Over het algemeen gaan patiënten langzaam achteruit. Ze komen steeds minder uit bed, slapen een steeds groter deel van de dag en zijn de laatste uren tot dagen nauwelijks meer aanspreekbaar. Uiteindelijk glijden ze rustig weg. Wie in de allerlaatste fase veel klachten ervaart, kan ook kiezen voor palliatieve sedatie.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), waarin alle patiënten zijn opgenomen die in ons land zijn gediagnosticeerd met kanker.
Palliatieve terminale zorg
Deze fase begint als de arts inschat dat je nog ongeveer 3 maanden te leven heeft. De laatste fase kan in werkelijkheid ook (veel) korter of langer duren. Een team van zorgverleners en/of vrijwilligers probeert ervoor te zorgen dat je zo min mogelijk lijdt en je leven goed kunt afronden.
Definitie. De stervensfase gaat in op het moment dat het overlijden zich onafwendbaar aandient en omvat de laatste dagen (tot zeven dagen) van het leven De aanbevelingen zijn gericht op wat haalbaar is om te doen in de laatste levensdagen.
Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen. Vochttekort leidt normaal gesproken tot dorst, maar in de stervensfase hebben mensen vaak geen of weinig dorstgevoel. Het kan prettig zijn om de lippen en de mond licht te bevochtigen.
Palliatieve zorg wordt gegeven als u niet meer kunt genezen. Deze zorg is gericht op kwaliteit van leven. De zorg kan weken, maanden of jaren duren.
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.
Overleving bij longuitzaaiing het grootste
De gemiddelde overleving van alle patiënten met een uitzaaiing was 22,5 maanden vanaf diagnose van de uitzaaiing. De driejaarsoverleving van patiënten met een longuitzaaiing was het grootst: 61,5%. Bij leveruitzaaiingen was drie jaar na diagnose nog 50 procent in leven.
Specifieke palliatieve behandelingen bij longkanker zijn palliatieve radiotherapie, palliatieve chemotherapie en immunotherapie. Naast fysieke zorg en symptoombestrijding, horen ook het psychologische-, sociale- en zingevingsdomein tot de zorg in de palliatieve fase.
Meestal zaait longkanker uit naar de lymfeklieren, botten, lever, hersenen, bijnieren en de andere long.
Meestal wordt longkanker pas in een laat stadium ontdekt, omdat de ziekte weinig klachten geeft. De diagnose komt hierdoor vaak onverwacht. Er zijn verschillende soorten longkanker.
Vermoeidheid, pijn, gebrek aan energie, zwakte en gebrek aan eetlust komen bij meer dan 50% van de patiënten voor. In de terminale fase treedt een verschuiving op: vermoeidheid, zwakte, gewichtsverlies, sufheid en verwardheid doen zich (nog) vaker voor, terwijl de prevalentie van pijn afneemt.
Hoe lang de palliatieve fase duurt is voor iedereen verschillend: van enkele weken tot enkele maanden of jaren. In deze fase staan palliatieve behandeling van de ziekte en symptomen, gezamenlijke besluitvorming en proactieve zorgplanning en ondersteuning centraal.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, leidt het ophogen van morfine ook niet tot het bespoedigen van de dood. Morfine is wel geschikt om pijn en benauwdheid te behandelen en kan dus wel een belangrijke rol spelen in de fase van het levenseinde.
Als kanker is uitgezaaid naar de wervels, is de eerste klacht meestal pijn in de rug of de nek. De pijn voelt vaak 'zeurend' aan. Dat betekent dat de pijn niet heel heftig is, maar wel aanhoudt. De pijn kan soms ook aanvoelen alsof er een 'band' om je borst of buik zit, die steeds strakker wordt.
Een andere woord voor gezwel is tumor. Uitzaaiingen komen op een andere plaats terecht, doordat cellen van een kwaadaardige tumor losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfe ergens anders in het lichaam terechtkomen. Daar kunnen zij zich hechten en uitgroeien tot nieuwe tumoren.
Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd.
Bij stadium 4 zijn er uitzaaiingen in andere organen. Je kunt dan niet meer genezen. Wel kun je nog 1 of meer behandelingen krijgen om de ziekte te remmen en klachten te voorkomen of te verminderen.
Kanker kan zich via een aantal wegen ook verspreiden door de rest van het lichaam. Deze verspreiding noem je ook wel uitzaaiing. Uitzaaiing gebeurt meestal via de lymfeklieren, het bloed (en de bloedvaten) en de holtes in het lichaam (bijvoorbeeld de buikholte).
Je arts kan niet precies vertellen hoelang je nog zal leven.Misschien kan hij wel in grote lijnen voorspellen hoe de ziekte ongeveer zal verlopen. Met je arts kan je ook bespreken wat de mogelijkheden zijn voor een zo lang, en een zo goed mogelijke tijd. Praten is daarbij belangrijk.
De laatste uren voor het overlijden daalt het bewustzijn steeds verder en glijdt uw naaste in een diepe slaaptoestand of een coma. Bij een gedaald bewustzijn kan het gebeuren dat iemands gedrag verandert. Het kan zijn dat uw naaste anders uit de ogen kijkt en een onrustige en verwarde indruk maakt.
In de allerlaatste levensfase (terminale fase) werken de organen steeds minder goed. Ze houden er langzaam mee op. Ook de maag en de darmen werken steeds minder, waardoor voedsel niet goed verteerd wordt. Zo laat het lichaam merken dat eten (voeding) niet meer nodig is.
Pré terminaal betekend de laatste fase voor de terminale fase. In deze fase weet je dat je leven niet heel lang meer zal duren.