Veel mensen denken nog steeds dat het iemands eigen schuld is als hij of zij verslaafd is. En dat diegene geen wilskracht of ruggengraat zou hebben. Maar dit is niet juist. Al jaren is verslaving terecht erkend als een psychische aandoening (een ziekte).
Vooroordelen zoals 'verslaafd worden is je eigen schuld, ze doen het zichzelf aan, losers zijn het' zorgen ervoor dat mensen met een verslaving vaak afgewezen, gemeden of buitengesloten worden. Wie een verslaving heeft, ervaart niet alleen de gevolgen van die verslaving zelf, maar ook van deze reacties.
Er is niet één oorzaak voor het ontstaan of het blijven bestaan van een verslaving. Biologische, psychische en sociale factoren spelen daarbij een eigen, wisselende rol. Niet iedereen raakt verslaafd.
In de ene familie komt verslaving vaker voor dan in de andere. Kinderen, waarvan 1 of beide ouders aan alcohol verslaafd zijn, hebben een grotere kans verslaafd te raken dan andere kinderen. En ze ontwikkelen een alcoholverslaving op veel jongere leeftijd dan anderen. Bij jongens geldt dit sterker dan bij meisjes.
Wie eenmaal verslaafd is blijft levenslang gevoelig voor alcohol, drugs of andere verleidingen. Verslaving is een ziekte, die kan ontstaan door psychische oorzaken, maar die niet verdwijnt wanneer de oorzaak is weggenomen.
Onderzoekers schatten in dat ongeveer de helft van je verslavingsgevoeligheid bepaald wordt door genen die een rol spelen in de dopaminehuishouding en je gevoeligheid voor de verslavende stof. Of je verslaafd raakt, hangt echter af van veel meer factoren dan alleen je erfelijke aanleg.
Een verslaving kan je gedrag veranderen. Interesse voor anderen kan afnemen doordat je vooral met het middel bezig bent. Je kunt dan voorrang geven aan het drugsgebruik ten koste van familie of vrienden. Deze ontstaan als iemand door het gebruik niet meer functioneert op zijn werk en zijn baan verliest.
Er zijn twee soorten verslavingen. Namelijk de verslaving aan stoffen/middelen en verslaving aan gedrag/handelingen. Bijvoorbeeld een verslaving aan alcohol, nicotine of drugs. Bij een verslaving aan stoffen of middelen wordt de verslaving in stand gehouden door het blijven gebruiken van middelen.
Die moeten eerst worden behandeld voordat je je verslaving kunt aanpakken' Verslaving komt vaak samen voor met psychische klachten, zoals depressie of angstklachten. Vaak denken mensen dat verslaving is ontstaan door deze psychische klachten.
Bij een verslaving heb je geen controle meer over het gebruik van middelen of over bepaald gedrag. Je wil bijvoorbeeld stoppen met gebruiken, maar dat lukt steeds maar niet. Je kunt verslaafd zijn aan middelen zoals alcohol of drugs, maar bijvoorbeeld ook aan gedrag zoals gokken of gamen.
Je ervaart een sterk verlangen om te gebruiken. Door gebruik schiet je tekort op het werk, school of thuis. Je blijft gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op sociaal of relationeel vlak. Door gebruik heb je hobby's, sociale activiteiten of werk opgegeven of sterk verminderd.
Alcoholverslaving, oftewel alcoholisme is verreweg de meest voorkomende vorm van verslaving en komt in alle lagen van de bevolking voor.
Neurotransmitters en verslaving
Bepaalde activiteiten of middelen prikkelen het beloningscentrum dusdanig, dat het brein als het ware overspoeld wordt door een golf van neurotransmitters. Dit kunnen 'gelukstofjes' zijn zoals dopamine en serotonine, die worden afgegeven aan hiervoor bestemde receptoren in de hersenen.
Ieder mens heeft aandacht en liefde nodig. Maar wanneer je last hebt van een ziekelijke drang naar aandacht en bevestiging, is de kans groot dat je verslaafd bent aan aandacht. Je kunt voor goede begeleiding terecht bij Trubendorffer – Hulp bij verslaving en dubbele diagnose.
Relatieverslaving ontstaat vaak al in de kindertijd. Wanneer je bent opgegroeid in een ongezonde gezinsdynamiek, is de kans groot dat je als volwassene een partner kiest waarmee je ook in een ongezonde dynamiek recht komt. Het patroon herhaalt zich vaak in intieme relaties.
Een relatieverslaving is een gedragsverslaving. Dit zijn verslavingen waar geen middel wordt genomen maar waarbij de gedragingen de verslaving zijn, bijvoorbeeld gamen of gokken. Deze verslavingen worden uit zichzelf niet beter.
Iemand met een verslaving kan liegen, manipulatief zijn en in het algemeen ontkennen dat ze een probleem hebben. Dit is typisch gedrag voor iemand die worstelt met een verslaving. Het betekent niet dat uw partner of naaste immoreel of een slecht persoon is, zelfs als ze in problemen komen hierdoor.
Psychische en lichamelijke gevolgen middelengebruik
Jongeren lopen meer risico op lichamelijke problemen door middelengebruik, omdat hun lichaam en hersenen nog niet volgroeid zijn. Middelengebruik kan ook leiden tot gedragsproblemen, concentratieproblemen, depressie, angsten en psychoses.
Enkele van de meest voorkomende dubbele diagnoses zijn depressie, angst, bipolaire stoornis, antisociale persoonlijkheidsstoornis en schizofrenie. Mensen raken vaak verslaafd door zelfmedicatie te proberen. Een veel voorkomende reden waarom mensen gaan drinken, is bijvoorbeeld het verlichten van sociale onrust.
Een relatieverslaving is een complexe gedragsverslaving waarbij iemand obsessief vast blijft houden aan een ongezonde, liefdeloze relatie, ondanks vaak psychische en lichamelijke schade die een partner de ander toebrengt.
Bij een minder goed functionerend beloningscentrum zal het gebruik van drugs bij de betrokken persoon een zeer krachtige en positieve ervaring opleveren. Hierdoor zijn zij vatbaarder voor verslaving. Deze genetische structuur is erfelijk bepaald.
Elke dag een fles wijn drinken is niet gezond. Probeer je alcoholgebruik te beperken tot maximaal één glas per dag en drink wekelijks twee dagen achter elkaar niet.