Als je links of rechts wilt afslaan, moet je altijd je hand uitsteken. rechterhand uit. iemand op de rechterstoep en/of rechts op de rijbaan loopt. In dat geval geldt de regel: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor: je moet de voetganger dan voor laten gaan, voordat je afslaat.
Fietsers moet zich aan de verkeersborden en verkeersregels houden. Zo moeten zij op het fietspad rijden. Als er geen fietspad is, moeten zij rechts op de rijbaan rijden. Voor een elektrische fiets (of e-bike) gelden dezelfde verkeersregels als voor een gewone fiets.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
De voorrang van rechts is universeel.
Ook op fietsers zijn de voorrangsregels van toepassing. Ook fietsers moeten dus voorrang verlenen aan het verkeer dat van rechts komt. Ook daar is een goede reden voor. Het verkeer is een kwestie van vertrouwen.
Ze moeten wel voorrang verlenen aan overstekend verkeer, vaak voetgangers. Automobilisten moeten fietsers de ruimte geven om rechts voor te kunnen sorteren.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Alle fietsers in groep moeten zich aan de wegcode houden. Dit wil zeggen dat ze niet door het rode licht mogen rijden, de groep geen voorrang heeft aan een oversteekplaats voor fietsers en iedereen moet stoppen en voorrang verlenen aan een zebrapad waar voetgangers willen oversteken.
Voorrangsregels voor voetgangers
Bestuurders moeten voetgangers die oversteken of op het punt staan dit te gaan doen, voor laten gaan. De boete voor het niet voor laten gaan is in 2022 € 410. Wil je als voetganger rechtdoor terwijl een bestuurder afslaat, dan moet de bestuurder je voor laten gaan.
Vaak is het asfalt van een fietsstrook rood. De rode kleur heeft geen wettelijke betekenis. Wanneer de strook alleen rood is, (in Nederland: zonder fietssymbool), dan wordt de strook officieel fietssuggestiestrook genoemd, en kunnen andere voertuigen er ook gebruik van maken.
Op de rijbaan mag je niet stilstaan of parkeren op een zebrapad. Dat verbod geldt ook op minder dan 5 meter voor het zebrapad. Voorbij het zebrapad mag je wel stilstaan en parkeren.
De korte bocht gaat voor de lange bocht. Als jij afslaat naar rechts, zal degene die naar je toekomt en dezelfde weg in wilt, en dus linksaf slaat, jou voor moeten laten gaan. Jij gaat naar rechts: korte bocht, hij gaat naar links: lange bocht. Een tram heeft altijd voorrang.
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Is er geen fietspad, dan mogen fietsers op de gelijkgrondse bermen en op de parkeerstroken rijden, of op de rijbaan. Ze mogen ook op de bijzondere overrijdbare bedding of in de busstrook rijden indien het symbool van een fiets op het betrokken verkeersbord afgebeeld staat.
Er is geen verbod meerdere voertuigen ineens in te halen. Er is wel een verplichting opnieuw rechts te rijden zodra dat zonder bezwaar kan.
Als fietser moet u in het donker en bij slecht zicht een voorlicht en achterlicht aan hebben. U mag hiervoor ook losse lampjes gebruiken. Daarnaast moet de fiets reflectoren hebben op de achterkant, trappers en wielen of banden.
Er zijn ook onverplichte fietspaden, die zijn voorzien van een rechthoekig bordje fietspad in letters (bord G13), soms met onderbordje 'dus niet brommen'.
Als aan de kant van de rijbaan een gele doorgetrokken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet stilstaan (of parkeren). Parkeer in de daarvoor aangegeven vakken. Even stilstaan voor in- en uitstappen mag dus ook niet.
Auto's mogen niet parkeren of stilstaan op een fietsstrook. Als er een doorgetrokken lijn langs de fietsstrook ligt, mogen auto's hier niet rijden. De fietsstrook is bestemd voor fietsers. U mag uw auto hier niet laten stilstaan.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor. Verkeer van links moet stoppen.
Trams zijn een uitzondering: een afbuigende tram moet wél voorrang krijgen van het verkeer dat op dezelfde weg rechtdoor rijdt of loopt. Dus: als de rode pijl een tram is en jij bent de blauwe pijl, dan moet je voorrang geven aan de tram.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
Stadsfiets op fietspad: geen maximumsnelheid
Natuurlijk gelden de borden die je ziet wanneer je de bebouwde kom binnenrijdt en waar '50' op staan niet voor fietsers. Als je al 50 zou kunnen halen als fietser. En op fietspaden gelden alleen maximumsnelheden voor brommers en andere gemotoriseerde voertuigen.
Richting aangeven bij het oprijden van een rotonde
Op dezelfde manier als bij kruisingen. Dus naar rechts (richtingaanwijzer naar rechts), rechtdoor (richtingaanwijzer uit) of naar 'links' en dus driekwart (richtingaanwijzer naar links).
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.