Straffen verkeersongeluk met zwaar letsel of dood door schuld (artikel 6 WVW) Het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar letsel of dood door schuld geldt als een zwaar vergrijp. Het overtreden van artikel 6 van de Wegenverkeerswet wordt dan ook fors bestraft.
Welke straffen kan de rechter opleggen bij een dodelijk verkeersongeluk? Dat varieert van een boete, een taakstraf, ontzegging van de rijbevoegdheid tot een (voorwaardelijke) gevangenisstraf. Gaat het om een overtreding, dan volgt een relatief lichte straf: hoogstens twee maanden hechtenis en 3.900 euro boete.
Is er bij het ongeval iemand overleden, dan kan een hoge geldboete, werkstraf, gevangenisstraf en/of rijontzegging worden opgelegd.
Dan gaat het om het opzettelijk begaan van (een combinatie van) ernstige verkeersovertredingen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan gevaarlijk inhalen, bumperkleven, door rood rijden of het vasthouden van een telefoon tijdens het rijden.
De hoogte van de vergoeding ligt tussen de € 12.500 en € 20.000. De persoon die aansprakelijk is voor het ongeval, betaalt. In een strafprocedure kan de Staat de schadevergoeding mogelijk voorschieten.
Kamer stemt in met verhoging maximumstraf doodslag (naar 25 jaar), juristen zijn verdeeld. De Tweede Kamer wil de maximale straf voor doodslag verhogen naar 25 jaar. Een Kamermeerderheid heeft zoals verwacht ingestemd met een voorstel van het kabinet om dat te regelen. Nu is de maximale straf nog 15 jaar.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan baldadigheid, openbare dronkenschap, onverzekerd rijden, rijden zonder rijbewijs, gevaar op de weg veroorzaken en vele andere overtredingen komen altijd op het strafblad.
Een ernstige overtreding die je begaat, zoals rijden onder invloed of met meer dan 30 km p/u te hard rijden, worden opgenomen in het strafregister door de Justitiële Informatiedienst. In de volksmond ook wel een “strafblad” genoemd.
Zware overtredingen zijn fouten van de derde graad en brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar of fouten van de vierde graad en brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar en leiden bovendien bij een ongeval onvermijdelijk tot fysieke letsels.
Wegrijden van een plaats van een verkeersongeval is strafbaar. Dat is bepaald in artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 94). Dit artikel verbiedt twee dingen: doorrijden na een verkeersongeval waarbij iemand overlijdt of een ander letsel of schade heeft opgelopen, zonder dat je je identiteit kenbaar hebt gemaakt.
In 2020 waren er 610 dodelijke slachtoffers door verkeersongevallen. Dit is 7,7 procent minder dan in 2019, toen er 661 verkeersdoden vielen. Vergeleken met twintig jaar geleden is het aantal dodelijke slachtoffers van verkeersongevallen met 48 procent afgenomen.
De bestuurder van het motorvoertuig betaalt bijna altijd minimaal 50% van de schade. Ook als het ongeluk uw schuld was. De rest van de kosten wordt zo verdeeld dat de partij met de meeste schuld het meest betaalt.
Naast een geldboete kan er ook een rijontzegging worden opgelegd variërend van twee maanden tot een jaar.
Onder zwaar lichamelijk letsel worden begrepen: ziekte die geen uitzicht op volkomen genezing overlaat, voortdurende ongeschiktheid tot uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden, en afdrijving of dood van de vrucht van een vrouw.
Dit is binnen alle leeftijdsgroepen zichtbaar. Van alle verkeersdoden in ons land is 74% een man. Vooral onder de groep veertig- tot vijftigjarigen hebben mannen een veel grotere kans op een auto-ongeluk met een dodelijke afloop. Maar liefst 90% van alle verkeersdoden tussen 40 en 50 jaar is een man.
Wanneer u wordt veroordeeld voor een overtreding krijgt u pas een strafblad als er sprake is van een vrijheidsstraf, een voorwaardelijke straf of een opgelegde boete van minimaal 100 euro. De meeste lichte strafbare feiten vallen niet onder het strafrecht.
Lichtere verkeersovertredingen, zoals snelheidsovertredingen, fout parkeren en rijden door rood licht, vallen niet onder het strafrecht. Deze worden langs administratiefrechtelijke weg af gedaan. De kentekenhouder ontvangt thuis een beschikking van het CJIB.
Een strafblad heet officieel 'uittreksel justitiële documentatie'. U kunt uw strafblad inzien. Daarvoor dient u een verzoek in bij de Justitiële Informatiedienst. Dit kan schriftelijk of per e-mail.
Bij overtredingen blijven de gegevens 5 jaar bewaard (als er een taakstraf of vrijheidsstrafvoor is opgelegd blijven ze 10 jaar bewaard). Voor misdrijven blijft het 20 jaar; of 30 jaar bewaard (als de maximale straf van het strafbare feit 6 jaar of meer is) en. Bij zedenmisdrijven blijft het 80 jaar bewaard.
U kunt geen kopie krijgen van uw strafblad. U kunt wel een verzoek indienen bij de Justitiële Informatiedienst om uw strafblad in te zien. Op de website van de Justitiële Informatiedienst staat hoe u het verzoek moet indienen. U krijgt dan van de rechtbank een uitnodiging om het uittreksel in te komen zien.
30 jaar na de einduitspraak of 30 jaar na het volledig voldoen van de strafbeschikking tenzij de duur van de gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel (bijvoorbeeld TBS) langer is dan 20 jaar, dan wordt de termijn van 30 jaar verlengd met 20 jaar (dus verwijdering na 50 jaar).
Moord en doodslag, of een poging daartoe, zijn misdrijven. Binnen ons Wetboek van Strafrecht behoort moord tot de categorie zwaarste misdrijven. Als iemand opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven beroofd wordt, is sprake van moord.
Als iemand van plan is een ander te doden en daarna die persoon ook echt om het leven brengt. Moord is dus 'doodslag met voorbedachten rade'.
Voor moord kan een levenslange gevangenisstraf worden opgelegd of een maximale tijdelijke gevangenisstraf van 30 jaar. Voor doodslag is de maximale gevangenisstraf 15 jaar. Indien er sprake is van nog een ander strafbaar feit dat bewezen wordt verklaard, dan kan deze straf met maximaal 1/3 worden verhoogd tot 20 jaar.