Het effect van radiotherapie kan sterk omhoog door combinatie met immuuntherapie en beter begrip van het grillige gedrag van tumoren. Dit stelt hoogleraar experimentele radiotherapie Jan Bussink in zijn oratie op 7 december: “Tumoren zijn veranderlijk in hun zuurstofvoorziening, delingsactiviteit en afweercellen.
Bijwerkingen van immuuntherapie lopen erg uiteen. Patiënten kunnen last krijgen van huiduitslag, diarree en spierpijn, maar ook van hartkloppingen of ontstekingen aan verschillende organen. Deze variatie aan bijwerkingen is niet vreemd.
Onderzoek toont aan dat immuuntherapie, ook wel immunotherapie, bij ongeveer twintig procent van de patiënten levensverlengend is. Er wordt op dit moment veel onderzoek gedaan naar een methode om het effect van de behandeling vooraf te voorspellen.
Vrijwel alle patiënten klagen daarnaast over intense moe- heid, soms nog jaren na de behandeling. Bestraling verzwakt het immuunsysteem en laat bij proefdieren een versnelde veroudering van het immuunsysteem zien.
De medicijnen ruimen dan de kankercellen op die bij de eerdere behandeling achtergebleven zijn. Als de kanker uitgezaaid is, kan immunotherapie ook een behandeling zijn. De medicijnen kunnen de kanker remmen en je klachten verminderen. De behandeling kan je meestal niet genezen, maar wel je leven verlengen.
Vijf jaar na de diagnose is 64% nog in leven.90% is 50 jaar of ouder. Sinds immuuntherapie wordt toegepast zijn er in Nederland alleen al bij een uitgezaaid melanoom 8500 patiënten behandeld. Geschat wordt dat wereldwijd enkele tienduizenden levens zijn gered en/of de levens aanmerkelijk verlengd zijn.
Bij immunotherapie weten we dat bij een eerste controleonderzoek de kanker kan gegroeid zijn, maar dat er na enkele weken tot maanden toch een verbetering kan optreden. Dat komt omdat de activatie van het eigen immuunsysteem tijd nodig heeft om de kankercellen te leren herkennen en om daarna de aanval in zetten.
Chemotherapie doodt de kankercellen. De medicijnen zorgen ervoor dat de kankercellen niet meer kunnen delen. Immunotherapie versterkt je immuunsysteem. Hierdoor kan je eigen immuunsysteem de kankercellen beter doden.
Bij veel patiënten die radiotherapie ondergaan, zal hun immuunsysteem niet worden beïnvloed door radiotherapie . Dit komt omdat de straling is gericht op specifieke doelen in het lichaam en kan worden ontworpen om het beenmerg te vermijden, waar de cellen die het immuunsysteem vormen worden geproduceerd.
Momenteel wordt geschat dat meer dan 15% van de patiënten die met immunotherapie worden behandeld, een langdurige overleving kan bereiken.
Soms groeit de kanker in het begin van de behandeling nog door. Iedere drie maanden wordt een CT gemaakt.Die scan wordt vergeleken met de CT van voor de behandeling.Door deze te vergelijken, is te zien of de behandeling aanslaat.
Immunotherapie is een levensverlengende behandeling bij uitgezaaide kanker, onder andere bij melanoom, long- en nierkanker.
Momenteel is de maximale behandelduur twee jaar. In de praktijk wordt de behandeling korter gegeven vanwege bijwerkingen. De bijwerkingen kunnen nog even aanhouden, met name vermoeidheid en concentratieproblemen. Ook kunnen er nieuwe bijwerkingen ontstaan.
Immuuntherapie is een veelbelovende behandeling tegen kanker, maar bij sommige patiënten werkt de behandeling niet of zelfs averechts. Dit komt doordat immuuntherapie afweer-onderdrukkende cellen aanzet, zo ontdekten onderzoekers van het Erasmus MC en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
Enkele maanden na de behandeling kan u nog last hebben van vermoeidheid, en enige mate van vermoeidheid kan zelfs tot jaren na de therapie aanhouden.
Het is belangrijk om een dieet te volgen dat rijk is aan eiwitten en gezonde vetten tijdens radiotherapie. Eiwitten helpen spiermassa te behouden en ondersteunen weefselherstel, terwijl gezonde vetten helpen ontstekingen te verminderen en de immuunfunctie te ondersteunen.
Als je bijvoorbeeld twijfelt over bestraling, praat dan ook met de bestralingsarts. Twijfel je over chemotherapie, vraag dan een gesprek aan met een oncoloog. Laat je goed informeren en neem de tijd voor een keuze. Goed om te weten: je kunt ook een gesprek aanvragen met je huisarts of met een verpleegkundige.
Veel mensen die behandeld worden met immunotherapie krijgen last van vermoeidheid. Anderen ervaren helemaal geen last en kunnen hun activiteiten gewoon verderzetten. Vaak wordt aangeven dat men zich minder goed kan concentreren.
U hebt misschien ook gehoord dat immunotherapie minder bijwerkingen heeft dan traditionele chemotherapie. Maar dat is niet altijd het geval. Meer dan 60% van de patiënten die een vorm van immunotherapie krijgen, zal ook bijwerkingen ontwikkelen . Sommige daarvan zullen ernstig genoeg zijn om hun kankerbehandelingen te onderbreken of stop te zetten.
(Doelgerichte) Immunotherapie
Immunotherapie kan tijdelijke haaruitval veroorzaken. Ook kan het tot haargroei op ongebruikelijke plaatsen leiden, bijvoorbeeld in het gezicht. Wimpers en wenkbrauwen kunnen erg lang worden en het zicht belemmeren. Ook wordt groei van donshaar gemeld.
Een bijwerking van immunotherapie kan zijn dat uw versterkte afweersysteem zich tegen het eigen lichaam gaat richten. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van een grieperig gevoel, long- of darmontstekingen, huiduitslag of jeuk.
Daarom moet immunotherapie zo vroeg mogelijk worden toegepast, in de palliatieve systemische eerste- of tweedelijnsbehandeling , wanneer de patiënten zich in een zeer goede algemene conditie bevinden.
Immunotherapie leert het immuunsysteem om kwaadaardige cellen beter te herkennen en aan te vallen. Het kan daardoor langer duren (soms weken tot maanden) alvorens de behandeling zijn effect bereikt. Dat betekent dat patiënten en zorgverleners pas na weken, soms maanden, weten of de behandeling aanslaat.