Het is-niet-gelijk-aan-teken of ongelijkheidsteken is het wiskundige symbool ≠ voor de ongelijkheidsrelatie, dat aangeeft dat de twee operanden aan weerszijden van het symbool niet gelijk zijn aan elkaar. Daarmee is dit symbool dus de tegenhanger van het bekendere isgelijkteken (=).
Selecteer de ≠ uit het `Speciale tekens` venster. (alt⌥ + cmd⌘ + T) Bij MS-Word kan het via `Insert → Symbol → Advanced Symbol` of `Invoegen → Symbolen → Meer symbolen`.
Het (is)gelijkteken of gelijkheidsteken (in België veelal met is gelijk aan aangeduid) is de naam van het wiskundige symbool =. Dit teken geeft de gelijkheid aan van de twee operanden waar het tussen staat.
≤ betekent kleiner dan of gelijk aan. ≥ betekent groter dan of gelijk aan. Als je deelt of vermenigvuldigt met een negatief getal in een ongelijkheid, dan klapt het teken om.
De verzameling van natuurlijke getallen wordt aangeduid met het symbool N. De verzameling van gehele getallen wordt voorgesteld door symbool Z en bevat naast de natuurlijke getallen ook de gehele negatieve getallen.
In de wiskunde een aanduiding voor een willekeurig element van een verzameling; d.w.z. de waarde/betekenis kan variëren (=veranderen).
Een teken heeft altijd maar een betekenis, een symbool meerdere betekenissen. Een symbool geeft te denken over de hoofdzaken van het leven.
≡ identiek aan. < kleiner dan, in programmeertalen ook LT. > groter dan, in programmeertalen ook GT.
Selecteer de ≈ uit het `Speciale tekens` venster. (alt⌥ + cmd⌘ + T) Bij MS-Word kan het via `Insert → Symbol → Advanced Symbol` of `Invoegen → Symbolen → Meer symbolen`.
Groter-dan- en kleiner-dan-tekens worden gebruikt om getallen en uitdrukkingen te vergelijken. Het groter-dan-teken is >. Dus 9>7 lezen we als '9 is groter dan 7'. Het kleiner-dan-teken is <.
De aan/uit-schakelaar is een tuimelschakelaar en heeft twee symbolen op de voorkant: “O” en “-“. Dit zijn de internationale symbolen voor stroom “Aan” en stroom “Uit”. “O” betekent dat de stroom is uitgeschakeld en “-” betekent dat de stroom is ingeschakeld.
Apple-toetsenborden een optie opnemen die gebruikers kunnen indrukken in combinatie met anderen om symbolen en tekens in documenten te typen. druk de Optietoets + = Mac-sneltoets om het niet-gelijk-symbool in documenten in te voeren.
Het logo is een symbool dat wordt gebruikt om een instelling, merk, persoon of samenleving te vertegenwoordigen. Het wordt gekenmerkt doordat het is samengesteld uit afbeeldingen, symbolen en/of letters. Rond 1800 begonnen de eerste logo's te verschijnen.
Een symbool (ook: zinnebeeld) is een nationaal of internationaal genormeerde notatie om een technisch of wetenschappelijk begrip aan te duiden. Voorbeeld: C (koolstof). De spellingregels voor symbolen gelden ook voor valutatekens, zoals £ (pond sterling) en (euro).
Het copyrightteken moet in de Verenigde Staten verplicht op drukwerk worden aangebracht dat voor 1 maart 1989 tot stand gekomen is om auteursrechtelijke bescherming voor dat werk te verkrijgen. Er is/was een strikt voorschrift over de volgorde van dit teken, het jaartal en de auteurs- of uitgeversnaam.
Het symbool ∈ is te zien als een gestyleerde letter 'e', wat de eerste letter is van 'element'. Als a ∈A , dan zeggen we ook wel dat 'a tot A behoort'.
In formules wordt het als volgt gebruikt. Met " ∝ " druk je dus uit dat je de constanten ervoor niet precies weet (anders had je wel een "=" gebruikt), maar dat de afhankelijkheid van de grootheid (v in bovenstaand voorbeeld) gegeven wordt door de formule ... (v^2 in bovenstaand voorbeeld).
Een reëel getal wordt gedefinieerd als equivalentieklasse van geschakelde intervallen van rationale getallen.
De verzameling van de rationale getallen bevat alle getallen die te schrijven zijn als een deling van twee gehele getallen. Deze verzameling noem je Q . "Ratio" betekent "verhouding" . Q bevat dus alle getallen die als pq geschreven kunnen worden en waarvoor geldt dat p en q gehele getallen zijn.
De symbolen van eenheden worden in beginsel met een kleine letter geschreven, met uitzondering van de eenheden die van eigennamen zijn afgeleid (bijvoorbeeld N = newton; Pa = pascal).
Het symbool π is de kleine letter pi uit het Griekse alfabet (overeenkomend met de Latijnse p). Dit symbool werd door Engelse wiskundigen William Oughtred in 1647, en Isaac Barrow in 1664 al gebruikt als afkorting van het Griekse woord περιφέρεια (periphereia = omtrek van een ronde vorm).