U hebt en u heeft zijn allebei correct. Hetzelfde geldt voor hebt u en heeft u. U kunt uw eigen voorkeur volgen.
Wat is juist: u hebt of u heeft? Het is allebei goed. U heeft komt iets vaker voor dan u hebt. In ons tijdschrift Onze Taal en op deze website, gebruiken we de vorm u hebt.
Het persoonlijk voornaamwoord 'u' drukte oorspronkelijk een derde persoon uit: 'u heeft'. Maar tegenwoordig wordt 'u' veelal als tweede persoon enkelvoud aangevoeld (net als 'jij') en dan is het 'u hebt'. De ene vorm is niet beter dan dan de andere, al vinden sommige mensen 'u heeft' iets formeler klinken dan 'u hebt'.
Beide vormen zijn juist. U hebt klinkt iets gewoner. Het woordje u is van oorsprong een derde persoon enkelvoud: u is, u heeft, u kan, u wil, u zal. Maar tegenwoordig vat men u op als een tweede persoon enkelvoud, omdat het de beleefdheidsvorm is van jij.
Daarbij hoorde ook een persoonsvorm in de derde persoon enkelvoud: u heeft. U heeft is dus vergelijkbaar met hij/zij heeft. Tegenwoordig wordt u niet meer als derde persoon beschouwd maar als tweede persoon enkelvoud, net als jij/je. U wordt dan gecombineerd met de persoonsvorm van de tweede persoon: u hebt.
U hebt en u heeft zijn allebei correct. Hetzelfde geldt voor hebt u en heeft u. U kunt uw eigen voorkeur volgen.
Onze Taal heeft voorkeur voor 'hebt', omdat dat beter aansluit bij 'u bent': het is logischer om 'u' te behandelen als 'je' (tweede persoon enkelvoud) in plaats van 'hij' (derde persoon enkelvoud).
Het voltooid deelwoord van vragen is gevraagd.
In het Standaardnederlands is alleen iets nodig hebben correct. Iets is dan het lijdend voorwerp bij nodig hebben: Ik heb een schroevendraaier nodig. Hij heeft hulp nodig.
De correcte vormen zijn u bent en bent u. U is en is u worden als verouderd beschouwd.
Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief.Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd.
Antwoord. Jan of Piet hebben dat gedaan is alleen mogelijk als het er niet om gaat of de een dan wel de ander het gedaan heeft, maar als wordt bedoeld dat een van beiden (om het even wie) het gedaan heeft. Jan of Piet heeft dat gedaan heeft echter in alle gevallen de voorkeur.
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
Voor de aanspreekvorm gij is later u in de plaats gekomen. Daarbij hoort de werkwoordsvorm zou: het is zou u, net als zou hij/zij en zou jij. Dat zoudt u nog geregeld voorkomt, heeft waarschijnlijk met de uitspraak te maken. De [t]-klank tussen de ou van zou en het onderwerp u vergemakkelijkt namelijk de uitspraak.
Voor de tweede persoon zijn er verschillende persoonlijke voornaamwoorden: de vertrouwelijke vormen je, jij en jullie, en de beleefdheidsvorm u, die we zowel voor het enkelvoud als voor het meervoud gebruiken.
U beider aanwezigheid is juist. Bijvoorbeeld: 'We hebben u beider aanwezigheid zeer op prijs gesteld. ' In u beider aanwezigheid staat het persoonlijk voornaamwoord u.
Je gebruikt zij als het in de zin de persoonsvorm is.Je gebruikt hun als het in de zin het meewerkend voorwerp is. Zij gaan morgen met het hele team naar een restaurant. Ik heb hun een camera verkocht.
Je zult en je zal zijn allebei correct. De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij.