Olie, hoewel dikker, heeft een lagere dichtheid dan water.
Water is ongeveer 1 kg per liter. Een liter olie is lichter dan een liter water, maar een liter stroop is zwaarder. Je kunt ook zeggen dat olie een kleinere dichtheid heeft dan water en stroop een grotere dichtheid. En daarom blijft de olie op het water drijven en zakt de stroop erdoorheen.
Antwoord: Eén liter water is zwaarder dan één liter olie omdat water dichter is dan olie. Dichtheid is een eigenschap van materie die wordt bepaald door de massa van een object gedeeld door het volume. Watermoleculen zitten dichter op elkaar en gepakt dichter dan oliemoleculen, waardoor water dichter is.
Olie op het water kan schade toebrengen aan dieren en planten die in het water leven. Rampen met olietankers op zee leverden in het verleden steeds een zware aanslag op het ecosysteem. Gelukkig komen die niet vaak meer voor.
Olie en water zijn allebei vloeistoffen. De olie en het water stoten elkaar af, waardoor ze niet goed kunnen mengen en twee lagen vormen. Een liter olie is lichter dan een liter water, daarom blijft de olie in een laag op het water drijven. Zout zinkt in olie en in water.
1) De olie mengt zich niet met water . 2) Het blijft op het water liggen en vormt een aparte laag.
Je kunt water en olie niet goed mengen, want ze stoten elkaar af. Olie noem je daarom een waterafstotende stof (hydrofobe stof). En olie is lichter is dan water, daardoor blijft het in een laagje op het water drijven.
Dus wat gebeurt er als je olie en water probeert te mengen? De watermoleculen trekken elkaar aan en de oliemoleculen blijven aan elkaar plakken.Dat zorgt ervoor dat olie en water twee aparte lagen vormen . Watermoleculen stapelen zich dichter op elkaar, waardoor ze naar de bodem zinken en olie op het water achterblijft.
Waarom je geen water moet gebruiken
Doordat het water bij contact met de hete olie onmiddellijk gaat koken, ontstaat in de olie een stoomwolk. Deze stoomwolk verspreidt fijne oliedeeltjes in de lucht en er ontstaat een uiterst brandbaar mengsel.
Als je water en olie samenvoegt, zal de olie op het water blijven liggen. Hoe goed je ook roert, ze mengen niet helemaal. Het enige wat er gebeurt is dat de olie uiteenvalt in kleinere bolletjes die in het water drijven. Maar dit blijft niet lang zo: na een tijdje ligt de olie gewoon weer boven op het water.
De dichtheid
Je zult merken dat de olie erboven drijft en het water eronder blijft. Dit komt omdat de olie een lagere dichtheid heeft dan water: ongeveer 0,91 kg/L. Dat wil zeggen, 1 liter water en 1 liter olie hebben hetzelfde volume, maar 1 liter water is zwaarder dan 1 liter olie .
het soortelijk gewicht van afgewerkte olie is circa 0.9 kg per liter. Een tank van 2.000 liter levert dus 1.800 kg. een aantal recyclingbedrijven hanteren voorrijkosten, varierend van 50 euro tot 100 euro.
omdat olie minder dicht is dan water , zal het altijd op water drijven. - Watermoleculen bestaan uit zuurstof- en waterstofatomen die aan elkaar gebonden zijn. Zuurstof is zwaarder en kleiner dan koolstof, dus een volume watermoleculen is zwaarder dan hetzelfde volume oliemoleculen. Dit maakt water dichter dan olie.
Olie is minder dicht dan water (het drijft op water) maar viskeuzer dan water . Olie weerstaat stroming, terwijl water gemakkelijker stroomt.
De eenheid voor dichtheid in het metrische stelsel is meestal kg/m³ (kilogram per kubieke meter). Voor water is de dichtheid bij benadering 1000 kg/m³. Dit betekent dat 1 liter water een massa heeft van ongeveer 1 kg.
Als we nu de bodem van het vaatje verwarmen kost het relatief meer tijd voor de warme olie om de temperatuursensor te bereiken, waar we de temperatuurtoename meten. Voor water verloopt het proces sneller.
Vloeibaar water wordt bijeengehouden door waterstofbruggen. (Vloeibaar water heeft minder waterstofbruggen dan ijs.) Oliën en vetten hebben geen polair deel en om ze in water op te lossen, zouden ze een deel van de waterstofbruggen van het water moeten verbreken . Water kan dit niet, dus de olie wordt gedwongen om gescheiden te blijven van het water.
Zo blus je een vlam in de pan op een veilige manier
Een vlam in een pan of een frituurbrand mag je nooit met water blussen, want dit kan een explosie veroorzaken. Maar je mag ook geen blusdeken gebruiken. Hoe kun je zo'n brand dan wel het beste blussen? Bedek je handen (bijvoorbeeld met ovenhandschoenen).
Vlam-in-de-pan is het verschijnsel waarbij hete (kokende) olie in een pan in brand vliegt. De ontsteking gebeurt doorgaans door het overkoken, waarbij de olie in contact komt met de warmtebron onder de pan. De olie kan echter ook de zelfontbrandingstemperatuur bereiken (ongeveer 320 °C) en spontaan ontbranden.
Zelfs een kleine hoeveelheid water in een pan of frituurpan gevuld met brandende olie zal naar de bodem zinken, oververhit raken en uitbarsten . Volgens Scientific American heeft de reden dat oliën niet mengen met water te maken met hun eigenschappen. Watermoleculen zijn polair en oliën zijn apolair.
1) Oliën kunnen onderduiken of zinken omdat hun dichtheid zwaarder is dan water , en oliën kunnen dichter worden naarmate ze langer in het water blijven. 2) Oliën kunnen onderduiken in de waterkolom wanneer ze turbulentie tegenkomen, zoals stromingen en golven. Ondergedompelde olie kan zich binnen de waterkolom verplaatsen.
Dit maakt het lange molecuul tot een functionerende oppervlakteactieve stof die olie en water bindt. Door simpelweg lucht door de vloeistof te laten borrelen, wordt de amidine opnieuw gevormd, waardoor het proces wordt omgedraaid – het olie-watermengsel scheidt zich weer .
Olie en water mengen niet. Dat komt omdat olie niet van water houdt. Olie is ook nog eens lichter dan water, net zoals kurk. Olie blijft doordat het lichter is drijven.
Gebruik nooit water op een olie- of vetbrand! Branden van frituurvet en -olie staan bekend als gevaarlijke brandrisico's. Het gebruik van water op een vetbrand kan de situatie echter verergeren. Branden van frituurvet en -olie staan bekend als gevaarlijke brandrisico's.
Je kunt het scheiden door filtratie of bezinking, zoals bezinking van water in olie. Bij filtratie vindt scheiding plaats met behulp van een poreus filtermedium, waarbij de vaste deeltjes (sediment / olie) worden tegengehouden en zo een filterkoek vormen.