Bestuur is een onzijdig woord. Naar onzijdige woorden verwijzen we in de regel met zijn. In de praktijk wordt naar verzamelnamen zoals bestuur, collectief of comité ook geregeld met haar verwezen, ook door standaardtaalsprekers.
Sommige de-woorden zijn mannelijk, bijvoorbeeld bal, film, strijd. Andere zijn vrouwelijk, bijvoorbeeld informatie, regering, gunst. Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas.
Het woord 'bestuur' is onzijdig. Onzijdige woorden krijgen als bezittelijk voornaamwoord 'zijn' (en geen 'haar'): 'het bestuur en zijn leden'.
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
De woorden stad, gemeente, dorp, land
Stad is bijvoorbeeld mannelijk en vrouwelijk (en heeft dus twee verwijzingsmogelijkheden), gemeente is vrouwelijk. Dorp en land zijn onzijdig; dan blijven de verwijswoorden dus het en zijn.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
Om te verwijzen naar het woord tafel is zowel hem, haar als ze correct. Zaaknamen als tafel kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk opgevat worden. Andere voorbeelden zijn bloem, lamp, deur, kaars, kaart, kast, klok, pan, sigaret, vork. In het zuiden van het taalgebied is ze het gebruikelijkst.
Is het de of het jaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het jaar. Deutsch: Jahr | Bekijk of het der of die Jahr is. Français: année | Bekijk of het Le o La année is.
Bestuur is een onzijdig woord. Naar onzijdige woorden verwijzen we in de regel met zijn. In de praktijk wordt naar verzamelnamen zoals bestuur, collectief of comité ook geregeld met haar verwezen, ook door standaardtaalsprekers.
'college'. Omdat ook 'college' een onzijdig zelfstandig naamwoord is (een 'het'-woord), hoort daarbij het eveneens bezittelijk voornaamwoord 'zijn'.
Vereniging is een vrouwelijk woord. Naar vrouwelijke woorden verwijzen we met haar. De vereniging heeft besloten al haar activiteiten stop te zetten.
Om het beroep, de functie of de rol van iemand te benoemen, kunt u in het Nederlands een grammaticaal mannelijke benaming (bijvoorbeeld leraar), een grammaticaal vrouwelijke benaming (bijvoorbeeld lerares) of een genderoverkoepelende benaming (bijvoorbeeld leerkracht) gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
(onderwijs) een onderwijsinstelling waar les wordt gegeven aan leerlingen.
Een gebouw is onzijdig.
Namen van steden, gemeenten, landen, regio's en werelddelen zijn doorgaans onzijdig.
Een groot aantal zaaknamen kan zowel mannelijk als vrouwelijk gebruikt worden: bij die de-woorden geven de meeste naslagwerken geen aanduiding m. of v. Enkele voorbeelden van dergelijke zaaknamen: bloem, lamp, kast, pan, tafel, deur, klok, vork, kaart, sigaret.
Diernamen die de-woorden zijn (hond, kat, muis, olifant, slang) worden in het noorden van het taalgebied (Nederland) over het algemeen als mannelijk beschouwd, zelfs als het van oorsprong vrouwelijke woorden betreft.
Is het de of het tuin
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tuin.
Is het de of het raam
In de Nederlandse taal gebruiken wij het raam.
Hoewel er een tendens bestaat om naar steden, landen en werelddelen te verwijzen met haar, moet er naar onzijdige woorden verwezen worden met het bezittelijk voornaamwoord zijn. Correct is dus: Venetië en zijn gondels, Frankrijk en zijn kernproeven, Europa en zijn instellingen.
Zowel de stad en haar inwoners als de stad en zijn inwoners is correct. Gebruik in één tekst wel consequent hetzelfde verwijswoord om naar hetzelfde woord te verwijzen.
Bestudering van de Leidraad van het Groene Boekje leert dat een woord als stad 'in Nederland een mannelijke verwijzing krijgt', maar 'in Vlaanderen zijn oorspronkelijke vrouwelijke verwijswoorden heeft behouden'.
Voor de leesbaarheid gebruikt IGJ de mannelijke vorm voor de cliënt en de vrouwelijke vorm voor de wijkverpleging en de zorgaanbieder.