Is het 'de keuken' of 'het keuken'? Het is 'de keuken', want keuken is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die keuken'.
De regel is: als je verwijst naar een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dan gebruik je haar, in alle andere gevallen gebruik je zijn. Let op: bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord het (het zusje, het vrouwtje), ook als het als niet-verkleind woord een vrouwelijk woord is (de zus, de vrouw).
Zelfstandig naamwoord
▸ Barbie en ik sloten ons uren op in de keuken om het feestmaal voor te bereiden. De Indische keuken is lekker en gezond.
Van de substantieven op en zijn mannelijk: doren (of doorn), gulden, molen, morgen, oven, regen, steven, toren, wagen, zegen.
Andere woorden, bijvoorbeeld getuige, zijn grammaticaal zowel mannelijk als vrouwelijk. Ze worden in sommige naslagwerken aangeduid met 'm/v' en in sommige weer met 'm/v/x'. 'M/v/x' is geen aanduiding van het woordgeslacht, maar van het gender van de persoon naar wie het woord verwijst.
Diernamen als hond, olifant en papegaai hebben van oorsprong een mannelijk woordgeslacht. Er wordt naar verwezen met de mannelijke voornaamwoorden hij, hem en zijn.
Om te verwijzen naar het woord tafel is zowel hem, haar als ze correct. Zaaknamen als tafel kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk opgevat worden. Andere voorbeelden zijn bloem, lamp, deur, kaars, kaart, kast, klok, pan, sigaret, vork. In het zuiden van het taalgebied is ze het gebruikelijkst.
In het Nederlands zijn mannelijke en vrouwelijke woorden niet makkelijk te onderscheiden. Je hebt het zowel over de man als over de vrouw. Onzijdige woorden krijgen wel een aparte verwijzing, namelijk met het lidwoord het: bijvoorbeeld het kind.
Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners, België en zijn bijzondere bieren en Nederland en zijn Deltawerken.
Een eigennaam is een zelfstandig naamwoord waarmee een unieke persoon, plaats, instelling, een merk of een historische gebeurtenis benoemd wordt. Bijvoorbeeld: Hugo Claus, Amsterdam, Raad van State, Coca-Cola, Tweede Wereldoorlog. Het gaat vaak om officieel vastgelegde namen.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden als huis, boom, vrouw, hout, liefde en vakantie.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
Het Nederlands kent er drie: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Elk substantief heeft een geslacht. 'Trein' is bijvoorbeeld mannelijk, en 'verandering' is vrouwelijk. Een voorbeeld van een onzijdig woord is 'water'.
Een gebouw is onzijdig.
Rechtsprekende instellingen. In deze betekenis is hof altijd onzijdig (het hof). Internationaal hof, een internationaal tribunaal of hof: Benelux-Gerechtshof.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het bier.
Is het 'de koffie' of 'het koffie'?
Het is 'de koffie', want koffie is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die koffie'.
Is het 'de stoel' of 'het stoel'?
Het is 'de stoel', want stoel is mannelijk.
Namen van steden, gemeenten, landen, regio's en werelddelen zijn doorgaans onzijdig.