Schapen zijn grazers. Ze eten het liefst kort, zacht grasland heel dicht bij het veldoppervlak. Met de term grasland definiëren we een breed scala aan plantensoorten: gras, klaver, luzerne (Medicago sativa), witlof, peulvruchten, heesters, etc. Luzerne vormt een zeer sterke basis voor een goede weide.
Scheve calcium/fosfor verhouding
De ideale calcium/fosfor verhouding is 2:1, maar bij luzerne is deze 4:1. Er zit dus vier keer zoveel calcium in als dat er fosfor in zit. Een scheve calcium/fosfor verhouding kan problemen veroorzaken bij de botontwikkeling van een paard.
Hierdoor zijn de voedingsstoffen uit luzerne niet alleen heel hoogwaardig, maar ook nog eens erg goed opneembaar. Er wordt daarom weleens gezegd: “luzerne is het krachtvoer onder de ruwvoeders." Door luzerne te mengen met je krachtvoer, kan in veel gevallen de hoeveelheid krachtvoer verminderd worden.
Luzerne is een gewas dat voor veel paarden (maar niet alle!) een geschikte aanvulling op het dagelijks rantsoen is. Het wordt veel gebruikt als vezelbron om door het krachtvoer te mengen. Hierdoor kauwen paarden beter op hun voer.
Schapen eten ruwvoer, dat wil zeggen gras en hooi. Pas op dat er geen Jacobskruiskruid in het hooi zit, dit is giftig. Ook lusten ze wat blaadjes en twijgjes, maar let wel op dat u ze, bijvoorbeeld met snoeiafval, geen giftige planten zoals bijvoorbeeld Taxus voert, dat kan dodelijk zijn.
Snoeiafval en herkauwers
Adelaarsvaren, bereklauw, eikels, gevlekte scheerling, goudenregen, hedera (klimop), jacobskruiskruid, laurierkers, nachtschade, pieris japonica, rhododendron, sint-janskruid, taxus, vingerhoedskruid en wolfsmelk zijn giftig voor de meeste schapen en kunnen dodelijke gevolgen hebben.
Volgens Anouchka Mulder van de Dierenambulance is het dier helemaal de oude en heeft het schaap een gezonde eetlust. Het advies om dieren geen brood te voeren geldt behalve voor paarden, koeien en schapen ook voor eenden en andere vogels, want brood bevat veel zout en dat is erg schadelijk voor ze.
De gemiddelde totale opbrengst is 20-35 ton per hectare per jaar (verdeeld in 5-6 maaimomenten). Topopbrengsten (bij de intensieve landbouw) kunnen meer dan 40 ton per hectare per jaar bedragen. Hoe luzerne te kweken?
Luzerne is een vlinderbloemige plant die al meer dan 2000 jaar voor veevoer wordt verbouwd. Luzerne (Herbe Medica) was het voer voor de cavalerie en de trekpaarden van van de oude Grieken en Romeinen en is erkend als een uitstekend groenvoer.
Daarom is het niet eenvoudig om precies aan te geven hoeveel kg er in de avond en nacht beschikbaar moet zijn. Je kunt er voor het gemak vanuit gaan dat het paard minimaal de helft van zijn behoefte gedurende de dag eet. Daarom zou je 's avonds nog een paar kg hooi hoeven geven.
Gewas. Lucerne / luzerne / Alfalfa (Medicago sativa) is een 2-3 jarig gewas dat valt onder de vlinderbloemige planten. Vlinderbloemigen bevatten in vergelijking met gras meer stikstof een hoger calciumgehalte en een hoger caroteengehalte (voorloper van vitamine A).
Luzerne hooi is een smakelijk, structuurrijk en bladrijk ruwvoer met hoge voedingswaarden. Het is rijk aan eiwit, energie en calcium. Perfect als aanvulling op het ruwvoerrantsoen.
Luzerne houdt de kippen actief en het geeft ze afleiding. Luzerne leert de kippen scharrelen, bodemgericht zijn en om stofbaden te nemen. Door luzerne aan te bieden gaan de kippen minder veren pikken. Luzerne zorgt mede voor een gezonde darmflora en goede weerstand.
Gezien de werking van de darmen is het beter je paard 's ochtends eerst ruwvoer te geven en daarna pas krachtvoer. Ruwvoer brengt immers de productie van speeksel en het maagdarmstelsel van het paard op gang en het krachtvoer, wat je daarna geeft, wordt dan beter opgenomen in het lichaam.
Luzerne vraagt een grond met een goede structuur. Het zaaibed moet vlak en fijn zijn (cfr. zaaibed-bereiding grassen). Er wordt ondiep gezaaid (1 à 1,5 cm) aan een zaaizaadhoeveelheid van 25 à 30 kg en er kan gezaaid worden vanaf half maart tot half augustus.
Een goede teelt luzerne levert jaarlijks 11 tot 16 ton ds/ha, met een eiwitgehalte van 19%. Dat is bij 12 ton ds al 2.280 kg eiwit/ha, fors meer dan gras, dat bij 11 ton ds/ha en 16% eiwit 1.760 kg eiwit oplevert.
Door de trage beginontwikkeling van luzerne krijgen onkruiden de kans zich te ontwikkelen. Het aanleggen van een vals zaaibed helpt om de opkomst van onkruiden in het gewas te verminderen. Een andere manier om onkruid te bestrijden is door het te maaien wanneer het boven het gewas uitgroeit.
Kunnen mensen luzerne eten? Ja, mensen kunnen luzerne eten. Luzerne is niet alleen eetbaar, maar het is ook een uitstekende bron van vitamines, eiwitten en mineralen, enz. Als je naar specifieke Aziatische landen bent gereisd, heb je waarschijnlijk luzernestelen gegeten in salades, sandwiches, soepen en ander voedsel.
Voor een maximale opbrengst (bijvoorbeeld voor hooi) kan het beste halverwege de bloei (50% in bloei) worden gemaaid. Het maaimoment baseren op de groeifase in plaats van op de kalender, geeft een meer consistente opbrengst en kwaliteit. Luzerne is gevoelig voor rijschade, daarom wordt maaien bij nat weer afgeraden.
Luzerne is een vlinderbloemige plant die al meer dan 2.000 jaar voor veevoederdoeleinden wordt verbouwd. Het gewas zorgt voor natuurlijk krachtvoer en is een van de beste bronnen van hoogwaardige eiwitten, vitaminen en mineralen.
De appels en peren zijn vanwege hun hoge energiewaarde zeker in te schakelen in een rantsoen van melkkoeien, vleesrunderen, schapen of geiten, hetzij rauw en in stukken gehakt, hetzij ingekuild.
Aan groeiende dieren mag men ca. 25 gram per kg lichaamsgewicht per dag geven aan totale voeropname (waarvan 75% ruwvoer), omdat ze meer nodig hebben; Zogende dieren hebben zelfs nog meer nodig, hier geldt als richtlijn: ca. 40 gram per kg lichaamsgewicht per dag aan totale voeropname (waarvan 75% ruwvoer).
Dieren moeten altijd de beschikking hebben over voldoende vers drinkwater. De NVWA zegt dat een paar keer per dag water aan een dier aanbieden niet voldoende is. Dieren moeten verkoeling kunnen opzoeken op schaduwplekken of in een goed geventileerde stal. Dit staat volgens de NVWA in het Besluit Houders van Dieren.