Misschien helpt het om dit te onthouden: als je twijfelt tussen twee schrijfwijzen en het woord wordt bijvoeglijk gebruikt, kies dan de korte schrijfwijze: het ontvreemde geld (niet: ontvreemdde) het verwoeste gebouw (niet: verwoestte)
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord. Voltooide deelwoorden maken deel uit van samengestelde werkwoordstijden. De voltooide tijd wordt gevormd door de persoonsvorm van het hulpwerkwoord hebben of zijn en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.
Het voltooid deelwoord kan als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Het voltooid deelwoord staat dan voor een zelfstandig naamwoord. Het zegt dus iets meer van een zelfstandig naamwoord (mensen, dieren, dingen of planten). Brandend zonk het nieuwe schip.
'Hij verbrandde' is de verleden tijd van 'verbranden'. Die maak je door aan de stam 'de' of 'te' toe te voegen: verniel+de, werk+te, verbrand+de. In 'de verbrande resten' zit het voltooid deelwoord 'verbrand'.
Het voltooid deelwoord van het werkwoord slaan is in al zijn betekenissen geslagen. Geslaan* komt soms voor in de spreektaal in België, maar die vorm is geen standaardtaal.
De medeklinkers uit 't kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit 't kofschip.
Bij sterke werkwoorden kan het voltooid deelwoord op een n eindigen: lopen - ik heb gelopen. zien - ik heb gezien. staan - ik heb gestaan.
Misschien helpt het om dit te onthouden: als je twijfelt tussen twee schrijfwijzen en het woord wordt bijvoeglijk gebruikt, kies dan de korte schrijfwijze: het ontvreemde geld (niet: ontvreemdde) het verwoeste gebouw (niet: verwoestte)
Lachen – loech – gelachen.
Verhuist is goed in bijvoorbeeld 'Volgende maand verhuist Katrien naar Norg. ' In 'Katrien is verhuisd naar Norg' is verhuisd goed. Verhuisd is een voltooid deelwoord. In dat voltooid deelwoord komt de d terug van de verleden tijd verhuisde.
De medeklinkers uit 't kofschip ('t fokschaap) geven aan of een zwak werkwoord een 't' of een 'd' krijgt bij het vervoegen in de verleden tijd of bij het voltooid deelwoord.
Bij verven is dat de V. Komt de V voor in 't (TAXI)KOFSCHIP? Nee. Dus eindigt het voltooid deelwoord van verven (hij heeft geverfd) met een D, en niet met een T.
De vervoeging van slaan is: slaat – sloeg – geslagen. De vervoeging van slagen is: slaagt – slaagde – geslaagd.
Ontslaan is standaardtaal in het hele taalgebied.
De correcte spelling is moesten.
Vervoeging van het werkwoord moeten: ik moet, jij moet, wij moeten.
hele werkwoord: maken
jij/je ná persoonsvorm (geen t toevoegen): maak jij/je lasagne? u en hij/zij/ze/het voor óf na de persoonsvorm (stam + t): u / hij / zij / het meisje maakt lasagne; maakt u / hij / zij /het meisje lasagne?
Rebecca Sharrock kamp met Hyperthymesia, een aandoening waardoor je beschikt over een superieur autobiografisch geheugen. In totaal zijn er tachtig mensen over de hele wereld die hiermee kampen, meldde Daily Mail woensdag.
De huid blijft na verbranding rood voor ongeveer 1 tot 3 dagen. Het is in de tussentijd belangrijk dat je de huid gedurende 1 tot 3 dagen niet opnieuw blootstelt aan de zon. Een 2e graads zonverbranding ontstaat binnen 2 tot 12 uur. De verbrande huid is rood, en voelt warm en pijnlijk aan.