Meelwormen zitten bomvol eiwitten, een voedingstof die erg belangrijk is voor vogels. Vooral in het voorjaar kunnen de vogels dit zeer goed gebruiken. Het bouwen van nesten, het voeren van jongen, het beschermen van hun territorium, allemaal dingen die veel energie kosten.
Vogels die rupsen en wormen eten zijn voornamelijk lijsterachtige vogels zoals lijsters, merels, koperwieken, kramsvogels en roodborstjes. Deze tuinvogels zullen dus afkomen op voer met bijv meelwormen. Dit voer kun je aanbieden in de tuin of op het balkon in een vogelvoederhuisje of op een voederplateau.
Roodborst, pimpelmees, boomkruiper en winterkoning eten graag verse of gevriesdroogde meelwormen. Voer niet te veel tegelijk en let op dat er geen dode wormen blijven liggen.
De meelworm wordt wel gevoerd aan in gevangenschap gehouden geleedpotigen als vogelspinnen, schorpioenen en bidsprinkhanen. Ook aan insectenetende vogels, verschillende reptielen en sommige vissen kan de meelworm worden aangeboden.
Het is wel uitkijken met levende meelwormen omdat ze kunnen bijten. Als een hamster de meelwormen levend in zijn wangzak hamstert dan kunnen er verwondingen ontstaan.
Regenwormen worden voornamelijk gegeten door merels en lijsters maar ook roodborstjes en zelfs egels eten graag regenwormen. Merels, lijsters en roodborstjes zijn lijsterachtigen die in hun vochtbehoefte graag voorzien door eten van vochtrijke insecten zoals regenwormen.
Dit mag je vogels niet voeren
Boter, margarine en olie werken laxerend. Geef vogels dan ook geen voer waar dit in zit, want daar kunnen ze diarree van krijgen. Melk is niet goed voor vogels. Geen gekookte etensresten.
Vogels voeren
Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Overvoeren kan bijna niet, omdat vogels stoppen met eten als ze verzadigd zijn. Maar als de hele tuin al vol ligt of staat met voedsel, kun je natuurlijk best even wachten met bijvoeren. En geen zorgen, vogels zullen het zelf zoeken van voedsel heus niet verleren: dit zit namelijk in hun genen.
Gedroogde meelwormen zijn droge producten die een tot anderhalf jaar houdbaar blijven. We raden aan om producten met gedroogde meelwormen op te eten binnen het jaar. Zo ben je zeker van een maximale smaak.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Groente. Voorbeelden van geschikte groente voor vogels zijn: Wortel, broccoli, spruitjes, andijvie, sla (niet te veel om waterige ontslasting te voorkomen), komkommer, boerenkool, prei, witlof.
Je mag vogels gerust ongekookte rijst geven. In laden waar de rijst groeit wordt het ook zo van de planten af gegeten door vogels. Huismussen zijn in ieder geval helemaal wild van paddy rijst. Dat zijn korte rijstkorrels die ongepeld zijn.
U kunt de mussen het hele jaar door blijven voeren met zaden en bruin brood. In de wintermaanden kunnen vetbollen en pinda's een welkome aanvulling op het menu zijn.
Treft men hierin geen wormeitjes aan, is ontwormen zinloos en belast je je vogels alleen maar met een toch altijd giftig wormmiddel. Zitten er wel wormeitjes in de ontlasting dan is een of twee keer per jaar juist vaak te weinig en moet men soms wel denken aan 5-6 keer ontwormen voordat men de infectie de baas is.
Voedsel. 's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.