Ritsen is verplicht wanneer er bij sterk vertraagd verkeer sprake is van een wegversmalling. Dit kan zijn door bijvoorbeeld wegenwerken, een ongeval of een rijstrook die ophoudt te bestaan. Ritsen is geen kwestie van hoffelijkheid, maar simpelweg de wet. U bent dus verplicht het te doen.
Automobilisten zijn niet verplicht om beurtelings in te voegen en om zo netjes mogelijk te ritsen. In de wet is namelijk niets geregeld over ritsen. De borden met aanwijzingen zijn enkel en alleen bedoeld om het verkeer vlot te laten doorstromen.
Als een bestuurder van rijstrook wisselt tijdens het ritsen moet een bestuurder voorrang verlenen. Als beide bestuurders van rijbaan wisselen bij het ritsen moeten beide bestuurders voorrang verlenen. Daarnaast kan van belang zijn met welke snelheid en met welke afstand een bestuurder invoegt.
Wie is aansprakelijk voor een ongeval tijdens het ritsen? In de regel geldt dat, als u van rijstrook wisselt, u een manoeuvre uitvoert en geen voorrang hebt op andere voertuigen. Bij een ongeval bent u dan aansprakelijk voor de schade. Máár de wegcode beschouwt ritsen wanneer dat verplicht is, níét als een manoeuvre.
Ritsen is verplicht wanneer er bij sterk vertraagd verkeer sprake is van een wegversmalling. Dat kan zijn door bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, een ongeval of een rijstrook die ophoudt te bestaan. Invoegen in het verkeer kan dan soms stresserend zijn. Als er weinig verkeer is, gaat invoegen doorgaans vlot.
In Frankrijk is het ritsen nog niet opgenomen in de wegcode.
Invoegen is een bijzondere verrichting waarbij voorrang wordt verleend aan de bestuurders op de doorgaande rijbaan. Hierbij vinden we het als invoegende bestuurder heel normaal dat de auto's op de doorgaande baan even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken. Maar dit is een gunst, geen verplichting.
Ritsen is verplicht wanneer er bij sterk vertraagd verkeer sprake is van een wegversmalling. Dit kan zijn door bijvoorbeeld wegenwerken, een ongeval of een rijstrook die ophoudt te bestaan. Ritsen is geen kwestie van hoffelijkheid, maar simpelweg de wet. U bent dus verplicht het te doen.
Invoegende en uitvoegende weggebruikers moeten voertuigen die op dezelfde rijbaan blijven rijden voor laten gaan. Blijft iemand dus op het weefvlak rijden en wisselt hij niet van rijstrook, dan heeft hij voorrang op iemand die wel van rijstrook wisselt en dus een bijzondere verrichting doet.
In de bebouwde kom mag je de rijstrook kiezen die het best aan je bestemming beantwoordt. Als je op een weg met meerdere rijstroken rijdt en je moet verderop linksaf, dan mag je links blijven.
Wat moet je doen als je niet kunt invoegen? Op het einde van de invoegstrook stoppen, en wachten totdat je ertussen kan. NIET over de vluchtstrook doorrijden.
Reacties. "Er geldt geen minimumsnelheid voor het wegverkeer. Wel kunt u een boete krijgen als u zo langzaam rijdt dat u het overige verkeer hindert of in gevaar brengt." Dus nee, niet per se, maar je mag overig verkeer niet in gevaar brengen.
Te dicht invoegen achter een ander voertuig dat zich al op de doorgaande rijbaan bevindt moet je voorkomen. Als je moet stoppen omdat er bijvoorbeeld geen ruimte is om in te voegen, bijvoorbeeld bij file, doe dat dan aan het begin van de invoegstrook, dan heb je nog de tijd snelheid te maken.
De nieuwe strepen veranderen niets aan de bestaande verkeersregels en maximumsnelheden op wegen buiten de bebouwde kom. Verkeersborden gaan voor strepen op de weg. Aan de strepen kun je zien hoe hard je normaal gesproken mag rijden. Soms past een lagere snelheid beter bij de situatie.
Voor een kwart van de Nederlanders zijn bumperklevers de allergrootste ergernis, gevolgd door automobilisten die met hun smartphone bezig zijn. Ook snelheidsduivels worden irritant gevonden; zij staan op nummer drie. Dit is de top 5 van ergernissen in het verkeer: Bumperklevers (59%)
Slepen van een motorvoertuig
Het is als bestuurder van een motorvoertuig toegestaan om een andere motorvoertuig te slepen, zolang de afstand van de achterzijde van het trekkend voertuig tot de voorzijde van het gesleepte voertuig niet meer bedraagt dan 5 meter.
Invoegstroken voor werkverkeer
- De beginsnelheid bij het invoegen is gesteld op 0 tot 10 km/h vanwege de beperking bij het uitrijden van het werkvak. - Op rechts gelegen invoegstroken is de snelheid waarmee het verkeer invoegt is 0,75 van de (tijdelijke) maximum snelheid, met een maximum van 60 km/h (0,75 x 80 km/h).
In zo'n situatie raadt Maaskant aan vooral niet stil te gaan staan. "Kan je niet invoegen, stop dan nooit op de invoegstrook, maar rij door over de vluchtstrook. Besef daarbij wel dat je waarschijnlijk een inschattingsfout hebt gemaakt bij het zoeken naar vrije ruimte."
Je mag rechts inhalen in de volgende situaties: Als een bestuurder links voorsorteert en aangeeft naar links te willen. Als je rechts van een blokmarkering rijdt (bijvoorbeeld bij een in- of uitvoegstrook). Als je een tram wilt passeren.
Waar die twee rijstroken smelten, moet je wel ritsen bij sterk vertraagd verkeer, maar bij het invoegen op de snelweg niet meer. Ook bij verkeerswisselaars waar snelwegen elkaar kruisen, is ritsen niet van toepassing. Uiteraard is het in vele situaties wel hoffelijk.
Om veilig in te voegen, is het belangrijk dat u even hard rijdt als het andere verkeer op de snelweg. Gebruik de invoegstrook daarom om op snelheid te komen, zodat u er makkelijk tussen kunt komen. Rijdt u te langzaam, dan moeten andere weggebruikers op de rem trappen.
De bestuurders die reeds op de autostrade rijden hebben altijd voorrang. Het is aan de bestuurders die de autostrade komen opgereden om in te voegen. De bestuurders die zich reeds op de autostrade bevinden zijn niet verplicht om te ritsen.
Toelichting. In een weefvak worden verkeerstechnisch gezien een invoegende en uitvoegende beweging zodanig gecombineerd, dat de invoegstrook en uitvoegstrook in elkaar overlopen. Een weefvak is een gelijkvloerse oplossing om uitwisselingen tussen twee rijbanen (met verkeersstroom in dezelfde richting) af te wikkelen.
Gewenste versnelling Rijd in de 4de versnelling de snelweg op. In de 4de versnelling kan de auto meer kracht leveren als je in een korte tijd sneller moet gaan rijden. Schakel op de eerste rijstrook van de snelweg door naar de 5de versnelling als je tegen de 100 kilometer per uur rijdt.
Tips bij het uitvoegen
Hou je richtingaanwijzer aan zolang je links naast je blokjes ziet. Na de laatste pijl houden de blokjes op en dan zet je het knipperlicht uit. Schakel altijd voor de (scherpe) bocht naar de juiste versnelling (meestal 3e of 4e versnelling).