Een stamceltransplantatie met eigen stamcellen is een zware behandeling. Uw behandelteam moet daarom weten hoe goed uw lichamelijke conditie is en of u eventuele lichamelijke beperkingen heeft. Daarom heeft u eerst een gesprek met een van uw behandelaars. Daarna volgt een uitgebreid lichamelijk onderzoek.
Een stamceltransplantatie is een zware behandeling. Voor de behandeling bespreekt de arts de gevolgen en de bijwerkingen met je. Als je een stamceltransplantatie krijgt, heb je onder andere meer kans op infecties en bloedingen. Dat geldt zowel voor autologe als voor allogene stamceltransplantaties.
Veel patiënten ervaren na de transplantatie concentratie- en geheugenvermindering. Deze klachten kunnen voortkomen uit vermoeidheid, stress of angst en zijn vaak van voorbijgaande aard. Bespreek zo nodig deze klacht met uw verpleegkundig specialist of uw hematoloog.
Toch overlijdt gemiddeld ongeveer de helft van de mensen die een allogene stamceltransplantatie hebben ondergaan, binnen vier jaar. De kans op overlijden is sterk afhankelijk van je conditie en de onderliggende ziekte.
Is stamceltransplantatie pijnlijk? De stamceltransplantatie zelf is niet pijnlijk. De stamcellen worden via een infuus in de het bloed toegediend. Dit lijkt op een bloedtransfusie.
Gemiddeld duurt dit na een allogene stamceltransplantatie één jaar. U zult gedurende dit jaar te maken krijgen met beperkingen in u dagelijks leven. Het herstel vraagt tijd en problemen als vermoeidheid, verminderde concentratie en terugkerende infecties.
Een stamceltransplantatie kan een levensreddende behandeling zijn bij enkele ernstige aandoeningen. Maar niet een zonder risico. Afhankelijk van de aandoening waarvoor patiënten zo'n behandeling krijgen, overleeft tien tot veertig procent de stamceltransplantatie niet.
Als een stamceltransplantatie mislukt, kunt u overlijden. Dit kan komen doordat de donorstamcellen niet aanslaan. Maar vaker komt het door ernstige complicaties zoals de graft-versus-host-ziekte of infecties. De kans op overlijden na een allogene stamceltransplantaties ligt tussen 15 en 20%.
Als alles goed gaat, komt de patiënt één dag na de stamceltransplantatie terug naar MMC. Op de afdeling hematologie zijn een aantal isolatiekamers beschikbaar waar patiënten gemiddeld twee tot drie weken verblijven. Dit zijn cruciale weken in het herstel, die voor de patiënt intensief zijn.
De kans op levensbedreigende complicaties na een autologe stamceltransplantatie is klein, maar er is vaak wel een reële kans op herval van de oorspronkelijke ziekte. De cijfers over de slaagkansen van een autologe stamceltransplantatie in verschillende bronnen variëren sterk en zijn vaak erg algemeen.
Vermijd voedsel dat te warm, te koud, te zoet, te vet of te pikant is.Vermijd rauw fruit en rauwe groenten, noten en groenten waar je winderig van kunt worden zoals uien, koolsoorten en bonen. Kies in plaats daarvan voor goed gaar gekookte groenten of groenten en fruit uit blik.
Voor een autologe stamceltransplantatie komt het geheel neer op circa 50.000 euro. Nu is er veel mis met de bekostiging van deze behandeling. Een groot deel van stamceltransplantaties wordt namelijk eenvoudigweg niet vergoed.
Als gevolg van de stamceltransplantatie en van de complicaties is er een kans op functieverlies van hart, longen of nieren. Soms geeft dit pas jaren later klachten. Bij patiënten die een stamceltransplantatie hebben ondergaan, is er een verhoogde kans op het ontwikkelen van kanker ten opzichte van gezonde personen.
Wanneer er voldoende witte bloedcellen in het bloed zitten, komt er een einde aan de dip en start het herstel. Dit is vaak heel duidelijk merkbaar, omdat de slijmvliezen op dat moment snel herstellen en de klachten verdwijnen. Na drie tot vijf weken zijn de meeste mensen voldoende hersteld om naar huis te gaan.
Er is een aantal criteria waar u als donor aan moet voldoen: U moet in goede conditie zijn om de procedure goed te kunnen doorstaan. U mag geen ziekten hebben die via bloed overdraagbaar zijn en die nadelig kunnen zijn voor de ontvanger. De patiënt en u moeten een identieke weefseltypering (HLA-typering) hebben.
Het ontstaan van een graft-versus-host-ziekte kan een grote invloed hebben op de kwaliteit van leven. Vaak is er een behandeling mogelijk. Niet altijd zal de behandeling complete genezing kunnen geven. Soms kan het lang duren voordat er verbetering optreedt.
Na een allogene stamceltransplantatie is de kans op herval van de oorspronkelijke ziekte klein, maar is er wel een reëel risico op allerlei complicaties. De cijfers over de slaagkansen van een allogene stamceltransplantatie in verschillende bronnen variëren sterk en zijn vaak erg algemeen.
Antonius Ziekenhuis is sinds juni 2010 JACIE-geaccrediteerd voor stamceltransplantatie-behandelingen. Er zijn twee soorten stamceltransplantaties: de autologe en de allogene stamceltransplantatie. Bij een autologe stamceltransplantatie worden de stamcellen uit het bloed van de patiënt zelf gebruikt.
Vermoeidheid. Het is normaal om je moe te voelen na een stamceltransplantatie. Maar bij sommige mensen duurt het lang voordat de vermoeidheid over gaat. Dat kan soms wel maanden duren.
Eenmaal in de bloedbaan hebben bloedcellen een beperkte levensduur. Rode bloedcellen leven 120 dagen.Witte bloedcellen leven gemiddeld twee dagen en bloedplaatjes leven maar tien dagen. In je lichaam worden voortdurend enorme aantallen oude cellen afgebroken en vervangen door nieuwe.
Met beenmerg transplantatie wordt bedoeld het transplanteren van afgenomen beenmerg. Met stamceltransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van stamcellen die door een speciale voorbehandeling vanuit het beenmerg naar het bloed verplaatst zijn.
Door de stamceltransplantatie heeft u een laag aantal witte bloedcellen. Hierdoor bent u gevoelig voor infecties. Om de kans op infecties zo klein mogelijk te houden in ons ziekenhuis, wordt u verpleegd in 'beschermende isolatie'.
De eerste maanden na een stamceltransplantatie krijgt u medicijnen tegen virus- en bacteriële infecties. Doorgaans worden hiervoor de volgende medicijnen voorgeschreven: Co-trimoxazol (Bactrimel®): een antibioticum dat bescherming biedt tegen bepaalde longinfecties.