Patiënten met chronische nierschade krijgen vaak een kaliumbeperkt dieet om een te hoge kaliumconcentratie in het bloed te voorkomen. Maar recente studies laten zien dat het eten van meer kalium juist zorgt voor minder nierschade.
Bij een verslechterde nierfunctie blijft er te veel kalium in het lichaam achter. Dit kan leiden tot hartklachten, zoals hartritme- stoornissen. Bij een veel te hoog kaliumgehalte in het bloed is er zelfs kans op een hartstilstand.
Hoeveelheid kalium per dag
Uw arts of diëtist vertelt u hoeveel kalium u per dag mag nemen. Voor nierpatiënten geldt vaak het advies om maximaal 2 tot 3 gram (2.000 tot 3.000 milligram) kalium per dag te nemen.
Kaliumrijke producten zijn: tomaten, aardappelen, groente, (gedroogd) fruit, vruchtensappen, soep, bouillon, koffie, melkproducten, chocolade, noten en peulvruchten. Weinig kalium zit in: thee, frisdrank, limonadesiroop, jam, honing, rijst en deegwaren.
Beperk groenten die veel kalium bevatten, zoals: spinazie, postelein, andijvie, tomaten, peulvruchten (kapucijners, bruine bonen, linzen, witte bonen). Gebruik bij voorkeur gekookte groenten en beperk het eten van rauwe groenten.
Kaliumrijke fruitsoorten zijn: suikermeloen, banaan, kersen, avocado, kiwi, abrikozen en rode bessen. Eet hier dus een kleinere portie van. Ook gedroogd fruit is erg kaliumrijk. Eén glas vruchtensap bevat evenveel kalium als één stuk fruit.
Banaan is een fruitsoort. Bananen bevatten niet veel vitamine C, maar wel veel voedingsvezel, kalium en zetmeel.
Meer kalium in plaats van minder. Een hogere kalium-inname is gunstig voor een betere controle van de bloeddruk en kan zelfs nierfunctieverlies tegengaan. Eiwit, niet te veel beperken. Het beperken van rood vlees in je voeding en het grotendeels vervangen van dierlijk eiwit door plantaardige eiwit kan je nieren helpen.
Volwassenen hebben dagelijks 3.500 milligram (mg) aan kalium nodig. Dit de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid (ADH). Voor vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven geldt het advies van 3.100 mg.
De hoeveelheid kalium in het lichaam wordt geregeld door de nieren. Bij een tekort of een teveel aan kalium kunnen er klachten ontstaan. Te weinig kalium in het bloed noemt men hypokaliëmie. Normale waarden bevinden zich tussen 3,5 en 5,1 mmol/liter.
Een hoog kalium kan tot hartklachten leiden (hartritmestoornissen), kan spierkramp veroorzaken en als het kalium in uw bloed veel te hoog wordt, is er zelfs kans op een hartstilstand. Kalium komt in bijna alle voedingsmiddelen voor.
De opname van kalium verschilt per persoon, maar bedraagt in ons land 50 tot 125 mmol per dag en is voornamelijk afhankelijk van het dieet. Vlees, fruit en vooral aardappelen bevatten veel kalium. Alleen in extreme gevallen, zoals bij anorexia nervosa, kan de opname tot minder dan 30 mmol per dag dalen.
De voedingswaarde van komkommer komt voor een groot deel voort uit de aanwezige voedingstof kalium. Snackkomkommers bevatten per portie van 80 gram 212,8 milligram kalium. Kalium is een belangrijke voedingstof voor een gezonde bloeddruk, de geleiding van ons zenuwstelsel en een goede werking van de spieren.
Het is belangrijk te stoppen met medicijnen die hyperkaliëmie veroorzaken en die niet strikt nodig zijn, zoals pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac. Verschillende soorten geneesmiddelen tegen hartfalen kunnen het risico op hyperkaliëmie verhogen.
Zo kan je kiezen voor amandelschaafsel, geroosterde bruine amandelen, rauwe bruine amandelen, geroosterde blanke amandelen, rauwe blanke amandelen en/of amandelmeel. Amandelen bevatten in alle variaties 850 mg kalium per 100 gram. Recepttip: Amandelen zijn één van de meest veelzijdige noten.
Slappe spieren, spierpijn of kramp kan ook door een kaliumtekort komen. Kalium speelt een rol bij spiersamentrekkingen, dus wanneer je kalium waarden laag zijn, kan het zijn dat je spieren in een kramp schieten, of zelfs een spasme veroorzaken.
Bij slecht werkende nieren blijft ureum achter in het lichaam. Deze afvalstof veroorzaakt klachten als vermoeidheid en concentratiestoornissen. De diëtist kan daarom een eiwitbeperkend dieet adviseren. Eiwitten zitten onder andere veel in vlees, vis, kip, kaas en melk.
Omdat deze vrucht rijk is aan oxalaat en calcium, wordt het niet gemakkelijk afgebroken als je te veel van deze voedingsstoffen consumeert.
De nieren zijn belangrijke organen. Ze kunnen meten of het lichaam voldoende, te veel, of te weinig vocht heeft. Is er te veel vocht in het lichaam, dan maken ze veel urine en als er een tekort is, dan maken ze maar weinig urine aan. Veel drinken betekent dus ook veel plassen.