De stam is krab. De laatste letter is b. Deze zit niet in 't kofschip. Daarom schrijf je krabde.
Spoel de wond goed schoon met lauw, stromend water van de kraan of ander drinkbaar water. Als er geen water bij de hand is, mag je ook een niet-kleurend, waterig ontsmettingsmiddel gebruiken. Droog de omgeving van de wond met een schone doek. Dek de wond af met een steriel kompres, een snelverband of een schone doek.
Hoe spel je het voltooid deelwoord van krabben? De stam van krabben is krab.
De verleden tijd van kuchen is 'kuchte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekucht'.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Je zult en je zal zijn allebei correct. De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij.
Bij schrapen en kuchen slaan de stembanden met kracht tegen elkaar. Hierdoor raken de stembanden geïrriteerd en krijgt u mogelijk het gevoel dat er iets in de keel zit. Vaak ontstaat er na kuchen of schrapen vrijwel direct de behoefte om opnieuw te schrapen of te kuchen.
Een krab met een smal, spits, driehoekig achterlijf, in de vorm van een vuurtoren, is een mannetje. Die heeft daar twee piemels onder zitten, eentje links en eentje rechts. Eigenlijk zijn het omgebouwde pootjes.
Krabben is een reflex, een automatische reactie op jeuk. Krabben als automatische reactie op jeuk houdt altijd snel weer op en leidt bijna nooit tot verwondingen aan de huid. Het automatisch in de reflex krabben kan zich echter gaan uitbreiden.
En nu blijkt dat de Aziatische kokoskrab (Birgus latro) inderdaad het hardst knijpt van alle schaaldieren: 3.300 newton, ofwel vijfmaal zo hard als een mens kan bijten. Dat constateren Japanse onderzoekers na metingen van 29 wilde krabben.
Kattenkrabziekte, ook wel Bartonella henselae-infectie genoemd, wordt veroorzaakt door een bacterie: Bartonella henselae. Mensen kunnen besmet worden met B. henselae via een krab of een beet van een kat.
Clostridium tetani. Deze bacterie komt voor in straatvuil en kan tetanus veroorzaken. Als een kat deze bacterie bij zich draagt heeft hij er zelf bijna nooit last van. De bacterie kan indirect, via een beet, overgedragen worden van kat op mens.
Misschien kan er dan ook iets aan gedaan worden. Het is goed om naar de huisarts te gaan als één (of meer) van de volgende beweringen voor jou geldt: Je hoest (opeens) veel en vaak, en voelt je benauwd. Je hoest veel of vaak, en dit duurt langer dan 3 weken.
Hoesten gaat bijna altijd vanzelf over binnen 2 tot 3 weken. Zorg voor schone lucht in huis. Rook niet. Iets warms drinken of op een dropje zuigen kan prettig zijn.
Verder kan hoesten ook een 'gewoonte' worden. Zonder dat er slijm zit kan u door teveel hoesten de slijmvliezen zó irriteren dat men de hoest hierdoor in stand houdt.
Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor. Het is bijvoorbeeld ook zij wil, men wil, Eva wil, iedereen wil en de klant wil. De derde persoon enkelvoud is bij willen dus anders dan bij bijna alle andere werkwoorden, bijvoorbeeld wensen en hopen.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Nee, beide vormen zijn goed: je kunt en je kan zijn allebei mogelijk. Kunnen is een onregelmatig gevormd werkwoord. Er zijn meer van dat soort werkwoorden: denk aan willen (je wil/wilt) en zullen (je zal/zult).
Als het onzekere element door een ander woord in de zin wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld door het hulpwerkwoord zou(den), is zowel als als dat mogelijk. Beide zinnen betekenen dan hetzelfde. Zou je het goed vinden dat / als ik je een nieuwe versie bezorg? Ik zou het fijn vinden dat / als je kunt komen.
We schrijven ervan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.
Zo kun je de dt-regels voor de tegenwoordige tijd onthouden met het volgende ezelsbruggetje: ik drink nooit thee, jij drinkt soms thee en hij drinkt altijd thee. In plaats van thee kun je denken aan de letter t, die je bij ik bijvoorbeeld nooit gebruikt. Je schrijft dus ik word in plaats van *ik wordt.