bestuurder. Iemand die met een paard of een pony loopt, is een bestuurder. ders, maar onder de categorie voetgangers. de hand is geen bestuurder, maar een voetganger.
Volgens onze verkeerswetgeving (Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) zijn ruiters en koetsiers bestuurders. Dat geldt ook voor geleiders van rij- en trekdieren en vee. Bestuurders zijn immers alle weggebruikers, behalve voetgangers.
Mensen met skeelers, rolschaatsen, skateboard, kinderwagen, step of skelter zijn voetgangers. Ook de bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die zich op het trottoir of voetpad begeeft, of oversteekt van het ene naar het ander trottoir/voetpad wordt gezien als voetganger.
Een ruiter is de 'bestuurder' van een paard en heeft dus als weggebruiker rechten en plichten. Ruiters zijn onderworpen aan alle voorschriften van het verkeersreglement.
Als je de fiets aan de hand hebt en je loopt met beide benen op de grond dan ben je een voetganger en hoor je dus voorgelaten te worden.
bestuurder. Iemand die met een paard of een pony loopt, is een bestuurder. ders, maar onder de categorie voetgangers. de hand is geen bestuurder, maar een voetganger.
De wet geeft aan: 'Als er geen trottoir of fietspad is, gebruiken voetgangers de berm of de uiterste zijde van de rijbaan'. De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven.
Met skates, skeelers, inlineskates, rolschaatsen, een step of een skateboard bent u voor de wet een voetganger. U moet zich dus houden aan de verkeersregels voor voetgangers.
Als ruiter of menner ben je in het verkeer een bestuurder. Voor jou gelden dan dezelfde voorrangsregels als voor fietsers, bromfietsers en autobestuurders. Rechts heeft dus altijd voorrang, tenzij anders is aangegeven.
Ruiters en geleiders van rij-trekdieren en vee vallen onder de groep bestuurders. En mogen dus gebruik maken van de openbare weg. Ruiters zijn personen die paard rijden. Geleiders van rij-trekdieren en vee zijn personen die bijvoorbeeld een paard bij hand begeleiden, of iemand die een kudde koeien begeleid.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
U moet als bestuurder, blinden voorzien van een witte stok met één of meerdere rode ringen en mensen die zich moeilijk voortbewegen voor laten gaan. U moet als bestuurder, voetgangers en bestuurders van gehandicapten voertuigen die oversteken of van plan zijn over te steken bij een zebrapad voor laten gaan.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Bestuurders zijn alle personen die aan het verkeer deelnemen met uitzondering van voetgangers. Voetgangers vallen hier dus niet onder.
Plaats op de weg
Is er geen ruiterpad, houd dan zo veel mogelijk rechts aan op de rijbaan, bij voorkeur in de berm. Op voetpaden, stoepen, fietspaden en fietsstroken mag je niet komen, ook niet als je naast je paard loopt. Dit geldt ook voor menners!
In het Nederlandse Reglement verkeersregels en verkeerstekens uit 1990 (RVV 1990) wordt in artikel 1 van het eerste hoofdstuk het begrip bestuurders voor het wegverkeer gedefinieerd als “alle weggebruikers behalve voetgangers” en een weggebruiker als “voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van een ...
Ruiters in draf of galop op de linkerhand hebben voorrang op ruiters in draf of galop op de rechterhand. Het is echter niet de bedoeling om deze voorrang af te dwingen. Snellere gang heeft voorrang op langzamere gang. Als men op dezelfde hand rijdt, geldt altijd dat de snellere gang voorrang heeft.
Degene die op dezelfde hand een snellere gang heeft en/of zijgangen rijdt heeft altijd voorrang (en dus ook de hoefslag).
van de wegcode bepaalt dat buiten de bebouwde kom, de maximumsnelheid beperkt is tot 120 km/u op autosnelwegen en op openbare wegen verdeeld in vier of meer rijstroken waarvan er ten minste twee bestemd zijn voor iedere rijrichting, voor zover de rijrichtingen anders dan door wegmarkeringen gescheiden zijn. OPGELET !!
Als voetganger ben je een weggebruiker, maar geen bestuurder. De voorrangsregels gelden dus niet voor jou als je te voet bent. Je mag wel voorgaan in situaties waarop je rechtdoor gaat op dezelfde weg of als je blind, slechtziend of moeilijk ter been bent.
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.
Invalidenvoertuigen die zich op het trottoir of voetpad bewegen volgen de regels van voetgangers, en zijn dus geen bestuurders. Alle zich op rijbaan bewegende invalidenvoertuigen zijn bestuurders. Het maakt dus hierbij niet of het een handbewogen rolstoel of bijvoorbeeld een scootmobiel betreft.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Veilig Verkeer Nederland adviseert om over het algemeen links van de weg te lopen. U kunt tegemoetkomend verkeer dan zien aankomen en u kunt dan beter reageren op eventuele onveilige situaties.
Vroeger was het voor wandelaars verplicht om buiten de bebouwde kom links van de weg te lopen. Op die manier konden ze auto's namelijk beter zien aankomen. In het verkeersreglement van 1991 komt deze verplichting echter niet meer voor. Dit betekent dat je tegenwoordig zelf mag kiezen aan welke kant van de weg je loopt.