Maar waarom is drinkwater nu zo belangrijk voor katten? Drinkwater is erg belangrijk omdat hun lichaam er op ingesteld is zoveel mogelijk vocht te onttrekken aan de urine. Hierdoor wordt de urine zó geconcentreerd, dat dit kan leiden tot problemen met de nieren en urinewegen.
Katten vermijden instinctief waterbronnen die te dicht bij hun voedsel staan. Wanneer katten in het wild op dieren jagen, ontbinden de karkassen en rotten. Katten weten dat waterbronnen in de buurt van dode dieren bacteriën bevatten. Dus gaan ze ergens anders drinken.
Er kan een instinctieve afkeer zijn van stilstaand water. In het wild drinkt een kat vaak alleen bewegend water. Dit helpt te voorkomen dat ze ziek wordt. Een andere mogelijkheid is dat uw kat heeft geleerd dat water meestal koeler is wanneer het uit de kraan komt of uit de lucht valt.
Ze gaan graag op een warme plek in huis liggen, bijvoorbeeld bij de radiator of op de strijkplank en moeten niets hebben van dat koude nat. Niets? Jawel, katten drinken het regenwater wel graag, dat geldt ook voor veel honden. En wat katten helemaal lekker vinden, is stromend water.
Een kat heeft water nodig. Hieronder een paar tips om het dier voldoende te hydrateren. Melk is goed voor jonge katjes die gezoogd worden. Daarna volstaat water, enkel en alleen water zelfs, want een volwassen kat verteert niet goed lactose en dat kan leiden tot problemen met de ingewanden (zoals krampen, diarree …).
Voer katten nooit: gekookte botten, uien, uienpoeder, knoflook, chocola, koffie of cafeïneproducten, beschimmeld of bedorven voedsel of compost, avocado, druiven, rozijnen, rauwe aardappelen, noten, fruitpitten, maïskolven, tomaten, champignons, enz.
Belangrijkste tip: geef de kat water te drinken. Ververs dit dagelijks en zorg ervoor dat de kat op meerdere plekken in huis een bak met water heeft staan.
Katten zijn hygiënische dieren, ook wat eten en drinken betreft. Daarom houden ze graag eten en drinken gescheiden. Daarnaast vinden deze dieren het fijn om het bakje minstens 30 centimeter van de muur te hebben staan. Zo kan hij achter het bakje staan en de ruimte goed overzien.
Door middel van hun snorharen kunnen katten zich oriënteren. Bij het drinken uit een drinkbakje kan er ee n statische reactie plaatsvinden. Hierdoor gooit de kat in een reflex het drinkbakje om. Bij stromend water heeft de kat geen last (meer) van deze statische reactie.
Om de vacht mooi te houden, is het dan ook belangrijk dat uw kat genoeg eiwitten binnenkrijgt. In elk kattenvoer zitten in principe wel eiwitten (katten zijn vleeseters, dus kattenvoer zonder eiwitten is vrijwel onmogelijk), maar het is schrikbarend hoe weinig vlees er in de meeste goedkope kattenbrokken zitten.
Door vreemden geaaid worden
Katten bepalen vaak zelf wel of ze geaaid willen worden of niet. Ze kunnen dan ook erg schuw zijn bij vreemden. Wanneer iemand die ze niet kennen hen aaien, dan kunnen ze wegrennen of uithalen. Jij vindt het toch ook niet fijn om geaaid te worden door iemand die je niet kent?
Waterbak niet naast de voerbak
Vaak wordt het waterbakje naast het voerbakje gezet. Maar een kat wil meestal niet drinken als hij op diezelfde plaats gegeten heeft. Ook dat heeft met natuurlijk gedrag te maken. Katten in het wild zorgen ervoor dat hun drinkplaats ver verwijderd is van de plek waar ze eten.
de gemiddelde kat plast twee keer per dag en poept één keer per dag op de bak. Katten die buiten komen doen vaker hun behoefte; sommige katten gaan slechts één keer op een bak.
Als richtlijn voor een normale vochtbehoefte voor een kat gebruiken we 40-60 ml per kg per 24 uur. Een kat van 4 kg zal dus aan vocht gemiddeld 200 ml per etmaal nodig hebben. Aangezien blikvoer al gauw voor meer dan de helft uit water bestaat komt een groot gedeelte van de vochtbehoefte uit (blik)voeding.
3. Katten ruiken de chemicaliën in het water. Geur is het meest betrouwbare gevoel van een kat. Hoewel we ze misschien niet detecteren, geven de chemicaliën in het kraanwater het een bepaalde geur die de gevoelige neus van een kitten meteen opneemt.
Herkennen van agressie
Door middel van vragen die een dierenarts stelt en waarnemingen bij uw kat kan bepaald worden om welke vorm het gaat. blazen, grommen, janken, krijsen, sissen, spugen, fixeren, uithalen/slaan met poot (versnelde beweging,meestal met nagels), bijten,(of poging tot bijten), vechten.
Zoals hier boven al uitgelegd zijn de snorharen van een kat ontzettend gevoelig. Voor je kat is het dan ook enorm irritant om bij elk hapje met die snorharen tegen de rand van het bakje te tikken. De oplossing die je kat daarvoor heeft is –jawel- het eten naast het bakje gooien.
Het voedsel waarmee je kat speelt, triggert zijn roofzucht. Hij speelt meer met zijn eten als een soort vervanging van zijn jachtimpuls, dan dat hij het ziet als etenswaar.
Een kat heeft geen melk nodig als onderdeel van zijn voeding. Hij kan er zelfs diarree van krijgen. Melk bevat veel lactose, een stofje waar de meeste katten niet mee overweg kunnen. Voor het verteren van lactose is het enzym lactase nodig, oudere katten hebben dit enzym vaak niet meer.
Een kat moet veel drinken, zorg er dus altijd voor dat het bakje goed gevuld is. Katten kunnen gemiddeld 3- tot 4 dagen zonder water voordat er negatieve effecten ontstaan. Als een kat niet drinkt dan verminderd ook zijn eetlust. Mocht je kat minder eten dan is het super belangrijk dat hij goed blijft drinken.
Een normaal gezonde kat moet dagelijks tussen de 40 ml en 60 ml water per kilo lichaamsgewicht drinken. Uit zichzelf drinken ze niet zoveel maar katten moeten wel voldoende vocht binnenkrijgen om blaasproblemen en andere nierproblemen te voorkomen.
Gemiddeld zal een kat per dag 40-80 ml water per kilogram lichaamsgewicht moeten drinken. Voor een gemiddelde kat is dit dus ongeveer 200 ml op een dag. Dit is slechts een richtlijn en zal ook afhangen van het type voer (droog- of natvoer), hoeveelheid lichaamsbeweging en omgevingstemperatuur.
Calorierijk. Wel belangrijk om te weten: catmilk is behoorlijk calorierijk en moet worden beschouwd als snack. Als je kat al te dik is, dan kun je beter geen catmilk of koffiemelk geven. Als je kat slecht drinkt, probeer het water in huis (en erbuiten) dan “te verrijken” om je kat meer te laten drinken.