Het Noordzeekanaal heeft brak water, een mengsel van zout zeewater en zoet water uit het Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en het IJ.
Zo zwemt alle zeevis die voor de kust van IJmuiden voorkomt, ook rond in het Noordzeekanaal en het IJ. Daar tref je naast zoetwater- vis als blankvoorn, brasem, karper, paling, baars, snoek en snoekbaars, dus ook tong, schar, schol, bot, zee- baars, harder, kabeljauw, wijting, steenbolk, puitaal en haring aan.
“ Naast haring zwemt er in het IJ volop bot, schol, zeebaars, zeeforel en kabeljauw. In de zoete delen van het IJ en in de grachten zwemmen onder meer allerlei soorten witvis, karper, snoek, snoekbaars en paling. Er zitten zelfs forse rivierkreeften.
In de Amsterdamse wijk IJburg zijn sporen van een otter aangetroffen. Dit betekent dat het dier voor het eerst in ruim een halve eeuw terug is in Amsterdam.
Amsterdam heeft het IJ, maar ook plassen en grachten. Ruige stadsjungle waar gestruind kan worden vindt men in De Lange Bretten en het Geuzenbos in het Westelijk Havengebied. Hier zijn blauwborsten, bruine kiekendieven, Schotse hooglanders en Hollandse landgeiten, hermelijnen, haviken en ijsvogels te vinden.
Sterker nog, er zijn maar 2 zoogdieren die niet kunnen zwemmen: Giraffen, maar die zijn zo lang dat ze niet snel in de problemen komen, en mensapen, maar die kunnen het wel leren, denk maar aan mensen! O ja, Nijlpaarden zwemmen ook niet echt, die lopen over de bodem!
Veel dieren waar je het niet direct van verwacht, kunnen prima zwemmen waaronder varkens, olifanten, neushoorns en kangoeroes.
Reacties. Ja, heel wat vissen kunnen achteruit zwemmen. Bij de zwaarddrager (Xiphophorus), de populaire aquariumvis waarbij de onderzijde van de staart sterk verlengd is, is achteruit zwemmen zelfs een onderdeel van het mannelijke paringsgedrag [zie artikeltjes van Rosenthal (1996, 2006) in bijlage].
In grote delen van Centraal-Europa, in het bijzonder Polen en Hongarije, wordt de karper wel gegeten. De vis wordt verwerkt in vissoep of in moten gepaneerd en gebakken. Ook in Oost-Azië is de vis populair.
De diepte van het water in Amsterdam varieert van twee tot vier meter diepte. Wanneer boten met grote schroeven door het water varen woelen ze de bodem op. Dit zorgt voor troebelheid, waardoor licht wordt geblokkeerd. Daarnaast ligt op de bodem vaak verontreiniging.
Op de kieuwdeksels heeft de baars scherpe randen en punten. Hij kan tot 60 centimeter lang en 4,5 kilogram zwaar worden. Hij kan 16 jaar oud worden.
'In het IJ bevat één liter water ongeveer vijfduizend milligram zout. Langs de kust bij Bloemendaal meet je ongeveer zeventienduizend milligram.
Zoetwater (zoet water) is water dat minimale hoeveelheden zout bevat, dat dus een geringe saliniteit heeft. Hiermee onderscheidt het zich van brak water en zout water. Zoetwater heeft zijn oorsprong in neerslag, dat via grondwater, beken of rivieren richting zee stroomt.
De Amstel is een rivier die vanuit het zuiden Amsterdam instroomt. De Amstel voert water uit de polders ten zuiden van Amsterdam af. De riviertjes de Bullewijk, de Kromme Mijdrecht en de Oude Waver komen ook uit in de Amstel. Vanuit de Amstel stroomt het water via de Amsterdamse grachten naar het IJ.
De tijger is ook dol op water. Op warme dagen liggen ze graag in het water (in het wild maar ook in dierentuinen, dus water is een vereiste in een tijgerverblijf) en indien mogelijk zwemmen ze ook graag een paar baantjes. Het gebeurt regelmatig dat een tijger zijn prooi in het water pakt.
Nee, kippen kunnen niet zwemmen. Ze behoren tot de loopvogels.
In tegenstelling tot de grote kuifeenden, die in het verleden in verschillende landen in Europa zijn ontstaan, is de dwergkuif- eend een Nederlandse creatie.
Wij krijgen regelmatig de vraag van konijnen-eigenaren of hun dieren kunnen zwemmen. En het antwoord hierop is “ja”. Toch is deze vraag in veel opzichten een verkeerde vraag. Als ons gevraagd zou worden of konijnen het fijn vinden om te zwemmen, dan is het antwoord absoluut “nee”.
Een zwemmende olifant is zeker geen ongebruikelijk gezicht. Deze grote zoogdieren drijven in het water en zwemmen geheel onderwater, waarbij ze hun slurf als snorkel gebruiken.
Het zal u misschien niet verbazen, maar olifanten kunnen niet springen. Hoe dat komt, is echter moeilijk te zeggen. Te meer omdat wetenschappers nog nooit specifiek hebben onderzocht waarom een olifant niet kan springen.
Er wonen ongeveer 30.000 honden in de stad en die moeten goed kunnen bewegen, zo vindt de gemeente, ook omdat dat goed is voor de baasjes zelf. "Voor veel eigenaren is de hond dé reden om frequent naar buiten te gaan en in beweging te blijven.
In de hoofdstad leven zo'n kwart miljoen katten. Ze zijn de meest voorkomende roofdieren in de stad.
De meeste bekende diersoorten zijn verspreid over het hele Bos. Van de zoogdieren wonen er de egel, diverse soorten muizen, ratten en vleermuizen, haas, konijn, eekhoorn en twee lastpakken, de mol en de muskusrat.