De Sovjet-Unie wekt veel elektriciteit op in kerncentrales, maar deze vertonen gebreken en het personeel is slecht opgeleid. Op 26 april 1986 gaat het mis. Een reactor in Tsjernobyl ontploft en de grootste kernramp uit de geschiedenis is een feit.
De kernramp van Tsjernobyl is de grootste kernramp die ooit heeft plaatsgevonden. Het ongeval gebeurde op 26 april 1986 nabij de Oekraïense (toen nog deel van de Sovjet-Unie) steden Tsjernobyl en Pripjat, vlak bij de grens met Wit-Rusland. Reactor 4 van de kerncentrale explodeerde bij dit ongeluk.
Door de ontploffing kwam er veel radioactieve straling vrij, die aan vele duizenden mensen het leven heeft gekost. Meer dan 35 jaar na de ramp is het stralingsniveau in het gebied rond Tsjernobyl nog altijd gevaarlijk hoog. Er ligt dus nog een hoop radioactief materiaal in het gebied.
Ongeveer tweederde van het radioactief cesium dat vrijkwam betrof cesium-137, dat een halveringstijd heeft van 30 jaar. Dichtbij de centrale zijn de gevolgen daarvan dus nog tot op de dag van vandaag merkbaar.
De stralingsniveaus in de kerncentrale van Tsjernobyl en het nabijgelegen gebied (met inbegrip van de stad Pripyat) varieerden van 0,1 tot 300 Sieverts per uur (bijna een miljard – 1.000.000.000 keer meer dan de gebruikelijke natuurlijke achtergrondstraling gemeten in microSieverts – μSv).
Tot op de dag van vandaag wonen en werken er zevenduizend mensen in de omgeving van de voormalige centrale, terwijl een veel kleiner aantal bewoners ondanks de risico's naar omringende dorpen is teruggekeerd.
Het leven is niet gemakkelijk voor de Tsjernobyl-zwerfdieren. Niet alleen moeten ze de strenge Oekraïense winters doorstaan, maar ook dragen ze vaak verhoogde niveaus van straling in hun vacht en hebben ze een verkorte levensverwachting.
Behandeling. In principe bestaat er geen behandeling tegen de directe effecten van ioniserende straling. Slechts de secundaire effecten kunnen eventueel bestreden of beperkt worden. Het maakt overigens verschil of de bestraling lokaal of over het gehele lichaam plaatsvond.
Ze verstoorden de aangetaste grond met hun zware tanks, groeven loopgraven, bouwden bunkers en kampeerden een maand lang in een radioactief bos. De Russische troepen trokken op 24 februari de nucleaire exclusiezone binnen, die zich over een straal van 30 kilometer uitstrekt rond de plaats van de kernramp in 1986.
Dit houdt in: binnen blijven of naar binnen gaan en deuren, ramen en alles wat als ventilatie werkt, sluiten. Bijvoorbeeld een afzuigkap en toiletrooster; voedsel- en drinkwatermaatregelen treffen. Bijvoorbeeld een oogst- of slachtverbod om te voorkomen dat er besmet vlees of groente op de markt komt.
Directe effecten treden op kort nadat iemand is blootgesteld aan een hele hoge dosis radioactiviteit (vanaf 1 gray). Zo iemand kan stralingsziekte oplopen. Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes. De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.
IS TSJERNOBYL GEVAARLIJK? Het kan geen kwaad om Tsjernobyl te bezoeken tijdens een excursie. De hoeveelheid radioactieve straling is namelijk verwaarloosbaar. De maximale hoeveelheid straling die je in het slechtste geval kán oplopen is 3 microSv, wat nog minder straling is dan een röntgenfoto bij de tandarts.
De bij radioactiviteit vrijkomende straling kan chemische veranderingen veroorzaken in materie en dus ook in menselijke cellen. Het gaat dan om somatische weefselbeschadiging of van DNA-moleculen waardoor de erfelijke informatie wordt aangetast. Het lichaam zal proberen het beschadigde DNA te repareren.
Op 26 april 1986 voltrok zich één van de grootste nucleaire rampen uit de geschiedenis. Het radioactieve materiaal dat vrijkwam uit de kerncentrale van Tsjernobyl was tot in Nederland te meten.
Kernrampen. Kerncentrales kunnen beschadigd raken of, zoals in Fukushima gebeurde, zelfs exploderen. De gevolgen van vrijkomende radioactieve straling kunnen catastrofaal zijn – hele landstreken kunnen voor duizenden jaren onbewoonbaar worden.
Op het hoogtepunt van de ramp was de stralingsdosis aan de rand van het reactorterrein 400 mSv per uur. Binnen de 20 km veiligheidszone rond Fukushima was de straling opgelopen tot ongeveer 7 mSv per jaar. Een groter gebied tot een straal van 30 km werd ontruimd en afgesloten voor verdere bewoning.
De symptomen van stralingsziekte zijn hoofdpijn en vermoeidheid bij lichte vormen. Bij zeer zware gevallen treden zwaardere symptomen op, zoals misselijkheid, overgeven en uiteindelijk de dood binnen een paar weken. Iedereen die wordt blootgesteld aan een extreem hoge dosis straling krijgt stralingsziekte.
De kerncentrale in Zaporizhzhia is de grootste van Europa en is van groot belang voor de Oekraïense energievoorziening. De centrale wekte voorheen zo'n 20 procent van alle stroom in het land op.
Nee, straling kun je niet zien of voelen. Alleen met speciale meetinstrumenten kan worden vastgesteld of ergens straling is.
Hoofdpijn, allergieën, slapeloosheid, depressie, hartkloppingen en oververmoeidheid: duizenden mensen zeggen deze klachten te krijgen door de straling van zendmasten, wifi, mobiel bellen en appen. Het wordt Elektro Hypersensitiviteit (EHS) genoemd, maar het wordt door de wetenschap niet erkend.
Het voornaamste risico van grote doses straling is het ontstaan van kanker. De hoeveelheden straling die gebruikt worden bij een röntgenonderzoek zijn te klein om aan te tonen dat hierdoor kanker ontstaat.
De kerncentrale van Tsjernobyl is al jaren niet meer operationeel, maar wordt nog altijd bemand door ruim 200 medewerkers. Dat komt doordat de drie buiten werking gestelde reactoren volledig moeten worden ontmanteld, legt atoomfysicus en emeritus hoogleraar Wim Turkenburg uit.
Op 26 april 1986 ontplofte één van de vier reactors van de kerncentrale van Tsjernobyl. Toch is dit niet de enige keer dat de aarde werd getroffen door een nucleaire ramp. Scientias.nl zet de zeven grootste kernrampen uit de geschiedenis op een rij: van Sellafield (1957) tot Fukushima (2011).
UNICEF deed onderzoek naar de gevolgen van de Tsjernobyl ramp voor kinderen, en concludeerde dat er sprake was van een stijging van 38% in kwaadaardige tumoren, 43% toename in ziekten die te maken hebben met bloedtoevoer en stroming en 63% stijging in ziekten die botten, spieren een weefsel aantasten.