De HPV-soorten 16 en 18 veroorzaken het vaakst baarmoederhalskanker, namelijk ongeveer 70% van de gevallen van baarmoederhalskanker. Je krijgt HPV via seksuele handelingen. Bijna iedereen krijgt ooit een HPV-infectie, mannen én vrouwen. En bijna altijd ruimt het lichaam dit virus zelf weer op.
Van een aantal soorten kan je jaren na besmetting kanker krijgen. De 2 gevaarlijkste zijn de typen 16 en 18, want die leiden het vaakst tot kanker. Baarmoederhalskanker is de bekendste. Maar van HPV kan je ook op andere plekken in je lichaam kanker krijgen: de mond- en keelholte, schaamlippen, anus, penis en vagina.
Een HPV-infectie die niet weggaat, kan soms baarmoederhalskanker veroorzaken. Baarmoederhalskanker zelf is niet besmettelijk, het virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken, is dat wel. Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich heel langzaam. De kanker heeft namelijk een aantal voorstadia of voorlopers.
In het algemeen geneest een HPV-infectie zonder behandeling. Van nieuwe infecties was 20% na 3 maanden spontaan genezen en 90% na 2 jaar (Boeke 1999, Zielinski 1999).
Het virus is heel besmettelijk. "Het is absoluut niet zo dat mensen met HPV seksueel flink tekeer zijn gegaan. Het virus is echt heel normaal. Ook als je je hele leven slechts één seksuele partner hebt, kun je het van die partner krijgen." In de meeste gevallen is het niet ernstig als je het krijgt (zie vraag 4).
Naar schatting tussen 70 en 80% van de seksueel actieve bevolking krijgt ooit een HPV-infectie. Dit omdat HPV heel gemakkelijk wordt doorgegeven. Je hoeft er zelfs geen seks (in de vorm van penetratie) voor te hebben. Vanaf je eerste partner heb je kans om besmet te raken met het virus.
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
Niet alle ruim 100 HPV-typen zijn gevaarlijk. De HPV-typen 16 en 18 veroorzaken het vaakst kanker. Deze twee typen veroorzaken samen ongeveer 70% van alle gevallen van baarmoederhalskanker en het grootste deel van de andere HPV-kankers.
Bijna altijd ruimt het lichaam hrHPV weer op binnen 2-3 jaar. Als er HrHPV wordt gevonden in een uitstrijkje, kunt u het virus dus al langere tijd hebben. Er is geen behandeling voor hrHPV. Meestal verdwijnt het virus vanzelf.
Uw lichaam ruimt het virus bijna altijd weer zelf op. Het duurt 1 tot 2 jaar voordat het virus helemaal weg is. Soms kan uw lichaam het virus niet goed opruimen. U blijft dan veel langer besmet en u heeft een grotere kans op baarmoederhalskanker.
HPV is een virus; het humaan papillomavirus. Van dat virus merk je meestal niks, maar het is wel heel besmettelijk. Als je HPV hebt, kun je zonder dat je het weet iemand anders besmetten. Er zijn verschillende typen HPV-infecties.
Baarmoederhalskanker ontstaat door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). De periode tussen het oplopen van een infectie en het ontstaan van kanker bedraagt verschillende jaren. Tussen het allereerste begin en het uiteindelijke ontstaan van baarmoederhalskanker kan wel 10 tot 15 jaar liggen.
Bovendien is HPV een latent virus en kan het jarenlang slapend aanwezig zijn- het is niet altijd het gevolg van recente geslachtsgemeenschap.
HPV16, 18, 31, 33, 35, 39, 45, 51, 52, 56, 58 en 59 veroorzaken baarmoederhalskanker. Dit zijn hoog-risico HPV- typen (hrHPV). HPV16 is het gevaarlijkst en veroorzaakt meer dan de helft van alle baarmoederhalkankers. HPV18 veroorzaakt 16% van alle baarmoederhalskankers.
Van de Nederlandse vrouwen van achttien tot dertig jaar is 11,8 procent besmet met één of meerdere van de HPV-virussen, die een verhoogd risico kunnen geven op baarmoederhalskanker later in het leven.
Je krijgt HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) via seksuele handelingen. Bijna iedereen krijgt ooit een HPV-infectie, mannen én vrouwen. En bijna altijd ruimt het lichaam dit virus zelf weer op. Met de HPV-vaccinatie ben je goed beschermd tegen HPV-infecties.
PAP 1 HPV positief Het uitstrijkje is normaal. Wel is het HPV virus gevonden waardoor u over 6 maanden opnieuw een uitstrijkje moet laten maken om te kijken of het lichaam het virus zelf heeft opgeruimd. In het uitstrijkje zijn enkele cellen aanwezig die er iets anders uitzien dan normaal.
Besmetting. Besmetting kan plaatsvinden door te vrijen met iemand die HPV heeft. Condooms verminderen de kans op besmetting met HPV, maar het virus verspreidt zich ook via handen, huid en mond. HPV verdwijnt meestal vanzelf na ongeveer 1,5 jaar uit het lichaam, in die periode is diegene besmettelijk.
De incubatietijd (de periode tussen het moment van besmetting en het ontstaan van de klachten) voor deze typen HPV is één tot acht maanden en ligt gemiddeld rond de drie maanden.
Hoe gaat het verder na de behandeling van onrustige cellen door HPV? De onrustige cellen door HPV kunnen weer terugkomen na de behandeling. Dit gebeurt bij ongeveer 35 van de 100 vrouwen. Daarom komt u na de behandeling 2 keer per jaar op controle bij de gynaecoloog.
De volgende uitslagen zijn mogelijk na een uitstrijkje:
hrHPV-positief en licht afwijkende cellen (Pap 2 en 3a1) hrHPV-positief en matig tot ernstig afwijkende cellen (Pap 3a2, 3b, 4 en 5)
De eerste verschijnselen zijn jeuk en irritatie bij de geslachtsorganen. Soms ontstaat er maar één wratje, maar soms ook ontstaan er veel wratten in korte tijd. De kans dat wratten na behandeling terugkomen is groot.
Het virus is niet aanwezig in sperma, speeksel of bloed.
Het papillomavirus wordt vaak al overgedragen wanneer iemand nog maar pas seksueel actief is. Jonge vrouwen met een seksleven worden het meest blootgesteld aan besmettingsgevaar, dat afneemt met de leeftijd.
Bij baarmoederhalskanker groeien er kankercellen in uw baarmoederhals. Er kan donkerrood of bruin slijm uit uw vagina komen. Ook kan er bloed uit uw vagina komen, terwijl u niet ongesteld bent. U krijgt onderzoeken, zoals een MRI en onderzoek van een stukje baarmoederhals.