Bij het lezen van bladmuziek is dit niet anders: eerst leer je de namen van de noten en dynamiektekens, herken je de verschillende klanken en vervolgens begin je pas eenvoudige muziekstukken te spelen. Zorg dat je alle noten van elkaar kunt onderscheiden, zonder hierbij na te moeten denken.
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.
Een muzieknoot noteer je op de lijnen (dan loopt de lijn door de noot heen) of tussen de lijnen van de notenbalk. Deze komen overeen met de witte toetsen van de piano. Hoe hoger de noot klinkt, hoe hoger deze op de notenbalk staat. Hoe lager de noot klinkt, hoe lager op de notenbalk.
Die 7 verschillende notennamen zijn de eerste 7 letters uit het alfabet: A – B – C – D – E – F – G. En als je deze alle 7 hebt gehad begin je gewoon weer opnieuw: A – B – C – D – E – F – G – A – B – C – D – E – F – G enz.
Noten leren lezen kan je vergelijken met het leren van een nieuwe taal. Sommige mensen leren het snel, anderen hebben er iets meer moeite mee. Het notenschrift is een vrij eenvoudig en logisch systeem. Iedereen kan dit leren begrijpen.
Iemand die al over een beetje kennis van de piano en muzikaliteit beschikt, kan in vier maanden piano leren spelen. Een beginner kan hetzelfde in zes maanden doen. In deze vier of zes maanden ontdekt de beginnend muzikant alleen de basis van het instrument.
Een halve noot duurt in een 4/4 maat 2 tellen (volgens het onderste cijfer). Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij.
De langste notenduur die in onze tijd in het algemeen gebruikt wordt is de hele noot. Vaak wordt daar een waarde van vier tellen aan toegekend als de teleenheid de kwartnoot is. In vroeger eeuwen hebben nog langere notenwaarden dan de hele noot bestaan. Een oude naam voor de hele noot is de semibrevis.
De c-sleutel is een gestileerde letter C. Op de lijn die door het midden van deze sleutel loopt wordt de eengestreepte c (c´) of do genoteerd.
In westerse muziek wordt gebruik gemaakt van 12 verschillende noten. Elk liedje of muziekstuk bestaat uit alleen maar die 12 verschillende noten. Op een piano heb je een heel goed overzicht van die 12 verschillende noten. Als je goed kijkt, zie je op een piano een patroon van zwarte en witte toetsen dat zich herhaalt.
Je kunt noten weergeven op een notenbalk met een F sleutel die hoger zijn dan de centrale C. En soms worden noten op een notenbalk met F sleutel gespeeld met de rechterhand. De hoogste noot op de bovenste lijn is de A die vlak onder de centrale C ligt op het pianoklavier (een kleine terts onder de centrale C).
Een halve noot staat tot een kwartnoot als 2:1 in tijdsduur. Er passen dus twee kwartnoten in één halve noot. Er passen dus ook vier kwartnoten in een hele noot. Een kwartnoot staat tot een achtste noot als 2:1 in tijdsduur.
Muzieknoten worden benoemd met de eerste letters van het alfabet, namelijk van A tot en met G (in het geval van de G-sleutel). We stoppen het benoemen bij de letter G. Boven de G herhaalt zich daarboven opnieuw de noot A. Deze noten heten in feite hetzelfde als deze voor de G.
Er passen dus in totaal elf noten op de notenbalk. Vijf op de lijnen, en zes tussen de lijnen. De onderste noot van de notenbalk 'hangt' onder aan de notenbalk en de bovenste noot 'ligt' boven op de notenbalk.
De viool- of G-sleutel is het teken aan het begin van de notenbalk dat bepaalt dat de noot door het tweede lijntje van onder als de toon g klinkt.
Wat is een achtste rust gelijk aan? Achtste rust is gelijk aan de duur van een achtste noot: 1/2 a BEAT. De ACHTSTE RUST. Achtste rusten hebben één boog, net als één vlag of straal van de achtste noot.
Fermata = 1) rustteken (muz.)
Noten van verschillende lengtes vormen samen een ritme. Het ritme van een muziekstuk hangt sterk samen met de maatsoort en met de afwisseling van sterke en zwakke maatdelen. Denk bijvoorbeeld aan het ritme van je hart, of aan het ritme van een tikkende klok (tik tak tik tak).
Een achtste noot is de helft van een kwart noot. Er passen dus 2 achtste noten in een kwart noot, 4 achtste noten in een halve noot en 8 achtste noten in een hele noot. De nootduur van een achtste noot is een halve tel.
Als we van de achtste noot weer twee keer zo klein gaan, krijgen we een zestiende noot die maar een kwart tel lang is (er passen vier van deze noten in één tel). De zestiende noot heeft twee vlaggetjes aan de stok.
Er is een vrij logische correlatie tussen leeftijd en kosten: hoe ouder hoe meer ervaring. Met die ervaring zal de kwaliteit van de lesmethode hoger liggen, en dus zijn de lessen duurder. Een 25-jarige student bij een conservatorium zal nauwelijks meer dan €35 per pianoles kunnen vragen.
Muziek spelen bevordert je intelligentie
Het is wetenschappelijk bewezen dat iets nieuws leren, dus ook piano leren spelen, een positief effect heeft op je hersenen. Bovendien hebben kinderen die een instrument bespelen een sterker verbonden linker- en rechter hersenhelft dan kinderen die dat niet doen.