In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist.
In sommige gevallen is zowel jij als jou mogelijk na dan, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Dat wil zeggen dat zij de ander als beter dan jou beschouwen .
Wanneer gebruik je je en wanneer jij? Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen! ' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen. ' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen.
Juist is: 'beter dan ik'. Het is een verkotring van: 'hij zingt beter dan ik zing'. Bij vergelijkingen met 'als' gebeurt hetzelfde: hij zingt net zo goed als ik (zing).
In geschreven Engels, met name in een formeel document zoals een zakelijke brief of een schoolopdracht, geloven de meeste moedertaalsprekers dat de subjectpronomina I, he, she, we en they correct zijn na than. Daarom is het veiliger om “better than I” te gebruiken als u opgeleid en correct wilt klinken.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm ik te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm.
Je gebruikt de vormen als volgt: Jij – onderwerp van de zin: Jij komt uit Deventer. Waar kom jij vandaan? Jou – lijdend en meewerkend voorwerp en na een voorzetsel: Ik heb jou gisteren op de markt gezien.
Twijfel tussen jij en jou is ook mogelijk na behalve.
Behalve jij is correct als er een band is met het onderwerp van de zin.Behalve jou is correct als er een band is met een ander zinsdeel dan het onderwerp.
Hoe gaat het met jou is correct. In dit geval is er geen sprake van een bezitsrelatie en “jou” wordt niet gevolgd door een zelfstandig naamwoord, dus de vorm zonder w is correct. Jou is hier een persoonlijk voornaamwoord. Hoe gaat het met jouw?
De mentaliteit van 'ik ben beter dan jij' is het resultaat van het ego dat beter wil zijn dan anderen en wanhopig een voorsprong wil hebben op de rest .
De juiste uitdrukking is "beter dan" als je een vergelijking maakt , zoals in "IJs smaakt beter dan yoghurt." Gebruik altijd "dan" als je "in vergelijking met" bedoelt. Gebruik alleen "beter dan" als je "beter op dat moment" bedoelt (bijv. "We maakten foto's in de avond omdat het licht toen beter was").
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is.
Kort samengevat: Na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als.Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan.
Er zijn ook gevallen waarin het persoonlijk voornaamwoord na dan géén onderwerp is, maar lijdend of meewerkend voorwerp. Dan is dan mij, dan jou, dan hem/haar, dan ons, dan hen of dan hun goed.
Goed is: 'Ik lust graag kastanjes, in tegenstelling tot jij'. Ik lust graag kastanjes, in tegenstelling tot (het feit dat) jij (geen kastanjes lust).
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Behalve wordt in een zin gebruikt om een element of zelfstandig naamwoord te beschrijven dat niet is opgenomen .
Als bezittelijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud kan zowel de volle vorm jouw als de gereduceerde vorm je gebruikt worden. Jouw is nadrukkelijker dan je. Als er geen speciale nadruk nodig is, wordt in de praktijk vaker voor je dan voor jouw gekozen.
' Jou is nadrukkelijker dan je.jou is de onbeklemtoonde variant je in veel gevallen een goed alternatief. In zinnen als 'Ik wens ook jou een mooi 2018' en 'Voor jou zal het een spannend jaar worden' is alleen de beklemtoonde vorm jou mogelijk.
Technisch gezien zou het " Jij en zij " zijn, omdat het volledige antwoord zou zijn "Jij en zij zijn tot nu toe gekomen." Als je het nog verder uitsplitst, zou je zeggen "Jij bent tot nu toe gekomen" of "Zij is tot nu toe gekomen." Korte informele antwoorden kunnen "jij en haar" zijn, maar je zou nooit zeggen "Haar is tot nu toe gekomen."
Jouw (en uw) is een bezittelijk voornaamwoord. Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan dat iets van jou (of een ander) is. Bezittelijke voornaamwoorden zijn onder andere: jouw, mijn, haar, zijn, onze, uw. In deze zin wordt dat goed duidelijk: Het is nog steeds jouw geld, dus ik geef het aan jou terug.
In verreweg de meeste gevallen is eigenlijk de onderwerpsvorm juist. Het stukje dan / als + voornaamwoord is namelijk een verkorte bijzin. Pieter werkt hier al langer dan ik (hier werk). Ze hebben hier echt iemand als jij (bent) nodig.
De persoonlijke voornaamwoorden ik, mij, wij en ons komen daarom bij voorkeur aan het einde van de nevenschikking. Bij ik en mij is die voorkeur het sterkst. Sara, Piet en ik doen niet mee aan de wedstrijd. Die cadeautjes zijn voor jou en mij.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.