Voordelen. Het grote voordeel is dat je het opleidingsonderdeel waarvoor je een tolerantie inzet niet meer opnieuw hoeft af te leggen. Je maakt op die manier ook een snellere studievoortgang en je kan je concentreren op de andere opleidingsonderdelen die je nog moet afleggen.
In het huidige systeem kan die de acht tolereren en enkel het tweede vak meenemen naar het tweede jaar. In de toekomst zal die beide vakken moeten meenemen: er wordt enkel gedelibereerd als de student daardoor in een keer de mijlpaal haalt.
Tot ze al die vakken hebben gehaald, mogen ze zelf geen vakken tolereren. In plaats daarvan worden achten en negens op twintig voor hen gedelibereerd tot maximaal twaalf studiepunten – enkel als dat ervoor zorgt dat ze op dat ogenblik hun hele eerste bachelor halen.
Dat wil zeggen dat je – onder bepaalde voorwaarden– niet verplicht wordt om dat opleidingsonderdeel te hernemen. Je behaalt in dat geval geen creditbewijs voor dat opleidingsonderdeel, maar je kun wel het diploma behalen.
Toleranties kan ze pas inzetten wanneer ze de eerste mijlpaal binnen haar opleiding heeft behaald en ze een gemiddeld percentage van ten minste 50% heeft, en indien het resultaten betreft van 8/20 of 9/20. Sommige opleidingsonderdelen worden uitgesloten van toleranties.
Als je slaagt voor een opleidingsonderdeel, krijg je een creditbewijs. Je slaagt als je minimaal 10 op 20 behaalt voor een opleidingsonderdeel.
Afhankelijk van je situatie mag je eenzelfde opleidingsonderdeel maximum twee of drie keer opnieuw opnemen in je Individueel Studieprogramma (ISP), je hebt dus maximaal twee of drie inschrijvingskansen.
Tolereren kan niet na de eerste examenkans. Het inzetten van een tolerantie is pas mogelijk na tweede zittijd, bij inschrijving voor het nieuwe academiejaar. Dit betekent niet dat je elk tekort opnieuw moet afleggen tijdens de herexamens. De studieloopbaanbegeleider kan jou ondersteunen in het maken van keuzes.
ermee instemmen, zeggen dat het mag vb: wij tolereren dat hier gerookt wordt Synoniemen: goedvinden toestaan toelaten toestemmen veroorloven dulden gedogen permitteren Te...
Bonus van 60 studiepunten
De eerste 60 studiepunten die je verwerft (= waarvoor je slaagt) als je ingeschreven bent met een diplomacontract, krijg je eenmalig dubbel terug. Deze regel geldt niet als je ingeschreven bent met een creditcontract.
Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken. Tel het aantal B-vakken in je studierichting. Dat aantal bepaalt hoeveel buispunten je hebt.
Per academiejaar krijg je 10 extra studiepunten, tot je opnieuw 60 punten leerkrediet hebt. Je behaalde een diploma in het hoger beroepsonderwijs (HBO5), hebt een leerkrediet lager dan 60 en wil je opnieuw inschrijven. Je leerkrediet wordt dan bij inschrijving aangevuld tot 60 studiepunten.
Studievertraging. Haalt een student de hoeveelheid ECTS die nodig zijn voor zijn bindend studieadvies, maar niet alle 60 punten die horen bij het eerste jaar, dan mag hij die studiepunten later halen. De ontbrekende punten kunnen bijvoorbeeld ook in het tweede of derde studiejaar gehaald worden.
Hogescholen mogen je weigeren. Een hogeschool mag iemand weigeren voor een hbo-opleiding. Maar niet zomaar: daar moet de onderwijsinstelling wel een goede, wettelijk bepaalde reden voor hebben.
Als u geen leerkrediet meer hebt, heeft de universiteit of hogeschool het recht om u te weigeren of om verhoogd inschrijvingsgeld te vragen. Het leerkrediet werd ingevoerd in 2008. Studies die u daarvoor bent begonnen, tellen dan ook niet mee voor de stand van uw leerkrediet.
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. Je mag één vier hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
Geslaagd op voldoende wijze: je hebt een gewogen percentage van minder dan 68% behaald. Geslaagd met onderscheiding: je hebt een gewogen percentage van ten minste 68% behaald. Geslaagd met grote onderscheiding: je hebt een gewogen percentage van ten minste 77% behaald.
Concreet: een 9/20 kan gedelibereerd worden voor een vak van 6 studiepunten, niet voor een vak van 7 studiepunten. voor de betreffende vakken werd de meest recente examenkans benut. de bachelorproef, de masterproef en de verplichte stage (enkel studenten criminologie) zijn uitgesloten van deliberatie.
Mijn monitoraat (pol en soc ugent) heeft gezegd dat 6 herexamens meestal wel haalbaar zijn omdat dit lijkt op een normale examenperiode. Meer is moeilijk, maar als je er veel voor werkt is het wel haalbaar denk ik. Ik ken bv mensen die er 8 hadden en voor alles erdoor zijn geraakt tijdens herexamens.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Als u niet geslaagd bent voor een vak, dan kunt u (als u nog een examenbeurt over hebt voor dat vak) het examen opnieuw afleggen. U moet het examen opnieuw afleggen binnen de 4 maanden. U krijgt 3 examenbeurten per vak per jaar.
Als je als student bij AP voor een groot deel van je vakken niet geslaagd bent, nodigt je studentenbegeleider je uit voor een gesprek. Niet om je te controleren, maar net als hulp. Samen bekijken jullie waarom je resultaten achterop lopen en bespreek je of en hoe je dat kan inhalen.
Voor de meeste vakken zijn er per jaar twee of drie tentamenkansen. Blijven zitten bestaat niet. Wanneer de student een vak niet haalt, moet hij dat net zo lang herkansen tot het wel gehaald is. Het kan dus voorkomen dat iemand in zijn derde jaar zit maar nog vakken uit het tweede of eerste jaar moet halen.
In beginsel zijn tentamenuitslagen onbeperkt geldig. Het instellingsbestuur van jouw universiteit of hogeschool kan de geldigheidsduur echter in bepaalde omstandigheden beperken. Jouw tentamencijfers mogen alleen vervallen wanneer de getentamineerde kennis, inzichten of vaardigheden aantoonbaar verouderd zijn.