Dit waar de nooduitgangen en vluchtwegen onvoldoende vindbaar zijn bij het uitvallen van de hoofdverlichting. Dat betekent dat als de reguliere verlichting in jouw werkruimte uitvalt en het moeilijk is om de nooduitgangen te vinden, jij wettelijk verplicht bent om noodverlichting te installeren.
Nooduitgangverlichting moet minimaal drie uur aanblijven in gebouwen die bewoners niet direct kunnen evacueren , zoals hotels. De minimale verlichtingsduur daalt tot één uur in gebouwen waar bewoners het gebouw snel kunnen evacueren en het niet meteen weer hoeven te bezetten.
Je bent verplicht om noodverlichting te voorzien in alle gebouwen ongeacht de grootte.
Het is verplicht om nooduitgang borden en stickers te gebruiken om de vluchtroutes aan te geven. Deze borden en stickers moeten op een duidelijke en herkenbare manier worden aangebracht, zodat iedereen ze snel kan vinden.
Wie is er verantwoordelijk voor de noodverlichting? Een gebouweigenaar, oftewel de verhuurder, is volgens het Bouwbesluit verantwoordelijk voor een goed functionerende noodverlichtingsinstallatie. De huurder is vanuit de Arbowet dan weer verantwoordelijk voor haar personeel.
Als u verhuurder of eigenaar bent van een woon- of bedrijfspand , bent u ervoor verantwoordelijk dat de noodverlichtingstestprocedures en -tests efficiënt en correct worden uitgevoerd volgens de wet.
Het Bouwbesluit 2012, nu BBL
In Nederland wordt de verplichting voor noodverlichting geregeld door het Bouwbesluit uit 2012, opgesteld door de Rijksoverheid. Dit besluit is bedoeld om de veiligheid van gebouwen en personen te waarborgen. Vooral in het geval van brand of andere noodsituaties.
Een jaarlijkse keuring van uw noodverlichting en regelmatig onderhoud van uw noodverlichting is verplicht. Dit is zeer belangrijk om te voorkomen dat vluchtroutes niet meer begaanbaar zijn of uw noodverlichting niet meer werkt.
Borden voor nooduitgangen moeten altijd zichtbaar zijn en worden verlicht door een externe lichtbron of door een interne lichtbron. Zo wordt gewaarborgd dat de richtingaanwijzers op het bord zichtbaar zijn.
Installateurs die gecertificeerd zijn volgens normen zoals NEN 1010 en een elektrotechnische achtergrond hebben, zijn bevoegd om noodverlichting te plaatsen. Zij hebben kennis van de technische vereisten en weten hoe ze de verlichting correct moeten installeren.
Ja, een jaarlijkse controle is wettelijk verplicht. Goed uitgevoerde nood- en veiligheidsverlichting zorgt ervoor dat uw werknemers hun taken kunnen beëindigen en zich op een veilige manier naar buiten kunnen verplaatsen.
In het donker is het dimlicht verplicht. De dimlichten hoeven niet aan als de mistlichten branden. Branden de dimlichten en mistlichten aan de voorkant van de auto tegelijk? Dan bestaat de kans dat de reflectie van uw eigen dimlicht u verblindt.
Veiligheidsverlichting: zorgt voor herkenning van evacuatiemiddelen en veilige evacuatie van personen bij uitval van de normale kunstverlichting. Noodverlichting: zorgt bij uitval van de normale kunstverlichting dat activiteiten kunnen verder gezet worden om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Onderhouden noodverlichting staat altijd aan , zelfs als de normale stroomvoorziening werkt. Ze trekken normaal gesproken stroom van de hoofdstroomvoorziening. Als de stroom uitvalt, schakelen ze automatisch over op batterijgebruik.
Ja, verlicht uw uitgangen!
Buiten uw openingstijden of in bedrijven die minder licht nodig hebben, wat is de vereiste voor het 'verlichten' van uw nooduitgangborden? Veiligheidsvoorschriften stellen dat alle nooduitgangborden verlicht moeten zijn .
Moet noodverlichting altijd aan zijn? Noodverlichting moet altijd op de stroombron worden aangesloten, maar hoeft niet altijd te branden . Zelfvoorzienende noodverlichtingsarmaturen (d.w.z. noodverlichtingsarmaturen die elk hun eigen batterijen hebben) kunnen worden geïnstalleerd als onderhouden of niet-onderhouden.
De deur naar een vluchtroute moet altijd open staan. Een vluchtroute moet minimaal 0,85 cm breed zijn en 2.30 m hoog. De deuren die gebruikt worden in een vluchtroute moeten automatisch sluiten. Vloer- en wandbekleding van de vluchtroute is altijd onbrandbaar.
Het is bekend dat er tijdens een noodgeval veel paniek heerst, dus het is belangrijk om het gebied verlicht te hebben om ongelukken te voorkomen. Verdere regelgeving stelt dat noodverlichting binnen 2 meter (6ft 7in) horizontale afstand boven een brandalarm of brandblusapparaat moet worden aangebracht.
Noodverlichting moet jaarlijks worden geïnspecteerd en gecertificeerd binnen de termijnen die zijn vastgelegd in de Emergency Lighting (Safety) Regulations 1997 .
Sinds 1 juli 2020 is het verplicht voor bedrijven om LED-verlichting te gebruiken op de werkvloer, inclusief noodverlichting en vluchtwegaanduiding.
Wanneer de stroom uitvalt moet de noodverlichting gegarandeerd één uur branden. De batterijen moeten om de vijf jaar vervangen worden. Na vijf jaar zal de accu wel nog functioneren, maar nooit de gevraagde lichtopbrengst geven.
Het Bouwbesluit regelt wanneer een vluchtrouteaanduiding verplicht is. In alle ruimten waardoor een verkeersroute voert (veelal de gangen e.d.) en in ruimten die is bestemd voor meer dan 50 personen, moet vluchtrouteaanduiding aanwezig zijn.
Ja, alle toiletten zonder daglicht en groter dan 8m2 hebben noodverlichting nodig .
De noodverlichting mag in principe door iedereen worden onderhouden, zolang de monteur maar over voldoende vakkennis en vaardigheden beschikt om dat op een juiste en veilige methode te doen. Dat kan iemand van de eigen technische dienst zijn of een extern gespecialiseerd onderhoudsbedrijf zoals Velco.