Onder de richting algemeen bijzonder vallen scholen zoals:Montessorischolen;Daltonscholen;Jenaplanscholen.
Bijzonder onderwijs geeft les vanuit een godsdienst of levensbeschouwelijke overtuiging. Zo zijn er onder andere islamitische, joodse, rooms-katholieke en protestants-christelijke scholen. Ook zijn er algemeen bijzondere scholen. Deze scholen geven les vanuit een specifieke visie op onderwijs of opvoeding.
Jenaplan is traditioneel vernieuwingsonderwijs, waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. De meeste jenaplanscholen werken met stamgroepen, waarbij kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep zitten.
Jenaplan houdt stamgroepen aan. Dat zijn groepen waarin kinderen van 3 verschillende leerjaren bij elkaar zitten. Het idee van de stamgroepen is simpel: ieder kind krijgt de gelegenheid zich op zijn eigen tempo te ontwikkelen. Daarnaast kunnen oudere kinderen hun jongere groepsgenootjes helpen.
Bijzonder onderwijs gaat dus over de visie waarop het onderwijs is gebaseerd, terwijl speciaal onderwijs op verschillende manieren meer zorg biedt aan leerlingen.
De term 'speciaal onderwijs' wordt soms verward met bijzonder onderwijs, maar dat is een heel ander begrip waarmee 'niet-openbaar onderwijs' bedoeld wordt. Tot 1985 werd het speciaal onderwijs in Nederland 'buitengewoon lager onderwijs' (BLO) genoemd.
Het jenaplanconcept is door Peter Petersen bedacht aan de universiteit in het Duitse Jena. Hij maakte een nieuwe onderwijsvorm waarbij kinderen van verschillende leeftijden in een groep zaten; daarbij een gezinssituatie nabootsend. In de jaren zestig introduceerde Suus Freudenthal het jenaplanonderwijs in Nederland.
Peter Petersen, grondlegger van het jenaplanonderwijs, werd geboren in 1884. Hij was een Duitse hoogleraar pedagogiek. In 1923 werd hij hoogleraar opvoedkunde en kreeg hij de leiding over het pedagogisch seminarie en de universitaire oefenschool gelegen in het plaatsje Jena.
Het (voortgezet) speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische ondersteuning nodig hebben, dat het regulier onderwijs niet kan bieden. Er is speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso).
Informatie over basisscholen met onderwijsconcept jenaplan/montessori. Het onderwijsconcept jenaplan/montessori is een combinatie van de twee onderwijsconcepten jenaplan en montessori.
Als kind leer je in het Jenaplanonderwijs omgaan met jezelf (persoonsvorming). Je leert jezelf, je manier van leren en je kwaliteiten kennen. We begeleiden je om je unieke kwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. We maken kinderen (mede) verantwoordelijk voor hun eigen leren.
Het jenaplan-onderwijsconcept is bedacht door de pedagoog Peter Petersen (1884-1952) uit de Duitse plaats Jena. Vandaar de naam. Petersen presenteerde zijn leermethode in 1927 en breidde het in de jaren 40 uit tot een totaalplan voor onderwijs aan kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar.
Een school op algemeen bijzondere grondslag is een openbare school met een eigen bestuur. Kenmerkend is dat algemeen bijzonder onderwijs neutraal onderwijs is, neutraal in de zin van de gelijkwaardige betekenis van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen.
Montessori-onderwijs, Freinetscholen, Daltonscholen en Jenaplanscholen vallen onder bijzonder onderwijs vanwege hun opvoedkundige visie. Bijzonder onderwijs gaat uit van particuliere instellingen, zoals kerkgenootschappen, verenigingen of stichtingen.
Het speciaal onderwijs in Nederland is onderwijs voor kinderen met een handicap, chronische ziekte of stoornis. Deze kinderen krijgen in het speciaal onderwijs meer aandacht en ondersteuning dan in het gewone onderwijs. Je kunt als ouder niet zelf beslissen dat je kind naar een school voor speciaal onderwijs gaat.
In ons land zijn ruim 220 Jenaplanscholen, aangesloten bij de Nederlandse Jenaplanvereniging (NJPV ) met ongeveer 45.000 kinderen. De meeste daarvan zijn basisscholen. Er horen ook 10 scholen voor voortgezet onderwijs bij.
Naar opgave van de Nederlandse Jenaplanvereniging (NJPV) zijn er in Nederland 190 jenaplanbasisscholen en vijf middelbare jenaplanscholen, en in Vlaanderen zeven basisscholen.
Een omgeving waarin iedereen (kinderen, ouders en personeel) zichzelf mag zijn en gezien en gewaardeerd wordt. Opvoeding en onderwijs geschiedt vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders en stamgroepleiders. Onze grondhouding is positief, samenwerkend en we leren de kinderen zelfstandigheid te ontwikkelen.
1968 - Nieuw onderwijsbestel door de Mammoetwet. 1974 - Discussie over middenschool. 1985 - Invoering basisschool: kleuterschool en lagere school worden samengevoegd. 1992 - Invoering VBO (voorbereidend onderwijs) de voortzetting van het lager beroepsonderwijs (LBO)
Rond 750 na Chr.werd in Utrecht een kloosterschool opgericht door Gregorius, een leerling van Bonifatius.
Speciaal onderwijs is voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking en voor leerlingen die psychische problemen of gedragsproblemen hebben. Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die zich in het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen.
De eerste aanzetten tot speciaal onderwijs stammen uit de 19e eeuw. Het idee van een openbaar onderwijs, gefinancierd vanuit de staat en toegankelijk voor een ieder, werd geboren tijdens de Verlichting in de 18e eeuw. Zo schreef de denker Diderot: “Het onderwijzen van een land staat gelijk aan het beschaven ervan”.