het aso volgt op de eerste graad (de observatiegraad) van het secundair onderwijs en wordt ingedeeld in een tweede (de oriëntatiegraad) en derde graad (de determinatiegraad).
Het vwo is zesjarig; na de onderbouw dus nog drie jaar. De leerling kiest een van vier profielen, die deels uit vaste vakken bestaan, ten dele uit profielgerelateerde, en dan nog uit een vrije keuzeruimte. Ieder profiel bereidt vooral voor op (studierichtingen in) het wetenschappelijk onderwijs.
Het vwo is een onderwijssoort in het voortgezet onderwijs, die vooral bedoeld is als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs. Het vwo heeft zes leerjaren. In de bovenbouw (leerjaren 4, 5 en 6) kan gekozen worden uit vier profielen.
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Het vwo duurt 6 jaar.
Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)
Functie van het diploma: toegang tot het hoger onderwijs. Diploma: Diploma van Secundair Onderwijs, richting Algemeen Secundair Onderwijs (ASO).
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Vwo'er is voor de gewone mensen, Gymnasiast hoor je vaak ouders hun kind noemen om even duidelijk te maken dat ze exceptioneel zijn. Zijn ze ook maar dat is elk kind, punt uit. Gymnasium is niet zomaar iets, het gewoon VWO+ omdat je verplicht bent grieks/latijn te hebben.
Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs. Leerlingen worden in het voortgezet onderwijs voorbereid op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo).
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Het technisch onderwijs (TSO) biedt net als het algemeen secundair onderwijs een theoretische opleiding, maar biedt daarnaast ook keuzevakken die concreter en technischer zijn. Het beroepsonderwijs (BSO) laat toe om meteen na de studies een beroep uit te oefenen. Het is sterk op de praktijk gericht.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs. Het BSO is een praktijkgerichte onderwijsvorm waarin de jongere naast algemene vorming vooral een specifiek beroep aanleert. Het KSO koppelt een algemene ruime, vorming aan een actieve kunstbeoefening.
Eindexamen Middelbare School
Leerlingen die het VWO doen, doen eindexamen in het 6e jaar als ze 18 worden. Gebruik de bovenstaande tool om het eindexamenjaar van de middelbare school in Nederland te berekenen.
De logische onderbouw is de richting Humane wetenschappen in de 2de graad ASO.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Een hbo-opleiding leidt mensen op voor hogere functies bij de overheid of in het bedrijfsleven, zoals verpleegkundige, accountant of bouwkundig ingenieur. Hbo-opleidingen volg je aan een hogeschool. Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is het hoogste niveau. Een wo-opleiding volg je aan een universiteit.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Waarom zou je eigenlijk vwo gaan doen? De meest voorkomende reden om vwo te gaan doen is dat je daarna naar de universiteit kan. Zo wilde Jaimie bijvoorbeeld Sterrenkunde studeren en was Wouts voorkeur Biologie. Er zijn ook leerlingen die het nog niet weten en vwo doen om straks meer keuze te hebben.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Vwo-leerlingen volgen meer vakken en meer onderwerpen per vak. Dit komt vooral tot uiting in de bovenbouw. In de onderbouw zijn de inhoudelijke verschillen klein en bestaat er een grote overlap in de tussendoelen voor havo en vwo.
Aangezien er nog geen wettelijk doorstroomrecht is, kunnen scholen zelf bepalen welke eisen zij stellen voor toelating van havo-gediplomeerden tot het vwo. Bijna alle scholen met een vwo-afdeling stellen dergelijke eisen.
Bij veel studies is het een voordeel als je gymnasium hebt gedaan, denk bijvoorbeeld aan geneeskunde, biologie, rechten, maar ook aan filosofie en studies over taal en cultuur. Houd je meer van exacte vakken? Ook dan is het volgen van Latijn en Grieks voor jou een aanrader.
Het algemeen voortgezet onderwijs kent de volgende schoolsoorten: vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) met een duur van zes jaar; hieronder vallen het atheneum, het gymnasium en het lyceum (een combinatie van atheneum en gymnasium); havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) met een duur van vijf jaar.
Voor de overstap van havo of vwo naar het mbo zonder diploma geldt als vooropleidingseis dat je minimaal de eerste drie jaren van het havo of vwo hebt afgerond. Als je hieraan voldoet, dan heb je recht op toelating tot het mbo.
Nee, dat kan niet. Bij wet zijn er toelatingseisen; ofwel een MBO niveau 4 diploma, ofwel havo of vwo diploma. Overgang van 5 naar 6 vwo is niet voldoende, een toelatingstest kan pas op je 21e.