Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie. Dat is ook het geval in het Groene Boekje.
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk.Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
Het woordgeslacht van "boek" is onzijdig (het boek, het wordt veel verkocht), dat van "soep" is vrouwelijk (de soep, zij brandt aan) en dat van "computer" is mannelijk (de computer, hij staat heel de tijd aan).
Diernamen als hond, olifant en papegaai hebben van oorsprong een mannelijk woordgeslacht. Er wordt naar verwezen met de mannelijke voornaamwoorden hij, hem en zijn.
Bekijk de vertaling van yoghurt hier: Yoghurt in het Duits Joghurt (geslacht: mannelijk)& (geslacht:onzijdig)
College is dus een onzijdig woord. In dit artikel een aantal tips om het woordgeslacht van zelfstandige naamwoorden te herkennen.
Als een woord op -heit, -keit, -ung, -schaft, -tät eindigt, gaat het altijd om een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. Om een aantal voorbeelden te noemen: die Gesellschaft, die Möglichkeit, die Realität. Ook bijna alle woorden die op -e eindigen, zijn vrouwelijk, bijvoorbeeld die Lampe.
Bloemen kunnen zowel eenslachtig als tweeslachtig zijn. In het eerste geval bezit de bloem enkel de mannelijke of enkel de vrouwelijke voorplantingsorganen. Er zijn dus mannelijke bloemen, welke enkel meeldraden bezitten, en vrouwelijke bloemen welke enkel een of meerdere stampers bezitten.
Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners, België en zijn bijzondere bieren en Nederland en zijn Deltawerken.
De stamper is het vrouwelijke geslachtsorgaan van bedektzadigen, dat zijn alle planten met bloemen. Een stamper bestaat uit een of meer vergroeide vruchtbladen (carpellen). Aan een stamper is te onderscheiden: een vruchtbeginsel, een stijl en een stempel.
Planten hebben geen hart dat 'bloed' rondpompt. Door verdamping in de bladeren wordt het water naar boven gezogen. Door de worteldruk lopen planten in het voorjaar uit en gaat water in een boom helemaal omhoog van de wortels naar de top.
Een bloem met alleen één of meer stampers is een vrouwelijke bloem; een bloem met alleen meeldraden is een mannelijke bloem.
Van een mens zijn mond, nek, boezem, ellebogen, vingers, nagels en voeten mannelijk; neus, lippen, schouders, handen en tenen vrouwelijk; en haar, oren, ogen, kin, benen en knieën onzijdig.
Is het de of het jaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het jaar. Deutsch: Jahr | Bekijk of het der of die Jahr is. Français: année | Bekijk of het Le o La année is.
de hof (mannelijk): 'tuin', 'boomgaard'
Een tip vooraf: de Hoge Raad is mannelijk. Gebruik ook de juiste verwijzende voornaamwoorden (bijv. 'het antwoord, dat (niet: “die”) de minister gaf').
Namen van steden, gemeenten, landen, regio's en werelddelen zijn doorgaans onzijdig. Als we een lidwoord toevoegen, gebruiken we het onzijdige lidwoord het. Als we met een betrekkelijk voornaamwoord naar de naam verwijzen, gebruiken we dat.
Hoewel er een tendens bestaat om naar steden, landen en werelddelen te verwijzen met haar, moet er naar onzijdige woorden verwezen worden met het bezittelijk voornaamwoord zijn. Correct is dus: Venetië en zijn gondels, Frankrijk en zijn kernproeven, Europa en zijn instellingen.
De stijl (stylus) is bij de stamper het gedeelte tussen het vruchtbeginsel en de stempel.