Zijn heeft echter een onregelmatige gebiedende wijs: wees. Sommige taalgebruikers vormen de gebiedende wijs van zijn volgens de gewone regel: de eerste persoon enkelvoud is (ik) ben, dus gebruiken ze ben. Dat is echter geen standaardtaal.
' is de juiste vorm in het Standaardnederlands. Alleen wees is juist als gebiedende wijs van zijn. Het is bijvoorbeeld ook 'Wees eens stil! ', 'Wees jezelf' en 'Wees tevreden met wat je hebt!
Werkwoord. Ik wees. Jij wees. Hij, zij, het wees.
Het is een alternatieve onbepaalde wijs van het werkwoord 'zijn'. De onbepaalde wijs; wezen, was (waren), geweest. Het wordt normaliter alleen in de gebiedende wijs gebruikt in de tegenwoordige tijd ;"Wees stil!" . "Wees gegroet"enz.
wezen (zn) : aard, binnenste, complexie, essentialia, essentie, geaardheid, geest, grond, hart, hoofdzaak, inborst, innerlijk, karakter, kern, kernpunt, kwintessens, natuur, substantie, temperament. wezen (zn) : creatuur, organisme, persoon, schepsel, être.
Een wees is een kind van wie een of beide ouders zijn overleden. Is slechts één ouder overleden, dan is men een halve wees. Zijn beide overleden spreekt men van een volle wees.
Het werkwoord wezen komt alleen voor in de infinitief. Het is vooral gebruikelijk in de spreektaal. In sommige gevallen is wezen synoniem met zijn. Meestal kunt u zowel wezen als zijn gebruiken.
Het is een gebruikelijk werkwoord. Toch is er iets opmerkelijks aan dit werkwoord. In bijvoorbeeld stilzetten en klaarzetten geven stil- en klaar- een resultaat aan. Naast 'De machine wordt stilgezet/klaargezet' is mogelijk: 'De machine staat/is stil/klaar.
stil, akelig, naar. Geene sterke gemoeds- of lichaamsbeweging toonend, onbewogen, niet hartstochtelijk. Kalm, van personen gezegd, is het tegenovergestelde van opgewonden; men kan zoowel van aard kalm zijn, als onder bepaalde omstandigheden kalm blijven.
In wezen zijn ( = BESTAAN) In wezen geen droge tijd (cry ( = NATUUR) In wezen (8 woorden, bijv. EIGENLIJK)
Wezen is mogelijk: als infinitief, net als zijn hierboven: 'Je moet wel op tijd wezen', 'Hij mag er best wezen', 'Het heeft zo moeten wezen', 'Laten we wel wezen', 'Het is heerlijk om vader te wezen'; als een aansporing: 'Wezen jullie eens stil' (naast 'Wees eens stil' als échte gebiedende wijs);
Er is wettelijk gezien niets dat je verbiedt een relatie te hebben met iemand die jonger of ouder is dan jij. Het is aan je partner en jou om zelf te bepalen wat jullie oké vinden, waar jullie je fijn bij voelen. Op vlak van seks heeft de wet wel wat te zeggen.
naamw. Uitspraak: [ˈwezə(n)] Verbuigingen: wezen|s (meerv.) 1) levend schepsel, zoals een mens of dier Voorbeelden: `een menselijk wezen`, `een buitenaards wezen` 2) de essentie (van iets of iemand) Voorbeel...
In de eerste zin zegt 'hard' iets over 'fietst'. Dit is een werkwoord, dus 'hard' is in de eerste zin een bijwoord. In de tweede zin zegt 'hard' iets over 'aanrechtblad'. Dat is een zelfstandig naamwoord.
Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord of (soms) een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen, maar dat hoeft niet.
Staat de auto langer dan drie weken stil, dan zou de accu wat uitgeput kunnen raken. ,,Een auto heeft stille verbruikers: denk aan de klok, radio of het centraal vergrendelingssysteem. De auto verbruikt daar ook stroom mee als hij stilstaat. Dan kunnen er accuproblemen ontstaan.
Wat is de verleden tijd van stilstaan? De verleden tijd van stilstaan is 'stond stil'. Het voltooid deelwoord is 'heeft stilgestaan'.
berustend, onbezwaard, ongemoeid. als synoniem van een ander trefwoord: kalm (bn) : bedaard, beheerst, berustend, bezadigd, flegmatiek, gematigd, gemodereerd, koel, koelbloedig, nuchter, onaandoenlijk, onbewogen, onverstoorbaar, onverstoord, rustig, sereen, stil, vredig, vreedzaam.