Hoeveel is een onbepaald telwoord dat vraagt naar een bepaalde hoeveelheid. In dat geval schrijven we hoeveel aan elkaar.
De correcte spelling is hoe laat, in twee woorden. Hoe laat is het? Hoe laat ga je naar huis?
terugvinden = terugvinden werkw. Uitspraak: [təˈrʏxfɪndə(n)] Verbuigingen: vond terug (verl. tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft teruggevonden (volt.
De vuistregel is dat we in lopende tekst de getallen onder de twintig, de tientallen en de ronde getallen daarboven in letters schrijven. De andere getallen schrijven we doorgaans in cijfers. Bij miljoen en miljard zijn combinaties van cijfers en woorden mogelijk. In enkele gevallen wordt van de vuistregel afgeweken.
Is het hoeveel of hoe veel? Je schrijft hoeveel altijd aan elkaar en dit kan je niet los van elkaar schrijven, zoals: Hoeveel kost de Individuele training Zakelijk Engels?
' 'Hoe ver is het naar het station? ' heeft de voorkeur. Bij hoe( )ver geldt het volgende betekenisverschil: als een afstand bedoeld is, is hoe ver juist; in meer figuurlijke zin is hoever één woord.
Johan Hendrik van Dale gaf zijn naam aan het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal. Maar behalve dit werk, waarmee hij in het Nederlandstalig gebied beroemd is geworden, was hij in Zeeland ook een gerespecteerd schoolmeester, archivaris en publicist.
Richtlijnen voor het schrijven van getallen voluit in letters. In een 'lopende tekst' schrijf je getallen tot twintig voluit. Getallen boven de twintig schrijf je in cijfers, dus: drie, acht, achtste, 21. De tientallen tot honderd schrijf je echter ook voluit: dertig, vijftig, 110, tachtigste.
De teller en de noemer van een breuk worden los van elkaar geschreven: /3: een derde.
Het woord superfijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
“samenwerken” betekent: gemeenschappelijk aan dezelfde taken werken. Het Groene Boekje schrijft “leidinggeven” voor, maar niet iedereen is het ermee eens: de Van Dale vermeldt alleen “leiding geven.”
Een woord bestaat uit minimaal één vrij morfeem en nul of meer gebonden morfemen. In de praktijk is het een opeenvolging van aan elkaar geschreven letters, waaraan een door conventie overeengekomen betekenis verbonden is.
Hoe lang wordt los geschreven als het een lengte of afstand aanduidt ('van welke lengte'). Als één woord verwijst hoelang naar een tijdsduur ('van welke tijdsduur, gedurende welke periode'). In de uitdrukking tot hoelang ('tot wanneer') is hoelang ook één woord.
Sinds 1904 staat 'hoelang' aaneen in het Woordenboek der Nederlandsche Taal, al werd het door de meeste mensen nog als twee woorden gezien. Sinds 1904 is het dus officieel mogelijk om de woorden samen te voegen. 'Hoelang' aan elkaar gebruik je alleen wanneer er een tijdsduur aangegeven wordt.
'” Al enige tijd moet hoelang altijd als één woord worden geschreven als het om een tijdsduur gaat.
een onbepaald lidwoord en wordt gebruikt voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Zie één.
Het getal een, weergegeven door het enkele cijfer 1, is het natuurlijke getal dat nul opvolgt en aan twee voorafgaat. Het representeert een enkele entiteit in de eenheid van tellen en meten. Het Romeinse cijfer voor één is de letter I.
Het is overigens twee. Getallen tot twintig schrijf je voluit.
Ik heb nog één appel voor je. Hier is één niet het lidwoord, maar het telwoord: 1 appel. Ik heb nog één appel betekent dat er echt nog maar 1 appel is.
De natuurlijke getallen zijn de getallen waar we mee tellen. Meestal beginnen we te tellen met 1, maar vaak wordt ook 0 tot de natuurlijke getallen gerekend.
Johan Hendrik van Dale (1828-1872) was stadsarchivaris en hoofdonderwijzer in Sluis en stond bekend als groot kenner van de Nederlandse taal. In 1867 kreeg hij van uitgever D.A. Thieme het eervolle verzoek om het Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal te bewerken.
De allereerste Dikke Van Dale verscheen in 1864 en was samengesteld door Isaac Marcus Calisch (1808-1884) en Nathan Salomon Calisch (1819-1891). De mannen waren neven, maar ze waren bovendien zwagers: Nathan Salomon was namelijk getrouwd met de zus van Isaac Marcus.
De allereerste woordenlijstjes die we kennen, zijn meer dan 4000 jaar oud en geschreven in spijkerschrift. Ze zijn aangetroffen op kleitabletten in Mesopotamië. Zoeken we het dichter bij huis, en beperken we ons tot het Nederlands, dan komen we uit in de 13de eeuw, toen klerken de eerste woordenlijsten opstelden.