Me is de onbenadrukte vorm van mij, zoals in “ik heb me vergist” en is nooit een bezittelijk voornaamwoord. Informele bezittelijke voornaamwoorden, zoals “m'n”, gebruik je nooit in academische teksten. “Mij” mag alleen gebruikt worden als er een voorzetsel voor staat: “dit onderzoek is van mij”.
Het juiste voorzetsel hangt af van de context van de zin. * Voor mij : Dit betekent dat iets op jou gericht is of dat jij de actie ontvangt. * Voor mij: Dit betekent dat iets gunstig voor jou is of dat het voor jou bedoeld is.
Als niet-onderwerpsvorm kunnen we zowel me als mij gebruiken. Het is aan te bevelen om zo veel mogelijk de gereduceerde vorm me te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm mij maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk.
Me gebruik je om naar jezelf te verwijzen
Ze hebben me uitgenodigd voor het sollicitatiegesprek. Me geeft hier aan wie uitgenodigd is, namelijk degene die aan het woord is. In plaats van me kun je ook kiezen voor mij. In het bovenstaande voorbeeld benadruk je dan dat ze jou hebben uitgenodigd.
Naast mijn zusje is wel m'n zusje mogelijk. Mijn in mijn zusje is een bezittelijk voornaamwoord. Wie mijn zusje informeler of met minder nadruk wil opschrijven, kan voor m'n zusje kiezen. Me is niet goed, want me is geen bezittelijk maar een persoonlijk voornaamwoord, net als mij.
Me is de onbenadrukte vorm van mij, zoals in “ik heb me vergist” en is nooit een bezittelijk voornaamwoord. Informele bezittelijke voornaamwoorden, zoals “m'n”, gebruik je nooit in academische teksten. “Mij” mag alleen gebruikt worden als er een voorzetsel voor staat: “dit onderzoek is van mij”.
'Me' is een doorzichtiger woord. Als het geen nadrukkelijke functie in de zin heeft, zou ik om die reden altijd 'me' verkiezen boven 'mij'. Tekstuele zaken die de aandacht trekken (wat 'mij' vaak een beetje doet) leiden namelijk af van de inhoud van je tekst.
Het woordje 'me' gebruik je als persoonlijk voornaamwoord dat verwijst naar jezelf. Het gaat dan niet om bezit. Ook bij wederkerende werkwoorden komt me voor. Voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn: zich herinneren, zich schamen, zich haasten, zich verslapen, etc.
Het woord 'me' (in plaats van mijn) is door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) officieel uitgeroepen tot stomste woord van 2015.
Me moeder. In de spreektaal en ook wel in de informele schrijftaal (tweets, appjes), wordt me vaak gebruikt als bezittelijk voornaamwoord: me moeder. De gereduceerde vorm van mijn is echter m'n, niet me.
Wat is juist: 'Ik realiseer dat hij ouder is' of 'Ik realiseer me dat hij ouder is'? Juist is: 'Ik realiseer me dat hij ouder is.
Me en mijn zijn allebei voornaamwoorden; woorden waarmee je naar personen kunt verwijzen. Van deze voornaamwoorden bestaan in de spreektaal altijd twee varianten: de zogenoemde 'volle' en 'gereduceerde' vormen. Volle vormen zijn bijvoorbeeld mij, wij en mijn, gereduceerde vormen zijn me en we.
In geschreven Engels, met name in een formeel document zoals een zakelijke brief of een schoolopdracht, geloven de meeste moedertaalsprekers dat de subjectpronomina I, he, she, we en they correct zijn na than. Daarom is het veiliger om " beter dan I " te gebruiken als u opgeleid en correct wilt klinken.
Voor mij = persoonlijke gedachten of meningen.Voor mij is een korte manier om andere ideeën uit te drukken zoals ; Het lijkt me belangrijk Het is belangrijk voor mij VOOR MIJ = een actie of direct gevolg Het is belangrijk voor mij om regelmatig te sporten! Het werkt voor mij, het is belangrijk voor mij, het lijkt me...
Beide woorden kunnen hier worden gebruikt, maar de betekenis is dan net even anders: 'Voor mij' betekent dat jij degene bent die erom geeft, terwijl 'voor mij' niet per se betekent dat het belangrijk voor jou is . Het kan ook zijn dat het belangrijk is vanwege iemand anders.
De zin op de Times-blog gebruikt echter de voorzetselzin om een mening te introduceren. In feite wijzigt het de hele zin. Heel veel mensen beginnen, wanneer ze een mening uiten, met “to me ….” Dit is waarschijnlijk een verkorte vorm van “It seems to me that …” of van de meer telescopische “Seems to me ….”
Me is geen bezittelijk voornaamwoord
Voorbeelden: me broer, me fiets, me taalfout. Dat moet zijn: mijn broer, mijn fiets, mijn taalfout. Tip: vervang me door mij.
De afkorting ME/CVS staat voor myalgische encefalomyelitis/chronisch vermoeidheidssyndroom. Dit is een ernstige, chronische ziekte waar nog geen effectieve behandeling voor is.
Het woord me staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
De 'ja, maar … ' wordt vaak gebruikt om op een indirecte manier nee te zeggen. Zinnen met 'ja, maar…' hebben een ontkennend en ontmoedigend effect. Wanneer iemand telkens 'ja, maar …' zegt, ervaar je dat diegene niet echt openstaat voor jouw inbreng.
Mensen vertellen wat ze moeten doen , geeft ons het gevoel dat we de controle hebben . We voelen ons behulpzaam. We bedoelen het allemaal goed als we advies geven. We denken allemaal graag dat iemand die we kennen zijn probleem heeft opgelost dankzij ons advies.
Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Mij (of me) is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat. Twijfel tussen ik en mij is mogelijk na dan, als en zoals.
Ik heb me auto gewassen. Deze auto is van me moeder. Het voornaamwoord staat hierboven vóór een zelfstandig naamwoord ('auto' en 'moeder') en duidt het bezit hiervan aan. We hebben dus te maken met een bezittelijk voornaamwoord en daarom moet hier dus 'mijn' worden gebruikt.
Context afhankelijk! Bij domme vragen kan je prima antwoorden: "Lijkt me wel!".Als je het niet zeker weet kan je zoiets wel zeggen, lijkt mij. Hiermee benadruk ik dat het volgens mij zo is.