Loonsverhoging door inflatie Inflatie levert geen recht op loonsverhoging op. Een inflatiecorrectie is namelijk niet verplicht. Maar een werkgever kan het overwegen, bijvoorbeeld in geval van een krappe arbeidsmarkt of omdat werknemers in de problemen komen.
Ben ik als werkgever verplicht om dit toe te passen? Hoewel de automatische koppeling van de lonen aan de consumptieprijsindex niet bij wet is vastgelegd, ben je als werkgever verplicht om de indexering toe te passen. Dit werd namelijk vastgelegd door een collectieve arbeidsovereenkomst.
Een werkgever moet zich aan de cao of het interne bedrijfsreglement houden en mag daar over het algemeen niet van afwijken. Tenzij er is afgesproken dat dit wel mag. Je kan buiten de cao, een bedrijfsreglement of andere interne regelingen wel altijd om een loonsverhoging vragen.
Inflatiecorrectie is simpelweg een verhoging van het salaris met het percentage van de inflatie. Voor de medewerker betekent dit koopkrachtbehoud. Als de inflatie 14,5 procent is, zoals het geval was in september 2022, betekent dit dat je je medewerkers een loonsverhoging toekent van 14,5 procent.
Inflatie: ben ik als werkgever verplicht om meer salaris of een hogere reiskostenvergoeding te bieden? Het simpele antwoord op die vraag is nee. De inflatie levert geen recht op salarisverhoging op. Wel zal een werkgever, als een cao van toepassing is, de gebruikelijke cao verhogingen correct moeten toepassen.
Inflatie levert geen recht op loonsverhoging op. Een inflatiecorrectie is namelijk niet verplicht. Maar een werkgever kan het overwegen, bijvoorbeeld in geval van een krappe arbeidsmarkt of omdat werknemers in de problemen komen. Ook wordt er tijdens cao-onderhandelingen vaak sterk op een inflatiecorrectie ingezet.
Afhankelijk van de norm die de indexering vastlegt, moet de werkgever het loon van de werknemers al dan niet indexeren. Wanneer de sectorale cao die van toepassing is voorziet in de indexering van alle lonen en geen uitzonderingen vastlegt, kan de werkgever niet van deze verplichting afwijken.
De kerninflatie blijft met 6,7% te hoog en zorgt voor hoge jaargemiddelden in 2023 en 2024. Hoge kerninflatie, met name vanuit diensten stuwen de inflatie enerzijds, en negatieve bijdrages vanuit energieprijzen drukken de inflatie. Onze nieuwe inflatieramingen komen uit op 4,4% in 2023 en 3,3% in 2024.
Na een recordhoogte van 11,6% vorig jaar zal de inflatie voor 2023 uitkomen op 4,2%. We verwachten dat de inflatie in 2024 verder daalt naar 3,7%, en in 2025 met 2,5% dichterbij de beoogde 2% geraakt.
Het gemiddelde CPI inflatiecijfer in 2021 berekend over alle maanden was 2.7%, ook al was de stijgende inflatie in december al 5.7%. Het door het CBS berekende gemiddelde CPI percentage van 2.7% is de maximale inflatiecorrectie die door commerciële bedrijven toegepast mag worden in 2022.
Het minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met 8,05%, met daarbovenop de reguliere indexatie. Werkgevers moeten daardoor in de eerste helft van 2023 aan werknemers van 21 jaar en ouder met een fulltime dienstverband minimaal € 1.934,40 betalen.
Deze wisselwerking tussen lonen en prijzen draagt bij aan het herstel van het macro-economische evenwicht. Loon- en prijsstijgingen kunnen onverhoopt ook ontsporen in een zichzelf versterkende spiraal. Met als gevolg langdurig hoge inflatie en druk op het nationaal inkomen.
Op 1 juli 2023 worden de schaallonen en de lonen van de medewerkers die niet meer verdienen dan het oude maximum van hun schaal, verhoogd met 3,13%.
Niet iedereen in een sector met een indexeringssysteem valt er per definitie onder. Sommige sectoren werken wel met een indexering, maar alleen voor de sectorale minimumlonen, de zogenaamde baremieke lonen. Werknemers die meer verdienen, hebben dan geen recht op een loonindexering.
Wettelijke verhoging is de boete die de werkgever moet betalen vanaf de 4de werkdag dat hij het loon te laat betaalt. De werkgever hoeft geen verhoging te betalen als hij niets kan doen aan de vertraging. Denk bijvoorbeeld aan betalingsonmacht van de werkgever. De wettelijke verhoging is maximaal 50%.
We leggen het graag voor u uit. Een verhuurder mag de huurprijs van de woning één keer per jaar indexeren. Dit telkens op de verjaardag van de inwerkingtreding van het huurcontract. Werd een bepaald huurcontract dus gestart op 1 februari 2022, dan kan de indexering worden toegepast vanaf 1 februari 2023.
Werkenden in de zorg met een minimumloon, zullen volgend jaar 13,57 procent meer gaan verdienen, wat uitkomt op 209,11 euro netto per maand extra. Voor werknemers in het onderwijs ligt dit percentage iets lager (12,28 procent). Zij krijgen er maandelijks 196,54 euro bij.
De inflatiecorrectie verschilt per jaar. Om uw verzamelinkomen na inflatiecorrectie te berekenen, vermenigvuldigen we uw verzamelinkomen met de bijbehorende factor van dat jaar. Gebruikt u een verzamelinkomen van 2021? Dan vermenigvuldigen we dat verzamelinkomen met de factor: 1,1002.
Dat blijkt uit onze laatste onderzoek. We houden rekening met 2,8% inflatie in 2024 en stellen dat de ECB het inflatiedoel voor de middellange termijn niet zal halen. Volgens de ECB is de inflatie in 2025 weer teruggezakt naar 2%.
De verwachte inflatie voor 2024 (3,8%) blijft achter op de stijging van de cao-lonen. De mediane koopkracht neemt toe met 1,8%. Hoeveel de lonen daadwerkelijk toenemen, moet nog maar blijken. Zo zijn de lonen dit jaar veel sterker gestegen dan het CPB bij Prinsjesdag 2022 inschatte.
Stijging van 1,50% op 1 januari 2024
De exacte hoogte van de loonindexering en het bedrag dat die zal vertegenwoordigen op je loonbriefje, ontdek je dus op 1 januari volgend jaar.
Als werkgever heb je twee opties: je neemt de extra vergoeding voor eigen rekening, wat extra cash-out betekent voor de werkgever. Niet elke werkgever zal dat kunnen doen, omdat door de extra kosten de winst onder druk komt te staan. De tweede optie is dat het budgetneutraal wordt gedaan.
Sinds 2006 worden alle lonen jaarlijks geïndexeerd op 1 januari.
Lonen kunnen dalen
Meestal stijgt de spilindex, maar bij een dalende inflatietrend kan het indexcijfer negatief worden (voor sectoren met frequente vaste indexmomenten) of kan de indexering vertragen (voor sectoren met een vast indexpercentage).