Een T-splitsing is een kruising met drie wegen. Dit kan bijvoorbeeld een doorgaande weg zijn, met een afsplitsing naar rechts. Bij een gelijkwaardige T-splitsing moet je altijd bewust zijn dat het verkeer op de doorgaande weg denkt voorrang te hebben.
Een T-splitsing of T-kruising is een kruispunt waar een zijweg op een doorgaande weg uitkomt. Een T-splitsing, een driesprong en een Y-splitsing lijken veel op elkaar.
Ook bij een t-splitsing geldt dat verkeer van rechts voorrang heeft.
Een kruispunt is een plek waar wegen samenkomen en waar het mogelijk is voor het verkeer om van richting te veranderen. Kruispunten zijn dus altijd gelijkvloers in tegenstelling tot kruisingen. Een kruising is soms ongelijkvloers en het is op een kruising nooit mogelijk om van richting te veranderen.
Kruispunt of splitsing van wegen. Op grond van art 24 lid 1 sub a RVV is het verboden een voertuig te parkeren bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan. Denkbeeldig zou u de afslaande weg (inclusief eventuele stoep) op de doorgaande weg kunnen doortrekken.
Wettelijk is het verboden om binnen 5 meter van een kruispunt langs de rijbaan te parkeren. Toch komt het voor dat gemeenten parkeervakken binnen 5 meter van een kruispunt aanleggen.
Verder mag je niet parkeren: binnen 5 meter van een kruispunt. voor een inrit of een uitrit. buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg.
Verschil kruising en kruispunt
Op een kruispunt komen wegen samen en heeft het verkeer de mogelijkheid om van richting te veranderen. In tegenstelling tot kruisingen is een kruispunt dus altijd gelijkvloers. Een kruising is soms ongelijkvloers en u kunt er nooit van richting veranderen.
Een rotonde is een gelijkvloers kruispunt waar het verkeer in een rondgaande beweging wordt afgewikkeld en waar het verkeer op de rotonde voorrang heeft [1].
Auto 3 komt voor auto 1 vanaf voor en komt voor auto 2 vanaf rechts. Auto 3 slaat ook links af. Auto 1 moet dus voorrang geven aan auto 2, want rechts gaat voor. Auto 2 moet voorrang geven aan auto 3, want rechts gaat voor.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Bij splitsing worden twee bedrijven niet samengevoegd op juridisch formele wijze zoals bij fusie. Bij splitsing wordt een onderdeel van een bestaande rechtspersoon/onderneming dat zich in hetzelfde jasje bevindt, afgescheiden en in een ander omhulsel gezet, eveneens onder algemene titel zoals bij fusie.
U verlaat het erf altijd middels een uitrit. U kunt een uitrit herkennen aan diverse kenmerken. Het verlaten van een uitrit wordt gezien als bijzondere manoeuvre, u dient dus het overige verkeer voor te laten gaan. Dit is ook het geval wanneer er geen sprake is van een woonerf maar een ander soortige uitritconstructie.
Een t-stuk is een deel van een rookkanaal wat gebruikt kan worden in plaats van een haakse bocht. Een t-stuk kan gebruikt worden in het dubbelwandige gedeelte van het rookkanaal of in het enkelwandige pijpmateriaal direct achter de kachel.
Hierboven hebben we kunnen zien dat er drie vormen van splitsing zijn: de zuivere splitsing, de afsplitsing en de juridische splitsing.
Er zijn twee groepen kruispunten: gelijkwaardige en ongelijkwaardige. Bij gelijkwaardige kruispunten hebben bestuurders van rechts voorrang. Kruispunten kunnen verschillende vormen hebben, zoals drie-, vier- en vijftaks kruispunten, en ze kunnen op meerdere manieren ontworpen zijn.
Wie heeft voorrang op een rotonde? Een rotonde is in de wet niet vastgelegd als voorrangsweg.Dan geldt de regel dat verkeer dat van rechts komt, voorgaat. Dat wil zeggen dat verkeer dat de rotonde oprijdt voorrang heeft op verkeer wat al op de rotonde rijdt.
De rotonde, een bijzonder geval
Art. 19 van de wegcode met betrekking tot de verandering van richting preciseert: “Het oprijden van een rotonde wordt beschouwd als een richtingsverandering waarbij de richtingaanwijzers niet moeten gebruikt worden.
Daarbij geldt sinds 1998 de richtlijn dat fietsers op vrijliggende fietsvoorzieningen langs rotondes binnen de bebouwde kom wél voorrang hebben op het gemotoriseerde verkeer, en op rotondes buiten de bebouwde kom niet.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen.Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Sinds 1 mei 2001 heeft een fiets die van rechts komt, op een gelijkwaardige kruising voorrang op een auto dus het antwoord is "ja". Vóór 1 mei 2001 had snelverkeer voorrang op langzaamverkeer.
Een kruising is een plek waar wegen samen komen. Op een kruising is er geen mogelijkheid om van weg te wisselen. Dit is wel mogelijk op een kruispunt.
Bij kruispunten, een kruising of splitsing van wegen mag tot op een afstand van 5 meter niet geparkeerd worden, in de bocht van een doorgaande weg mag dit in beginsel wel. Op grond van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 is het echter een ieder verboden zich zo te gedragen dat een gevaar of hinder veroorzaakt kan worden.
⇨ Een gele doorgetrokken streep betekent dat je niet mag parkeren én niet mag stilstaan. ⇨ Een gele onderbroken streep betekent dat je even mag stilstaan, maar niet mag parkeren. ⇨ De blauwe streep betekent dat je mag parkeren, maar alleen als je een parkeerkaart gebruikt.
Stilstaan en parkeren zijn gedefinieerd in de regelgeving: Stilstaan doe je enkel wanneer je iemand laat in- of uitstappen of je auto in- of uitlaadt, of dat nu 1 minuut of 1 uur duurt. Parkeren doe je wanneer je langer stilstaat dan nodig voor het in- of uitstappen of in- of uitladen.