Rook is het grootste gevaar voor brand in een woning, ontdekten de onderzoekers van de Brandweeracademie en Brandweer Nederland. Brand in huis? Sluit de deuren, dat belemmert de rookverspreiding.
Rook bestaat uit heel veel kleine deeltjes die van een verbrande stof afkomen en door de lucht zweven. Zulke kleine deeltjes noemen wij vaste aerosollen. Deze deeltjes zweven door de lucht, maar ze stijgen ook. Dit komt omdat vuur de lucht verwarmt en warme lucht stijgt.
Rook inademen kan leiden tot brandende ogen, een geïrriteerde neusholte, keel of luchtwegen. Hoe hoger de concentratie rook, hoe sneller deze effecten optreden. De acute risico's hangen vooral af van de hoeveelheid zwevende deeltjes zoals roet en ander fijnstof, en de hoeveelheid irriterende en verstikkende stoffen.
De meeste branden betreffen een zeer snelle oxidatie, ofwel een reactie van een chemische stof (in de praktijk meerdere stoffen) met zuurstof.
Voor brand zijn er drie factoren nodig. Als deze alle drie aanwezig zijn en in de juiste verhouding, dan ontstaat er brand. Dit noemen we de branddriehoek. De drie factoren van de branddriehoek zijn: warmte, zuurstof en brandstof (brandbaar materiaal).
Water (H2O) kan niet branden, want het reageert niet met zuurstof (O2). Waterstofperoxide heeft als formule H2O2 en heeft als structuur H-O-O-H (allen enkelvoudige bindingen).
Zuurstof kan verwijderd worden door de brand te smoren met een waterachtige filmlaag, of met een inert gas. Een kaarsendover werkt ook doordat de vlam alle zuurstof verbrandt. Als alle zuurstof onder de kaarsendover op is, dan zal de vlam doven.
Sommige stoffen, zoals koolmonoxide en fijn stof, komen bij vrijwel elke brand vrij. Andere stoffen worden voornamelijk gevormd als er specifieke materialen in de brandhaard aanwezig zijn. Voorbeelden zijn zoutzuur en dioxinen bij verbranding van PVC.
Het principe is simpel, zodra de branddriehoek compleet is, is er vuur. Het principe van de branddriehoek is toch: indien er voldoende brandbaar materiaal is in combinatie met een voldoende hoge temperatuur en voldoende zuurstof dan is er vuur. De definitie van vuur en brand ligt gelijk.
Rookbeheersingsinstallaties voeren bij brand de rook en warmte af. Dat gebeurt door de hete rook- en verbrandingsgassen via openingen onbelemmerd naar buiten te laten stromen of door een rook- en warmteafvoerinstallatie. De ruimte waar de brand is vult zich met minder rook.
Veel mensen denken dat rook van een brand met chemische stoffen veel gevaarlijker is dan rook van een gewone brand. Maar alle rook is schadelijk. Ook rook die niet van een brand komt, bevat giftige stoffen, zoals dioxinen.
Snellere verspreiding
Bij hoge temperaturen gaan kieren met brandwerende voorzieningen namelijk wel dicht, maar onder 200°C kan rook er wel doorheen komen.” Daarnaast kunnen ventilatieroosters, luchttoevoer en afvoersystemen rook verspreiden, ook naar ruimten die niet in direct contact staan met de brandhaard.
Rook is een vaste stof in een gas, zoals de rookontwikkeling bij een brand.
Brandende sigaretten of sigaren zijn vaak de oorzaak van een fatale woningbrand. Meer dan een derde van die branden wordt door een roker veroorzaakt, zegt het Instituut Fysieke Veiligheid.
De bij brand ontstane rook en verbrandingsgassen zorgen voor beperkte zichtbaarheid, mogelijke giftige of schadelijke dampen of gassen en de meeste verbrandingsgassen zijn lichter dan lucht.
Open vuur is een niet van de buitenlucht afgeschermde warmtebron. Dus dat is o.a. een aansteker, kampvoor maar ook een barbecue of een gasbrandertje. Dus eigenlijk alles waarbij je het vlammetje kan zien.
Om vuren in de tuin voor iedereen leuk te houden, heeft de overheid regels opgesteld. Het is verboden om geverfd of geïmpregneerd hout, bewerkt hout, snoeihout, afval, papier of karton te verbranden. Een vuurtje stoken mag alleen in een buitenkachel, tuinhaard, barbecue, vuurkorf, vuurpot of gelpot.
Een rode, gele of oranje vlam komt door een lage temperatuur, een blauwe of witte vlam wordt veroorzaakt door een hogere temperatuur. Ten tweede wordt de vlam gekleurd door aangeslagen (energierijke) radicalen.
Benauwd gevoel en kortademigheid bij personen met (over)gevoelige luchtwegen, bijvoorbeeld door astma. Rookvergiftiging door schadelijke stoffen, bijvoorbeeld koolmonoxide. Dit kan dodelijk zijn. Overgevoeligheid van de luchtwegen voor allerlei prikkels die maanden of jaren kan duren.
Ook komt bij een brand rook vrij met (onvolledige) verbrandingsproducten, waaronder giftige gassen zoals koolstofmonoxide. Inademen van rook kan daarom zorgen voor vergiftiging en, door de hitte, tevens voor verbranding van de longblaasjes.
In tabaksrook: komt vrij bij de verbranding van tabak en stoffen die aan een sigaret zijn toegevoegd, zoals suikers, sorbitol en glycerol. Sigarettenrook bevat relatief veel van deze stof. Het is zelfs een van de hoofdbestanddelen, naast teer, nicotine en koolmonoxide.
Dit gebeurt in een expansiekoker. Bij dit proces wordt veel warmte onttrokken en daarom kan de koker afkoelen tot wel -80°. Daarom is het belangrijk alleen het handvat van de blusser vast te pakken. Doet u dat niet dan loopt u een grote kans op derdegraads brandwonden en is tevens verstikkend voor mens en dier.
Verklaring: Vuur heeft lucht (zuurstof) nodig om te branden. Als je een potje over de kaars zet, kan er niet genoeg nieuwe lucht bij de kaars geraken. De kaars gebruikt al het aanwezige zuurstof op en dooft uit.
Aardgas is lichter dan lucht en stijgt wanneer het vrijkomt. Dit laatste is belangrijk om te weten zodat we kunnen vermijden dat het gas - bij een eventueel lek - in de woonruimte blijft hangen en door toevoeging van bv.