Tijdens het kruipen gaat het kind in een gekruist patroon gaan bewegen en moeten linker en rechter lichaamshelft samenwerken. Ook armen en benen moeten gecoördineerd samenwerken. Daarnaast wordt tijdens deze fase het evenwicht intensief getraind. Kinderen die niet kruipen, missen deze specifieke “training”.
Deze verbindingen zorgen ervoor dat onze hersenhelften goed samenwerken, wat uiteraard ook belangrijk is voor de cognitieve ontwikkeling. Kruipen zorgt bovendien ook voor bewegingsvrijheid, ruimtelijk inzicht en oog-handcoördinatie. Ook voor de verdere ontwikkeling van het evenwicht is kruipen belangrijk.
Maar maak je niet meteen zorgen als je baby na een jaar nog niet zo ver is. Over het algemeen leren baby's kruipen tussen de 7 en 10 maanden. Doet je kleine na een jaar nog steeds geen pogingen om zich voort te bewegen en blijft hij nog op één plek liggen? Bespreek dit dan even op het consultatiebureau.
De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen. Ook hier geldt: maak je niet gelijk zorgen als het bij jouw baby anders gaat.
Er is sprake van hoogdbegaafheid als een kind een IQ hoger dan 130 heeft. Vaak zijn ze ook creatiever in hun denkwijze en hebben ze veel doorzettingsvermogen. Er is wel een verschil tussen hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling, hebben een ontwikkelingsvoorsprong.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Tussen de 7 en 13 maanden leren de meeste baby's om zelfstandig te kunnen zitten. De rug- en nekspieren zijn dan sterk genoeg om zijn lijfje omhoog te houden. Je baby kan zich op dat moment vanaf de buikhouding opdrukken tot zit.
Van tijgeren naar kruipen
De meeste baby's beginnen in de periode tussen 7 en 9 maanden met kruipen. De methode die ze daarbij gebruiken, verschilt per kind. Meestal begint het met een schuivende beweging.
Als je baby gaat billenschuiven, is dat in principe niet erg. Het is een normale variant in zijn ontwikkeling, een alternatief voor kruipen. Billenschuiven kan wel wat gevolgen hebben voor de ontwikkeling van je kind.
Want zo voelt het voor een baby die zijn eerste kruipjes (de stapjes van het kruipen) probeert te doen op een gladde ondergrond. Plaats je kindje dus niet op een glad parket of koude tegelvloer. Je kiest het best voor een warm tapijt of zelfs nog beter: een leuke speeltapijt of speelmat voor baby's.
Bij onderzoek op het zuigelingenbureau blijkt een 10 maanden oud meisje niet zelf te rollen van rug naar buik en omgekeerd. Zij heeft thuis wel eens spontaan gerold, maar doet dit niet met plezier. Het kind kan zelfstandig zitten en beweegt zich in zit voort door te 'schuiven' op billen en voeten ('shuffling').
Maar wat is poepschuiven eigenlijk en wat kun je eraan doen? Baby's die op hun poep of billen schuiven zien het als hun manier om zich voort te bewegen, een alternatief voor kruipen dus. Ze zitten op hun billen en schuiven voor- of achterwaarts over de vloer door zich met hun voeten of handen voort te duwen.
Symptomen autisme kind (0-24 maanden)
Heeft geen interesse in andere mensen bij 12 maanden. Lacht niet naar anderen bij 12 maanden. Reageert niet wanneer hij of zij wordt toegesproken bij 12 maanden. Maakt geen gebaren (wijzen, zwaaien) bij 12 maanden.
Kinderen met een licht verstandelijke beperking uiten hun onvermogen vaak door heftig te reageren op situaties. Dat doen alle kinderen wel eens, maar als kinderen steevast uit frustratie bijten, slaan of andere kinderen aan de haren trekken, is dat een signaal.
Wat is DCD? Developmental Coordination Disorder of DCD is een coördinatie-ontwikkelingstoornis. Kinderen met DCD hebben een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden en moeite met het coördineren van bewegingen.
Elk kind ontwikkelt op zijn eigen tempo. Sommige kinderen zeggen hun eerste woordje als ze 10 maanden zijn, terwijl anderen pas met 20 maanden een duidelijk woord uitbrengen. Aan woordjes gaat trouwens een brabbelfase vooraf. Je hoort dan vooral een opeenvolging van dezelfde lettergrepen.
Als de bovenste helft van de rug recht wordt dan kan een kindje leren om te gaan zitten. Dit is doorgaans rond de 8-9 maanden. Dit is vaak 1 of 2 maanden nadat ze voor het eerst gingen tijgeren of kruipen.
Duimpje in een gespannen vuistje: betekent dat je baby zich hevig inspant. Als de nageltjes in de handpalm worden gedrukt is je baby boos of wil zich afsluiten voor nog meer indrukken. Los knuistje: met de vingers los om de duim betekent rust (meestal bij slaap).
Eigenschappen van een hoogbegaafde in de babytijd uiten zich soms al vroeg. Zo kan een hoogbegaafde soms al met een week zijn hoofdje optillen en maakt een erg alerte indruk. Ze maken eerder oogcontact met hun ouders en beginnen eerder met echt lachen. Hierbij hebben we het niet over de stuipjes die baby's vaak hebben.
Tekenen van hoogbegaafdheid bij baby's
Karakteristieken van hoogbegaafde baby's: Extreem waakzaam – altijd aan het observeren, al kort na de geboorte. Er is al snel sprake van oogcontact. Heeft minder slaap nodig dan de meeste baby's.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.