Aardrijkskundige begrippenJe schrijft een hoofdletter bij namen van landen, steden en rivieren, volken en talen: Nederland, Groningen, de Maas, Franse kaas, Spaanstalig, de Britten.
Wanneer gebruik je een hoofdletter? Hoofdletters gebruik je in twee situaties: aan het begin van een zin en bij namen. Je gebruikt ze bij namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen.
Benamingen van schoolvakken, opleidingsonderdelen, vakgebieden en specialismen schrijven we in principe met een kleine letter. Woorden die volgens de spellingregels met een hoofdletter geschreven moeten worden, zoals namen van talen, krijgen wel een hoofdletter.
1 - Een zin begin je met een hoofdletter. 2 - De eerste letter van een naam schrijf je met een hoofdletter. 3 - Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 4 - Namen van talen/dialecten schrijf je met een hoofdletter.
Talen: geen hoofdletter
Anders dan in het Nederlands worden talen in het Frans zonder hoofdletter geschreven: français dus.
Europees. Ook het bijvoeglijk naamwoord Europees krijgt altijd een hoofdletter, zowel in eigennamen (Europese Commissie, Europees Parlement) als in andere combinaties (een Europees land, Europese subsidies).
(1) De naam van een taal of dialect wordt met een hoofdletter geschreven. (2) Samenstellingen* en afleidingen* behouden de hoofdletter, maar werkwoorden en daarvan afgeleide zelfstandige naamwoorden schrijven we met een kleine letter.
Als iets een soortnaam is, worden er in principe geen hoofdletters gebruikt. Bijvoorbeeld bij de woorden 'dienst', 'politiebureau' of 'stadhuis'. Daar zijn er immers meer van. Personen en zaken die als 'heilig' worden beschouwd, worden met een hoofdletter geschreven.
Functies, functienamen, functiebenamingen, functieaanduidingen, titels (hoofdletter) Functiebenamingen en titels, al dan niet gevolgd door een naam, schrijven we volgens de spellingregels met kleine letters.
De namen van de dagen van de week worden klein geschreven.
Is het 'de vak' of 'het vak'?
Het is 'het vak', want vak is onzijdig.
Het vak Nederlands heeft als doel leerlingen lees- en schrijfvaardig te maken in de Nederlandse taal. Ook onderwerpen als literatuurgeschiedenis, taalbegrip, samenvatten en mondelinge technieken komen hierbij kijken. Nederlands is zonder twijfel een alfa vak.
God is met een hoofdletter als het naar het enige opperwezen van een godsdienst verwijst - meestal het christendom, maar ook het jodendom en de islam. Het is de naam van een heilig wezen of een heilige persoon. De hoofdletter drukt zowel het naamkarakter uit als eerbied voor de heiligheid. Wij geloven in God.
Aanspreekvormen, functiebenamingen en titels, al dan niet gevolgd door een naam, schrijven we met kleine letters. Dat geldt ook voor de adellijke titels prins en prinses.
Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein. Ze worden als soortnamen beschouwd.
De namen van de maanden worden klein geschreven.
Het woord gemeente is een soortnaam en wordt in de regel klein geschreven. Dat geldt in principe ook als het woord wordt gevolgd door de naam van de gemeente. Marcel groeide op in een landelijke gemeente.
Toelichting. Functieaanduidingen zijn geen eigennamen, maar soortaanduidingen; daarom zijn er geen hoofdletters nodig.
Als 's avonds aan het begin van de zin staat, krijgt de a de hoofdletter. De hoofdletter 'verschuift' als het ware naar het eerste volledige woord. Het is dus bijvoorbeeld: 's Avonds moet ik geen koffie meer drinken.
Alle onderwijstypen krijgen kleine letters – zowel de voluit geschreven vormen (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger beroepsonderwijs e.d.) als de afkortingen (vwo, hbo e.d.).
Als aanduiding voor 'de centrale overheid in Nederland of België', 'de Nederlandse of Belgische staat' is Rijk juist. De aanduiding is al lange tijd met hoofdletter ingeburgerd, ook al is het officieel geen eigennaam.
Algemene woorden (soortnamen) krijgen in principe geen hoofdletter.Pas ná de soortnaam volgt de naam; die krijgt de hoofdletter omdat die het ministerie specificeert: bijvoorbeeld Buitenlandse Zaken, Defensie, Infrastructuur en Waterstaat, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Justitie en Veiligheid, etc.
Namen van landen schrijven we met een hoofdletter.
Dat geldt ook voor andere aardrijkskundige namen, zoals namen van werelddelen, streken, provincies, steden, gemeentes, rivieren, zeeën, bergen, woestijnen.
Regel 1 - Hoofdregel. Schrijf de naam van een taal, een dialect of een andere taalvariëteit met een hoofdletter. Een taalnaam die is afgeleid van een aardrijkskundige naam, behoudt de hoofdletters van de aardrijkskundige naam.
Namen van tijdperken, stromingen (cultureel, maatschappelijk, religieus, artistiek) en kalenderaanduidingen schrijf je met een kleine letter. De namen van instellingen, organisaties, bedrijven, merken en gebouwen schrijf je met een hoofdletter. Dat geldt ook voor samenstellingen met die namen.