In de jaren zeventig en tachtig werd het gewoon woorden als superfijn en superleuk te verkorten tot super. Dat woord raakte vervolgens ingeburgerd in de betekenis geweldig: 'Hoe gaat het?'
Super is van oorsprong een Latijns voorzetsel, dat 'over, boven, zeer' betekent. Het heeft in samenstellingen vooral een versterkende betekenis. Zo kan het aangeven dat een eigenschap in grote mate aanwezig is, of dat het om een zeer grote soort of een zeer groot exemplaar van iets gaat.
Je hebt gezocht op het woord: super. 1su·per (de; v(m); meervoud: supers) 1verkorting van: superbenzine2verkorting van: supermarkt 2su·per (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1bijzonder goed; = geweldig: de sfeer was super; supergezellig 3su·per (tussenwerpsel) 1super! geweldig!
Hoeveel is een onbepaald telwoord dat vraagt naar een bepaalde hoeveelheid. In dat geval schrijven we hoeveel aan elkaar.
De correcte spelling is hoe laat, in twee woorden. Hoe laat is het? Hoe laat ga je naar huis?
Een bijwoord is een woord dat meer informatie geeft over een ander woord in de zin, of over de hele zin. Zo is heel in 'Zij is heel aardig' een bijwoord; en in 'Ik kom morgen niet' zitten twee bijwoorden: morgen en niet.
Een bijwoord is een woord dat meer informatie geeft over het woord waar het bij hoort, vandaar de naam bijwoord. Bijwoorden zeggen bijna altijd iets over een ander werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een plaats of tijd.
De meeste bijwoorden worden gemaakt vanuit bijvoeglijk naamwoorden (beautiful, slow etc.) en kan je herkennen aan de uitgang –ly (beautifully, slowly etc.), op een paar uitzonderingen na (hier komen we verder in dit artikel op terug).
super|s (meerv.) Voorbeeld: `Het feest was echt super!`
Wat is juist: superleuk of super leuk? Superleuk is juist. Super is van oorsprong een Latijns voorzetsel, dat 'over, boven, zeer' betekent. In het Nederlands komt het hoofdzakelijk voor als deel van een samenstelling: supergoed, superveel, supermacht…
In de Nederlandse taal gebruiken wij de superblij.
Reacties. Het is supertrots. Super is van oorsprong een Latijns voorzetsel, dat 'over, boven, zeer' betekent. In het Nederlands komt het niet zelfstandig voor (behalve als verkorting van superbenzine en superleuk/supergoed), maar altijd als deel van een samenstelling.
Dank je wel en dankjewel zijn allebei correct in de betekenis 'ik bedank je'. Ik heb al gegeten, dank je wel / dankjewel. Dank je wel / dankjewel voor je hulp.
In 'de rode auto' is rode een bijvoeglijk naamwoord. Dat geldt ook voor rood in 'De auto is rood. ' Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord of (soms) een persoonlijk voornaamwoord.
Als bijwoord is geweldig gereduceerd tot een aanduiding van hoge graad, dus met betekenis 'zeer, uiterst': combinaties als geweldig groot liggen voor de hand en zijn al Vroegnieuwnederlands, maar in de 17e eeuw vindt men ook al bijv.
Bijwoord. ▸ Dit zou toch niet mijn laatste nacht op aarde worden?
De volgende woordsoorten worden onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden, voegwoorden, voorzetsels en tussenwerpsels.
MAAR als zo'n woord iets zegt van een andere woordsoort, dan noemen we het een bijwoord: Hij speelt mooi piano. Mooi zegt iets over het ww spelen en niet over een piano, mooi is dus bijwoord.
Sommige bijwoorden, vooral die van oorsprong bijvoeglijke naamwoorden zijn, kunnen trappen van vergelijking vormen, bijv. ik lees vlug, jij vlugger, hij het vlugst. Vaak, vaker, vaakst.
Hoe lang wordt los geschreven als het een lengte of afstand aanduidt ('van welke lengte'). Als één woord verwijst hoelang naar een tijdsduur ('van welke tijdsduur, gedurende welke periode'). In de uitdrukking tot hoelang ('tot wanneer') is hoelang ook één woord.
Sinds 1904 staat 'hoelang' aaneen in het Woordenboek der Nederlandsche Taal, al werd het door de meeste mensen nog als twee woorden gezien. Sinds 1904 is het dus officieel mogelijk om de woorden samen te voegen. 'Hoelang' aan elkaar gebruik je alleen wanneer er een tijdsduur aangegeven wordt.
'” Al enige tijd moet hoelang altijd als één woord worden geschreven als het om een tijdsduur gaat.
vrije tijd | VRT Taal.